Zo’n 75 tot 80% van de totale bronchuscarcinoompatiënten heeft niet-kleincellige longkanker hersenmetastasen (‘non-small cell lung cancer brain metastases’, NSCLCBM). Bij deze patiënten worden steroïden gebruikt om kankergerelateerde symptomen zoals vermoeidheid, dyspneu en verminderde eetlust te bestrijden. Bij NSCLCBM-patiënten met een verhoogde neutrofiel/lymfocyt-ratio (NLR) worden deze steroïden echter geassocieerd met een verminderde algehele overleving (‘overall survival’, OS) wanneer zij behandeld worden met immuuncheckpointremmers (‘immune checkpoint inhibitors’, ICI).
Er is een tekort aan literatuur waarbij een directe correlatie aangetoond wordt tussen het gebruik van steroïden en de overlevingscijfers bij patiënten die ICI krijgen bij NSCLCBM. Een groep onderzoekers van de Cleveland Clinic Lerner College of Medicine At Case Western Reserve University deed daarom onderzoek naar de impact van steroïden bij patiënten met NSCLCBM met een hoge dan wel lage NLR die werden behandeld met ICI. Uitkomstmaten waren OS en intracraniële progressievrije overleving (‘progression free survival’, PFS).
In dit retrospectieve onderzoek werden 171 patiënten geïncludeerd die werden behandeld met ICI voor NSCLCBM. Zesendertig kregen steroïden binnen 30 dagen na de start van ICI (upfront steroïden), en 53 patiënten hadden een NLR≥5 vóór de start van ICI.
Upfront steroïden waren geassocieerd met verminderde OS op multivariabele analyse (mediane OS 10,5 vs. 17,9 maanden, p=0,03) en intracraniële PFS (5,0 vs. 8,7 maanden, p=0,045). NLR≥5 was indicatief voor slechtere OS (10,5 vs. 18,4 maanden, p=0,04) maar niet voor intracraniële PFS (7,2 vs. 7,7 maanden, p=0,61). Wanneer NLR en upfront steroïden samen werden gemodelleerd, was er een sterke interactie (p=0,0008) die erop wijst dat het effect van steroïden afhing van de NLR van de NSCLCBM-patiënt.
CONCLUSIE
Bij patiënten met niet-kleincellige longkanker hersenmetastasen en een lage NLR vermindert het gebruik van steroïden de werkzaamheid van ICI. Daarentegen hebben steroïden een minimaal en mogelijk gunstig effect op de overleving bij patiënten met een hoog NLR. Deze retrospectieve bevindingen indiceren NLR als een objectieve en algemeen beschikbare klinische marker van immuunactiviteit bij patiënten met NSCLCBM.
Referentie