Kankerpatiënten in Nederland moeten veel langer op nieuwe medicijnen wachten dan andere Europeanen. In een recent gepubliceerd onderzoek door de Europese branchevereniging voor geneesmiddelenbedrijven EFPIA komt ons land als slechtste uit de bus van tien bestudeerde landen.
In de studie, die is uitgevoerd door Vinture, is gekeken naar dertien innovatieve kankermedicijnen die in de periode 2013-2017 zijn toegelaten door de Europese Medicijnautoriteit EMA. Onderzocht is hoe het gesteld was met het gebruik van die medicijnen, een jaar nadat ze in het verzekeringspakket waren opgenomen. Daarbij zijn tien Europese landen met elkaar vergeleken, te weten: Nederland, België, Frankrijk, Duitsland, Zweden, Denemarken, Ierland, Spanje, Portugal en Italië.
Het bleek dat het in Nederland langer duurt dan waar dan ook voordat de nieuwe middelen hun weg naar de patiënt vinden. Een jaar nadat een medicijn in het verzekeringspakket is opgenomen is het daadwerkelijk gebruik ervan in ons land het minste per hoofd van de bevolking.
Waarom in Nederland nieuwe medicijnen zo moeizaam hun weg naar de patiënt vinden hangt volgens de onderzoekers van Vinture met verschillende factoren samen. Een ervan is de manier waarop ziekenhuizen afzonderlijk prijsonderhandelingen voeren. Elk ziekenhuis sluit individueel een contract af met de producent, en dat is een tijdrovend proces. Zolang die onderhandelingen lopen wordt het nieuwe medicijn niet verstrekt.
Het onderzoek van de EFPIA staat niet alleen. Vorige week baarde een studie van de Rotterdamse hoogleraar Carien Uyl-de Groot ook al opzien omdat zij aantoonde dat toelatingsprocedures van medicijnen in Europa maanden langer duren dan in de Verenigde Staten. Daar bovenop moeten nieuwe geneesmiddelen ook nog eens op nationaal niveau door een procedure heen, met extra oponthoud tot gevolg. Dat leidt tot grote verschillen: in Nederland duurt het na de goedkeuring door de EMA nog eens 128 dagen voordat een medicijn voorgeschreven kan worden, in Duitsland duurt dat maar 17 dagen.
Intussen maakt ook de landelijke politiek zich zorgen, en er zijn inmiddels al Kamervragen gesteld. Corinne Ellemeet (GroenLinks) wil opheldering van minister Tamara van Ark over de kwestie en wil dat er in Europees verband aan wordt gewerkt om de toelatingsprocedures bij de EMA te versnellen. Daarnaast stelt zij vragen over de ‘sluisprocedure’, waarbij dure geneesmiddelen in de wacht staan totdat de rijksoverheid prijsafspraken met de producent heeft kunnen maken. Die onderhandelingen duren vaak vele maanden. Dat het ook anders kan laat Duitsland zien: daar worden die geneesmiddelen gewoon verstrekt en wordt er achteraf afgerekend, wanneer de definitieve prijs bekend is.
Uit het onderzoek door Vinture komen tien knelpunten naar voren die als hindernis kunnen werken voor een nieuw kankermedicijn op weg naar de patiënt. Dat zijn:
Meer informatie
Lees het volledige rapport van de EFPIA.
Lees de Kamervragen door Corinne Ellemeet (GroenLinks) over toelatingsprocedure van medicijnen voor kankerpatiënten.