Sarcopenie is een medische conditie waarbij spiermassa afneemt. Het wordt doorgaans gezien als een typisch verouderingsverschijnsel, maar het blijkt dat sarcopenie ook een belangrijke graadmeter voor behandelingsgerelateerde toxiciteit bij kankerpatiënten is, die de uitkomst van de behandeling negatief kan beïnvloeden. De SCAN-studie uit Frankrijk, die onlangs in The Lancet is gepubliceerd, onderzocht hoe vaak sarcopenie voorkomt bij uitgezaaide kanker, en specifiek bij uitgezaaide borstkanker.1
In totaal werden er 766 patiënten in de SCAN-studie opgenomen. Van hen hadden er 139 borstkanker, met een mediane leeftijd van 61,2 jaar. Van die vrouwen had 29,5% sarcopenie, en 41% van hen verkeerde in een voorstadium waarbij ofwel sprake was van verminderde spiermassa, of van verminderde spierkracht, vastgesteld door een handgreep-test.
De vrouwen met sarcopenie waren over het algemeen ouder (p<0,01), hadden een lagere prestatiestatus (p<0,05) en een groter aantal uitzaaiingen (p<0,01), merendeels naar de lever en naar de botten. Er werd een kleine associatie gezien tussen de oncologische diagnose en de evaluatie van spiermassa en –kracht (Cohen’s kappa = 0,45). Er werden geen associaties aangetoond tussen sarcopenie en het voorkomen van bijwerkingen bij de 12 patiënten waarbij dit was gerapporteerd. Wel waren patiënten met sarcopenie over het algemeen ondergediagnosticeerd, en ontvingen zij minder adviezen op het gebied van voeding en lichaamsbeweging.
De onderzoekers bevelen aan dat bij vrouwen met uitgezaaide borstkanker gezocht wordt naar symptomen van sarcopenie, vanwege de impact op de prognose en het belang ervan in het managen van de ziekte.
Referentie