Meer dan 60% van alle Nederlandse patiënten met pancreascarcinoom blijkt geen gerichte tumorbehandeling te krijgen. Dat is een van de oorzaken achter de onverminderd slechte prognose van alvleesklierkanker: een jaar na diagnose is slechts 24% van de patiënten nog in leven. Dit is de uitkomst van de PACAP-1 studie; een grote landelijke studie met data van bijna 5.900 patiënten vóór en na de implementatie van richtlijnen gebaseerd op de nieuwste best practices in de behandeling van pancreaskanker. De studie is gepubliceerd in JAMA Surgery.
Pancreaskanker blijft een van de dodelijkste kankertypes. Omdat het een soort kanker is die pas laat symptomen geeft, worden de meeste patiënten (80%) pas gediagnosticeerd met uitgezaaide of lokaal gevorderde ziekte. Daardoor komen ze niet in aanmerking voor chirurgische resectie, de enige behandeling met een significante kans op langdurige overleving. Voor deze patiënten blijft palliatieve chemotherapie de primaire behandeloptie.
Ondanks vooruitgang in chemotherapie-regimes zijn de resultaten voor patiënten met pancreaskanker de afgelopen tien jaar nauwelijks verbeterd. Om dit probleem aan te pakken en variaties in klinische praktijk te verminderen, werd een verbeterde implementatie van beste praktijken gedefinieerd en ingezet door de Dutch Pancreatic Cancer Group in alle 17 Nederlandse pancreaskankerzorgclusters. Beste praktijken zijn procedures die bewezen effectief zijn gebleken om het meest optimale resultaat te bereiken.
Deze gezamenlijke inspanning omvatte het trainen van medische professionals over de nieuwste inzichten in perioperatieve en palliatieve chemotherapie, pancreasenzym vervangingstherapie, doorverwijzingen naar diëtisten en technieken zoals de voorkeur voor metalen stents boven plastic stents voor galwegdrainage.
De onderzoekers vergeleken vervolgens zowel overleving als kwaliteit van leven voor de patiënten vóór en na de verbeterde implementatie van beste praktijken, met in totaal 5,887 patiënten met alle stadia van pancreaskanker in de PACAP-1-studie, een landelijke gerandomiseerde klinische studie. Ondanks succesvolle implementatie en naleving van de richtlijnen bleven de basisoverlevingscijfers teleurstellend laag. Hoewel landelijk sommige behandelingen verbeterden, vertaalde dit zich niet in overlevingswinst voor patiënten.
Er werden geen verschillen waargenomen in de kwaliteit van leven (QOL) van patiënten tussen beide groepen, hoewel QOL positief wordt beïnvloed door de geïmplementeerde beste praktijken. Feedback werd slechts bij een subset van patiënten (10%) geregistreerd, wat mogelijk dit resultaat vertroebelde.
Wat bijzonder opvalt, is dat 60% van de patiënten helemaal geen gerichte behandeling voor pancreaskanker krijgt. Ze krijgen geen chemotherapie, bestraling of chirurgie. Verder onderzoek moet zich nu richten op het identificeren welke patiënten het meest baat zouden kunnen hebben bij palliatieve chemotherapie. De onderzoekers benadrukten de noodzaak om de potentie van vloeibare biopsieën en tumormarkers te verkennen bij het nemen van behandelingsbeslissingen.
De PACAP-1 studie is wereldwijd de eerste gerandomiseerde studie met alle patiënten met pancreaskanker in één land. De auteurs merkten een contrast op tussen real-world, populatiegebaseerde gegevens en de resultaten van sterk geselecteerde patiënten in gerandomiseerde onderzoeken, waarbij de behoefte aan een beter begrip van de behandelingseffectiviteit in de algemene patiëntenpopulatie werd benadrukt. Deze inzichten in de uitdagingen van de dagelijkse praktijk bij de behandeling van pancreaskanker roepen volgens de onderzoekers op tot voortdurende innovatie en verkenning van nieuwe behandelingen, met een focus op het identificeren van strategieën die een wezenlijk verschil kunnen maken in het leven van patiënten met pancreaskanker.
Referentie