Een genetische verandering in het PALB2-gen verhoogt de kans op borstkanker. Tot dusver was het nog onduidelijk wat het effect was van de verschillende soorten afwijkingen in het PALB2-gen. Een nieuw onderzoek van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) brengt daar verandering in.
Het PALB2-gen is een hoogrisicogen voor de ontwikkeling van borstkanker. Sommige afwijkingen aan dit gen zorgen ervoor dat een groot deel verloren gaat van het PALB2-eiwit dat hierdoor normaal geproduceerd. Van deze ingrijpende genafwijkingen was al bekend dat deze het risico op borstkanker verhogen. Andere, minder ingrijpende soorten genafwijkingen zorgen voor een kleinere verandering aan het eiwit. Voor dit onderzoek was het was nog erg onduidelijk wat het effect is van deze kleinere afwijkingen, en hoe deze het risico op borstkankerontwikkeling beïnvloeden.
Recentelijk hebben de Leidse onderzoekers een methode ontwikkeld waarbij het mogelijk is om in het laboratorium te meten wat het effect is van de kleinere genetische afwijkingen op het functioneren van het PALB2-eiwit. Voor het onderzoek zijn stamcellen van muizen gebruikt waarin het PALB2-gen was uitgeschakeld, vertellen de onderzoekers in het wetenschapsblad Nature.
Vervolgens is de menselijk variant van het PALB2-gen toegevoegd. Door te meten hoe goed het eiwit zijn taak -het repareren van DNA- verricht, werd per variant bepaald wat het effect is van de afwijking op de werking van het eiwit. Hierdoor konden de onderzoekers zien welke afwijkingsvarianten ervoor zorgden dat het herstelmechanisme van het DNA niet meer goed werkte. Hier kan naar worden gekeken bij het bepalen van de behandeling van een patiënt.
In de toekomst zullen de onderzoekers zich richten op de vraag hoe het functioneren van het PALB2-eiwit het risico op borstkanker beïnvloedt, en hoe dit van belang kan zijn voor het samenstellen van een geschikt behandelplan.