Toevoeging van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie verlengt eventvrije overleving bij niet-kleincellige longkanker

oktober 2023 Oncotrials Marleen Huijsmans

Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick van dr. Judith Herder, bestaande uit een selectie van klinisch relevante literatuur op het gebied van (long)kanker. In deze selectie komen onder andere artikelen over nieuwe behandelingen voor kleincellig longcarcinoom, AI-modellen voor kanker met een onbekende primaire tumor en ongelijkheid in onvervulde zorgbehoeften aan bod.
Bekijk hier de gehele selectie.

In de fase II-studie NEOSTAR hebben neoadjuvante behandelingen gebaseerd op nivolumab veelbelovende klinische activiteit getoond bij patiënten met ‘non-small cell lung carcinoma’, NSCLC).1 In The New England Journal of Medicine werden eerder dit jaar de uitkomsten gepubliceerd van de fase III-studie CheckMate 816, waarmee gepoogd werd duidelijkheid te scheppen over de toegevoegde waarde van nivolumab bij de neoadjuvante behandeling van resectabele NSCLC.2

Ongeveer 20 tot 25% van de patiënten die de diagnose niet-kleincellige longkanker  krijgen, heeft een resectabele vorm van de ziekte.3 Toch treed bij een aanzienlijk deel van de patiënten die een curatieve operatie ondergaan een recidief op met overlijden tot gevolg. Neoadjuvante of adjuvante chemotherapie levert een bescheiden voordeel op ten opzichte van chirurgie alleen.4

Ongeveer 20-25% van de patiënten met NSCLC heeft op het moment dat de diagnose wordt gesteld een resectabele vorm van de ziekte.3 Toch treedt bij een aanzienlijk deel van de patiënten die een in opzet curatieve operatie ondergaan een recidief op met overlijden tot gevolg. Neoadjuvante of adjuvante chemotherapie levert een bescheiden voordeel op ten opzichte van alleen chirurgie.4

CheckMate 816

CheckMate 816 was een gerandomiseerde ‘open-label’-fase III-studie waarin patiënten werden geïncludeerd met resectabele NSCLC in stadium IB-IIIA. De patiënten werden 1:1 gerandomiseerd tussen neoadjuvante platina-bevattende chemotherapie plus nivolumab of alleen neoadjuvante platina-bevattende chemotherapie.

De neoadjuvante behandeling werd gevolgd door resectie van de tumor. De primaire uitkomstmaten waren eventvrije overleving en het percentage patiënten met een pathologische complete respons, beide blind en onafhankelijk beoordeeld. Belangrijke secundaire uitkomstmaten waren algehele overleving en de veiligheid van de behandeling.

Langere eventvrije overleving

In totaal werden kregen 179 patiënten neoadjuvante chemotherapie plus nivolumab en evenzoveel patiënten alleen neoadjuvante chemotherapie.

De mediane eventvrije overleving was langer bij patiënten in de nivolumabgroep ten opzichte van de chemotherapiegroep (31,6 vs. 20,8 maanden; HR voor progressie, recidief of overlijden [97,38%-BI]: 0,63 [0,43-0,91]). Het percentage patiënten met een pathologische complete respons was respectievelijk 24,0 (95%-BI: 18,0-31,0) en 2,2% (95%-BI: 0,6-5,6) (OR [99%-BI]: 13,94 [3,49-55,75]).

Van alle patiënten die waren gerandomiseerd, onderging 83,2% in de nivolumabgroep en 75,4% in de chemotherapiegroep een operatie. Bijwerkingen gerelateerd aan de behandeling van graad 3 of 4 werden gemeld bij 33,5% van de patiënten in de nivolumabgroep en bij 36,9% van patiënten in de chemotherapiegroep.

Conclusie

Uit deze gerandomiseerde fase III-studie (CheckMate 816) blijkt dat neoadjuvante chemotherapie plus nivolumab resulteert in een langere eventvrije overleving en een hoger percentage patiënten met een pathologische complete respons dan alleen neoadjuvante chemotherapie bij patiënten met resectabele NSCLC. De toevoeging van nivolumab aan neoadjuvante chemotherapie zorgde niet voor een ongunstiger bijwerkingenprofiel of een belemmering van de uitvoerbaarheid van de operatie.

De resultaten van onder andere deze fase III-studie hebben geleid tot de FDA- en EMA-goedkeuring van nivolumab in combinatie met platina-bevattende chemotherapie als neoadjuvante behandeling van volwassenen met resectabele NSCLC.5

Referenties

  1. Cascone T, William WN Jr, Weissferdt A, et al. Neoadjuvant nivolumab or nivolumab plus ipilimumab in operable non-small cell lung cancer: the phase 2 randomized NEOSTAR trial. Nat Med. 2021;27:504-514. doi:10.1038/s41591-020-01224-2
  2. Forde PM, Spicer J, Lu S, et al. Neoadjuvant Nivolumab plus Chemotherapy in Resectable Lung Cancer. N Engl J Med. 2022;386(21):1973-1985. doi:10.1056/NEJMoa2202170
  3. Liang Y, Wakelee HA. Adjuvant chemotherapy of completely resected early stage non-small cell lung cancer (NSCLC). Transl Lung Cancer Res. 2013;2:403-410. doi:10.3978/j.issn.2218-6751.2013.07.01
  4. NSCLC Meta-analysis Collaborative Group. Preoperative chemotherapy for non-small-cell lung cancer: a systematic review and meta-analysis of individual participant data. Lancet. 2014;383:1561-1571. doi:10.1016/S0140-6736(13)62159-5
  5. SmPC Opdivo (nivolumab)