Het achterwege laten van een prostaatbiopsie bij mannen met een negatieve MRI-uitslag leidt tot meer dan de helft minder gevallen van klinisch irrelevante prostaatkanker en gaat gepaard met een zeer laag risico op ongeneeslijke prostaatkanker gedetecteerd tijdens screening of als intervalkanker. Dit concluderen Zweedse onderzoekers op basis van een grootschalig bevolkingsonderzoek (GÖTEBORG-2).
In de GÖTEBORG-2-studie werd een willekeurige steekproef van mannen van 50-60 jaar uit Göteborg en omliggende gemeenten uitgenodigd voor prostaatkankerscreening door middel van een PSA-bepaling. Bij mannen met een PSA-waarde ≥3 ng/ml werd aanvullend MRI-onderzoek van de prostaat uitgevoerd. De mannen werden gerandomiseerd tussen: (a) systematische biopsie en – indien er afwijkingen waren gevonden bij het MRI-onderzoek – gerichte biopsie (systematische-biopsiegroep); of (b) alleen MRI-gerichte biopsie (MRI-gerichte-biopsiegroep). Afhankelijk van de PSA-waarde, werden de mannen uitgenodigd voor een extra screeningsronde na 2, 4 of 8 jaar. De primaire uitkomstmaat was de detectie van klinisch irrelevante prostaatkanker (gedefinieerd als ISUP-graad 1). Een van de secundaire uitkomstmaten was de detectie van klinisch relevante prostaatkanker (gedefinieerd als ISUP-graad ≥2). Ook de detectie van ongeneeslijke prostaatkanker (gedefinieerd als gemetastaseerde prostaatkanker of ISUP-graad 4 of 5) en de veiligheid werden beoordeeld.
In totaal werden 38.316 mannen uitgenodigd voor prostaatkankerscreening, van wie 19.733 mannen aan ten minste één screeningsronde deelnamen. Deze 19.733 mannen werden gerandomiseerd tussen systematische en MRI-gerichte biopsie (n=6.578) of alleen MRI-gerichte biopsie (n=6.575). De overige 6.580 mannen, bij wie aanvullend MRI-onderzoek van de prostaat was uitgevoerd bij een PSA-waarde ≥1,8 ng/ml, werden buiten beschouwing gelaten.
Na een mediane follow-upduur van 3,9 jaar (ongeveer 26.000 persoonsjaren in beide groepen) was prostaatkanker ontdekt bij 185 mannen (2,8%) in de MRI-gerichte-biopsiegroep en bij 298 mannen (4,5%) in de systematische-biopsiegroep. Het relatieve risico (RR) van klinisch irrelevante kanker in de MRI-gerichte-biopsiegroep ten opzichte van de systematische-biopsiegroep was 0,43 (95%-BI: 0,32-0,57; p<0,001) en was lager in latere screeningsronden dan in de eerste screeningsronde (RR: 0,25 vs. 0,49). Het relatieve risico van klinisch relevante prostaatkanker in de MRI-gerichte-biopsiegroep ten opzichte van de systematische-biopsiegroep was 0,84 (95%-BI: 0,66-1,07). Bij 15 mannen (0,2%) in de MRI-gerichte-biopsiegroep en bij 23 mannen (0,3%) in de systematische-biopsiegroep werd ongeneeslijke prostaatkanker ontdekt tijdens screening of als intervalkanker (RR [95%-BI]: 0,65 [0,34-1,24]).
Er traden 5 ernstige ongewenste voorvallen op die leidden tot een ziekenhuisopname, waarvan 2 in de MRI-gerichte-biopsiegroep en 3 in de systematische-biopsiegroep; 4 van de 5 voorvallen waren vermoedelijk gerelateerd aan de biopsie.
Referentie