“Knokken tegen kanker”. “De strijd aangaan tegen kanker.” “Vechten tegen die rotziekte”. Mensen die met kanker te maken krijgen horen dat soort kreten vrijwel dagelijks, maar volgens sommigen doen die strijdlustige metaforen meer kwaad dan goed. Recente onderzoeken in Canada en de Verenigde Staten tonen aan de krijgshaftige taal patiënten eerder ongerust maakt.
Marc Michils, de directeur van stichting ‘Kom op tegen Kanker’, de Belgische tegenhanger van het KWF is het eens met de conclusies uit die onderzoeken. “Een neutraal gesprek met de dokter wordt prettiger gevonden”, zegt hij. “In gesprekken met patiënten worden termen als ‘vechten’ en ‘strijden’ het best vermeden. Het geeft impliciet aan dat de patiënt extra zijn best moet doen. Bij sommigen kan het idee van vechten foute verwachtingen creëren. Bij anderen kan het leiden tot een schuldgevoel: ik heb onvoldoende gevochten.”
Wat Michils betreft ligt het anders waar het het werk van wetenschappers en dokters betreft. “Voor hen is kanker wél een strijd, een voortdurende missie om behandelingen steeds beter te maken opsporing steeds efficiënter.”
Het onderzoek in Noord-Amerika vond plaats in Toronto en Californië. De onderzoekers wilden weten in hoeverre oorlogstaal invloed heeft op kankerpatiënten. Zij stelden vast dat het tegenwoordig heel gewoon gevonden wordt om kanker als een strijd te zien. Patiënten zijn niet gewoon ziek, maar hebben te maken met een ‘invasie van vijandelijke cellen’ die ‘bestreden moet worden’ met munitie uit het arsenaal van de oncoloog.
De onderzoekers lieten bijna 1000 vrijwilligers teksten lezen over kankerpatiënten die ofwel oorlogsmetaforen gebruikten, ofwel reismetaforen, of helemaal geen metaforen. Het bleek dat degenen die de teksten vol termen als ‘strijd’ en ‘aanvallen’ gelezen hadden allemaal een negatiever beeld over het succes van behandeling van kanker hadden dan de mensen in de andere groepen. De strijdmetaforen bleken de lezers ook somberder te maken over kanker. ‘Als kanker eenmaal op je pad ligt, dan krijg je het toch wel, wat je er ook tegen doet’, was de veelzeggende reactie van een van de proefpersonen. Het beeld dat mensen die kanker niet overleven kennelijk niet hard genoeg ‘gevochten’ hebben is ook iets dat volgens de onderzoekers niet helpt. Zij pleiten ervoor dat antikankerstichtingen zich verre houden van strijdlustige taal.
Bron
1. Health Communication, oktober 2019.