Monitoren, opereren of radiotherapie bij prostaatkanker? Patiënten voor 15 jaar gevolgd in ProtecT-studie

mei 2023 Oncotrials Marleen Huijsmans

Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick van dr. Koen van der Mijn, bestaande uit een selectie van impactvolle studies die onlangs gepubliceerd zijn in de belangrijkste internationale wetenschapstijdschriften, gefocust op oncologie.
Bekijk hier de gehele selectie.

Prostaatkanker is in Nederland een van de meest voorkomende kankersoorten en is verantwoordelijk voor ongeveer 12% van alle nieuwe kankerdiagnoses. In 2022 werd meer dan 14.0000 keer de diagnose prostaatkanker gesteld (1,7x per 1.000 mannen).1 Voor de vroegtijdige detectie van prostaatkanker kan een prostaatspecifiek-antigeen-test (PSA-test) gebruikt worden. Met de PSA-test wordt de hoeveelheid PSA in het bloed gemeten, waarbij een verhoogde PSA-waarde kan wijzen op prostaatkanker.2 In het Verenigd Koninkrijk is de langlopende ProtectT-studie afgerond waarin bij een grote groep mannen een PSA-test werd afgenomen. Een deel van deze mannen werd gediagnostiseerd met prostaatkanker. Het doel van de ProtecT-studie was om de effectiviteit van de verschillende beschikbare behandelingen op lange termijn te onderzoeken.3

Tussen 1999 en 2009 werd bij 82.429 mannen (50-69 jaar oud) een PSA-test afgenomen. Bij 2.664 van deze mannen werd prostaatkanker gediagnostiseerd. Van deze groep werden 1.643 mannen geïncludeerd in de ProtectT-studie. Deze patiënten werden gerandomiseerd naar radicale prostatectomie (n=553), radiotherapie (n=545) of actieve monitoring (n=545). De primaire studie-uitkomst was het aantal sterfgevallen door prostaatkanker. Belangrijke secundaire uitkomsten waren sterfgevallen door welke oorzaak dan ook, het aantal metastasen, het aantal gevallen van ziekteprogressie en het aantal patiënten waarbij langdurige anti-androgeentherapie gestart werd.

Weinig sterfgevallen door prostaatkanker ongeacht het behandeltraject

In totaal waren van 1.610 (98%) van de studiedeelnemers complete follow-updata beschikbaar. De mediane follow-upperiode was 15 jaar (bereik: 11-21 jaar). Een risicostratificatie-analyse toonde aan dat meer dan een derde van de mannen op het moment van de prostaatkankerdiagnose intermediair- of hoogrisicoziekte had. Prostaatkanker werd aangewezen als doodsoorzaak bij 45 (2,7%) mannen in het gehele cohort. Van deze sterfgevallen kwamen 17 (3,1%) uit de groep die actief gemonitord werd, 12 (2,2%) uit de groep die prostatectomie onderging en de overige 16 (2,9%) uit de radiotherapiegroep (p=0,53 voor de algemene vergelijking). In het gehele cohort werden 356 (21,7%) sterfgevallen wegens enige oorzaak geregistreerd, met vergelijkbare aantallen in de drie subgroepen.

Het ontwikkelen van metastasen was een belangrijke secundaire studie-uitkomst. Bij 9,4% van de deelnemers in de actieve monitoring-arm ontstond een metastase, tegenover 4,7% in de prostatectomie-arm en 5,0% in de radiotherapie-arm. Langetermijn anti-androgeentherapie werd gestart bij 69 (12,7%) van de mannen in de actief gemonitorde groep, bij 40 mannen (7,2%) in de prostatectomiegroep en 42 (7,7%) van de radiotherapiegroep. Klinische ziekteprogressie werd vastgesteld bij 141 (25,9%), 58 (10,5%) en 60 (11,0%) van de mannen in de actief gemonitorde groep, de prostatectomiegroep en de radiotherapiegroep, respectievelijk. Van de mannen die actief gemonitord werden, was aan het einde van de follow-upperiode 24,4% (n=133) nog in leven zonder enige prostaatkankerbehandeling. Er werd geen relatie gezien tussen PSA-niveau bij baseline, tumorstadium, of risicostratificatiescore, en het aantal sterfgevallen door prostaatkanker.

Conclusie

Binnen de ProtecT-studie zijn prostaatkankerpatiënten gevolgd voor mediaan 15 jaar. De langetermijnuitkomsten van de drie onderzochte behandelingsstrategieën voor prostaatkanker werden in een nieuwe publicatie gedeeld. De resultaten tonen aan dat het aantal sterfgevallen dat veroorzaakt wordt door prostaatkanker laag is ongeacht de gekozen behandeling. Wel werden meer metastasen en vaker klinische ziekteprogressie gezien bij patiënten die alleen actief gemonitord werden. Daartegenover stond dat een kwart van de patiënten in de monitoringgroep aan het einde van de follow-upperiode nog in leven was zonder enige prostaatkankerbehandeling te zijn ondergaan. De onderzoekers concluderen dat bij het maken van de behandelingskeuze de voordelen en nadelen van de verschillende behandelingen afgewogen dienen te worden om zo tot het beste traject voor de specifieke patiënt te komen.

Referenties

  1. VZ info. Kanker | Leeftijd en geslacht.
  2. Kanker.nl. PSA-test bij prostaatkanker.
  3. Hamdy FC, Donovan JL, Lane JA, et al. Fifteen-Year Outcomes after Monitoring, Surgery, or Radiotherapy for Prostate Cancer. The New England Journal of Medicine 2023;388:1547-58.