Radicale hysterectomie is een standaard ingreep bij vrouwen met cervixcarcinoom in een vroeg stadium. In de fase III LACC-studie (‘Laparoscopic Approach of Cervical Cancer’) werd onderzocht of radicale hysterectomie met minimaal invasieve, of laparoscopische chirurgie een zelfde overleving geeft als abdominale laparotomie. Onlangs werden de finale resultaten van deze studie gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de Society of Gynecologic Oncology in Phoenix, Verenigde Staten.
In de LACC-studie werden 631 vrouwen geïncludeerd met een gemiddelde leeftijd van 46 jaar en stadium IA1 tot IB1 cervixcarcinoom. Patiënten werden gerandomiseerd (1:1) toegewezen aan laparoscopische of open chirurgie. Primaire uitkomst was de ziektevrije overleving na 4,5 jaar.
Bij de vrouwen die minimale chirurgie hadden gehad (n=319) had 43 (13,5%) na 4,5 jaar een recidief. In de groep met de laparotomische ingreep (n=312) was dit slechts het geval bij 11 vrouwen (3,5%). Bovendien was bij de vrouwen die waren behandeld met de laparoscopische ingreep sprake van een grotere tumorgrootte en meer uitzaaiing op het moment van het recidief, vergeleken met de open chirurgiegroep. Daarmee zijn de oncologische uitkomsten met de minimale invasieve techniek significant slechter dan bij abdominale hysterectomie. Ook de algehele overleving was significant in het voordeel van open chirurgie met een hazardratio van 2,71 (95%-BI: 1,32-5,59; p=0,007).
Het beoogde voordeel van laparoscopische chirurgie in vergelijking met een laparotomische operatie is minder prikkeling van het buikvlies. Bovendien is door de kleinere incisies sprake van minder wondpijn. Het postoperatieve herstel is ook korter. Eerder werden in de LACC-studie al de bijwerkingen van de twee ingrepen zowel intra- als postoperatief met elkaar vergeleken. Hierbij werd qua incidentie geen verschil gevonden tussen de laparoscopische en laparotomische benadering. Ook de postoperatieve kwaliteit van leven toonde geen verschil tussen beide groepen.
De LACC-studie was de eerste gerandomiseerde prospectieve klinische studie waarin minimaal invasieve chirurgie bij radicale hysterectomie werd vergeleken met open chirurgie. Niet uit te sluiten is dat de resultaten van de laparoscopische arm van de studie beïnvloed is door het lage percentage dat met robotgeassisteerde chirurgie (16%) is behandeld. Momenteel zijn er nog twee prospectieve gerandomiseerde klinische studies gaande die specifiek laparoscopische robotchirurgie vergelijken met open chirurgie bij vroegstadium cervixcarcinoom (RACC en ROCC). De resultaten daarvan zullen nog duidelijker mogen maken of open chirurgie voor iedereen de betere optie is, of dat er een subgroep is die zonder problemen de voordelen kan genieten van de minimaal invasieve chirurgie.
Luister hieronder naar drs. Ramirez die het abstract van deze studie bespreekt
Referentie
Ramirez P, Frumovitz M, Pareja R, et al. Open vs. minimally invasive radical hysterectomy in early cervical cancer: LACC trial final analysis. Gepresenteerd tijdens SGO 2022; abstract LBA10.