Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV). Al voordat zich kanker ontwikkelt zijn er onrustige cellen rond de baarmoedermond te zien, en dat wordt dan ook als een voorstadium gezien. Door reeds in dit voorstadium in te grijpen kan kanker wellicht voorkomen worden. Gynaecoloog Edith van Esch heeft in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven een nieuwe behandeling ontwikkeld, die voor minder mogelijke complicaties moet zorgen.
Wanneer er onrustige cellen rond de baarmoedermond worden gevonden, dan kunnen die verwijderd worden door middel van een lisexcisie. Dat is een procedure waarbij de gynaecoloog met een klein dun metalen lisje, dat elektrisch wordt verhit, een laagje cellen van de baarmoedermond afschraapt. Vervolgens kunnen er dan nieuwe, gezonde cellen terug groeien.
Een nadeel van de behandeling, die jaarlijks bij zo’n 5.000 vrouwen wordt uitgevoerd, is dat er een verhoogde kans op vroeggeboorte ontstaat bij een volgende zwangerschap. Vooral voor vrouwen in de vruchtbare jaren is een andere behandeling dus gewenst, denkt Van Esch.
Een behandeling met een afweer stimulerende crème, imiquimod, kan soelaas bieden zonder risico op vroeggeboorte, maar niet elke patiënt reageert op dit middel. Van Esch heeft nu een methode gevonden om te kunnen voorspellen bij welke vrouwen dit middel wel of niet effectief kan zijn. Aan de hand van bepaalde afweercellen kan voorspeld worden of iemand wel of niet met imiquimod behandeld kan worden.
Van Esch heeft een onderzoekssubsidie van ZonMW gekregen om haar bevindingen in een grotere groep patienten uit te testen. Dat zal gebeuren in de vorm van een klinische studie in samenwerking met gynaecologen en oncologen van LUMC, Radboudumc en MUMC.
Meer informatie
Lees het persbericht van het Catharina Ziekenhuis.
Lees meer over lisexcisie op de website van het Catharina Ziekenhuis.