Perioperatieve behandeling met nivolumab verbetert overleving bij resectabel NSCLC

mei 2024 Oncotrials Niels Elbert

Perioperatieve behandeling met nivolumab resulteert in een langere eventvrije overleving (‘event-free survival’, EFS) dan chemotherapie bij patiënten met een resectabel niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung carcinoma’, NSCLC). Dit concludeert Tina Cascone (University of Texas, Houston, VS) namens de onderzoekers van de CheckMate 77T-studie in The New England Journal of Medicine.

Nivolumab is een humaan IgG4 monoklonaal antilichaam dat bindt aan de geprogrammeerde celdood-1-receptor (‘programmed cell death 1’, PD-1). Daardoor wordt de interactie voorkomen tussen de PD-1-receptor en de liganden PD-L1 en PD-L2, die overmatig tot expressie kunnen komen in longtumoren. In de multinationale, gerandomiseerde fase III-studie CheckMate 77T werden patiënten met een resectabel NSCLC in stadium IIA-IIIB gerandomiseerd tussen neoadjuvante behandeling met nivolumab (360 mg) plus platina-bevattende chemotherapie of placebo plus platina-bevattende chemotherapie elke 3 weken in 4 cycli, gevolgd door een operatie en adjuvante behandeling met nivolumab (480 mg) of placebo elke 4 weken gedurende 1 jaar.

De primaire uitkomstmaat was de EFS, die blind werd beoordeeld door een onafhankelijke, centrale beoordelingscommissie. Secundaire uitkomstmaten waren onder andere het percentage patiënten met een pathologisch complete respons, het percentage patiënten met een belangrijke (‘major’) pathologisch complete respons en de veiligheid.

Op het moment dat deze vooraf gespecificeerde tussentijdse analyse werd uitgevoerd, waren 461 patiënten willekeurig toegewezen aan de nivolumabgroep (n=229) of de chemotherapiegroep (n=232). De mediane follow-upduur bedroeg 25,4 maanden. Na 18 maanden was de PFS 70,2% in de nivolumabgroep en 50,0% in de chemotherapiegroep (HR [97,36%-BI]: 0,58 [0,42-0,81]). Het percentage patiënten met een pathologisch complete respons (25,3 vs. 4,7%; OR [95%-BI]: 6,64 [3,40-12,97]) of een belangrijke pathologisch complete respons (35,4 vs. 12,1%; OR [95%-BI]: 4,01 [2,48-6,49]) was hoger in de nivolumabgroep, vergeleken met de chemotherapiegroep. Ongewenste voorvallen van graad 3 of 4 traden op bij 32,5% van de patiënten in de nivolumabgroep tegenover 25,2% van de patiënten in de chemotherapiegroep. Er werden geen nieuwe veiligheidssignalen waargenomen.

Referentie

Choueiri TK, Tomczak P, Park SH, et al; KEYNOTE-564 Investigators. Overall survival with adjuvant pembrolizumab in renal-cell carcinoma. N Engl J Med 2024;390:1359-71.