Hebben bevolkingsonderzoeken naar kanker zin? Een recente analyse uit de Verenigde Staten die werd gepubliceerd in JAMA lijkt erop te wijzen dat dat zeker zo is. De sterftecijfers als gevolg van borstkanker zijn in de VS tussen 1975 en 2019 met 58% gedaald. De opmerkelijke daling wordt toegeschreven aan geavanceerde behandelingen voor metastatische borstkanker, behandelingen voor stadium I tot III, maar ook aan mammografiescreening.
Wetenschappers onderzochten in detail de bevindingen van het Cancer Intervention and Surveillance Modeling Network (CISNET), dat simulatiemodellen heeft ontwikkeld om de associaties tussen screening-mammografie en behandelingen voor borstkanker in stadium I tot III te kwantificeren in relatie tot de afname van borstkankersterfte.
Zowel screening als behandeling in 2019 waren geassocieerd met een meer dan 50% daling in de borstkankersterfte in vergelijking met interventies die meer dan vier decennia geleden werden toegepast.
Het Cancer Intervention and Surveillance Modeling Network (CISNET) heeft simulatiemodellen herzien om de impact van recente behandelingen voor metastatische borstkanker op de afname van borstkankersterfte in de VS te evalueren. Geaggregeerde observationele en klinische onderzoeksgegevens werden gebruikt om modellen te simuleren voor borstkankersterfte, zowel over het algemeen als op basis van oestrogeenreceptor en ERBB2-status, bij vrouwen van 30 tot 79 jaar in de VS van 1975 tot 2019.
In 1975 bedroeg het sterftecijfer door borstkanker in de VS 48 per 100.000 vrouwen, en in 2019 was dat gedaald tot 27 per 100.000 vrouwen. De combinatie van borstkankerscreening, behandeling voor stadium I tot III en metastatische behandeling werd geassocieerd met een daling van 58% in borstkankersterfte in 2019. Van de totale daling was 29% gerelateerd aan de behandeling van metastatische borstkanker, 47% aan de behandeling van borstkanker in stadium I tot III, en 25% aan mammografiescreening.
Volgens de CISNET-simulatiemodellen vond de grootste overlevingsverandering na een metastatische terugkeer plaats tussen 2000 en 2019, van 1,9 jaar naar 3,2 jaar. In 2019 verbeterde de mediane overleving voor vrouwen met oestrogeenreceptor-positieve/ERBB2-positieve borstkanker met 2,5 jaar, en voor vrouwen met oestrogeenreceptor-negatieve/ERBB2-negatieve borstkanker met 0,5 jaar.
Deze bevindingen benadrukken volgens de onderzoekers de positieve impact van geavanceerde behandelingen en screening op het verminderen van de borstkankersterfte in de afgelopen decennia.
In Nederland werd het bevolkingsonderzoek borstkanker in 1990 opgestart na een lange periode van onderzoeken die in 1974 al begon. In 2022 ontvingen ruim 1.240.642 vrouwen in Nederland een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker. In 2022 hebben 876.803 vrouwen meegedaan aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Dit is 70,7% van alle uitgenodigde vrouwen. Van elke 1000 vrouwen die deelnemen aan het onderzoek, worden er 24 doorverwezen voor verder onderzoek in het ziekenhuis. Met het bevolkingsonderzoek werden in 2022 6.869 gevallen van borstkanker opgespoord.
Referentie