
Patiënten die een cerebrale veneuze trombose (CVT) doormaken, hebben een aanzienlijk verhoogd risico om in de jaren daarna kanker te ontwikkelen. Dat blijkt uit een grootschalige Nederlandse cohortstudie onder ruim 2600 CVT-patiënten. Het risico op een nieuwe kankerdiagnose lag in het eerste jaar na de trombose maar liefst drie keer hoger dan in de algemene bevolking, en bleef ook op langere termijn – tot tien jaar na de CVT – verhoogd. Vooral bij mannen van 50 jaar en ouder was het absolute risico op kanker hoog: na tien jaar had 13,5% van hen kanker ontwikkeld. Bij jongere patiënten was het relatieve risico het grootst.
De bevindingen van een onderzoeksteam aan Amsterdam UMC en Radboudumc, gepubliceerd in een recente studie in JAMA Network Open, onderstrepen het belang van blijvende alertheid op kanker bij CVT-patiënten. Artsen moeten tijdens de follow-up extra aandacht besteden aan mogelijke tekenen van kanker, vooral in het eerste jaar na de diagnose, stellen de onderzoekers.
Cerebrale veneuze trombose, een zeldzame vorm van trombose waarbij een bloedstolsel de afvoer van bloed uit de hersenen belemmert, staat al langer bekend als een complicatie bij patiënten met actieve kanker. Maar of CVT ook een vroeg signaal kan zijn van nog niet ontdekte (occulten) kanker, was tot nu toe onduidelijk.
Om dit te onderzoeken, analyseerden de wetenschappers gegevens uit het Nederlandse Ziekenhuisontslagregister van patiënten bij wie tussen 1997 en 2020 voor het eerst CVT was vastgesteld. Patiënten bij wie al kanker bekend was of bij wie kanker werd ontdekt tijdens de ziekenhuisopname voor CVT, werden uitgesloten van de studie. In totaal werden 2649 patiënten gevolgd, van wie de meerderheid (70%) vrouw was en de gemiddelde leeftijd 44,5 jaar bedroeg.
Tijdens een mediane follow-up van 4,7 jaar werd bij 119 patiënten kanker vastgesteld. Bijna een kwart van hen (24,4%) had een hematologische kanker, zoals lymfoom of leukemie. Na tien jaar was de cumulatieve incidentie van kanker 5,9%, met de hoogste percentages onder oudere mannen.
Opvallend was dat het relatieve risico op kanker het sterkst verhoogd was bij patiënten jonger dan 50 jaar. In het eerste jaar na de CVT was hun risico maar liefst 6,7 keer hoger dan in de algemene populatie. Ook bij oudere patiënten en bij zowel mannen als vrouwen bleef het risico verhoogd, zij het in mindere mate.
De studie benadrukt dat CVT niet alleen een gevolg kan zijn van kanker, maar ook een voorbode ervan. De onderzoekers concluderen dat de resultaten suggereren dat CVT mogelijk een marker is voor onderliggende maligniteiten, vooral bij jongere patiënten. Zij pleiten daarom voor verder onderzoek naar de waarde van screeningsprogramma’s voor kanker bij CVT-patiënten.