Bij jonge volwassenen bij wie longkanker wordt vastgesteld verkeert de ziekte vaak in een verder gevorderd stadium dan bij oudere patienten. Dat was de strekking van een presentatie door dr. Alexandra Potter (V.S.) tijdens de World Conference on Lung Cancer die begin augustus plaatsvond in Wenen (Oostenrijk). Het blijkt dat er vaak niet alleen sprake is van een late diagnosestelling, maar ook van een andere tumorbiologie, en van een gebrek aan methoden om longkanker vroeg te ontdekken.
Dr. Alexandra Potter is verbonden aan het Massachusetts General Hospital in Boston en is medeoprichter van het American Lung Cancer Screening Initiative, een belangengroep die zich inzet voor betere en vroegere diagnostiek van longkanker. Zij stelt dat in de afgelopen jaren stappen in de goede richting zijn gezet op het gebied van vroegere diagnose –en daarmee met overleving- van oudere Amerikanen met longkanker. Maar bij jongere patiënten wordt diezelfde trend niet gezien.
Het team van Potter onderzocht data uit de Amerikaanse nationale kankerdatabase tussen 2010 en 2018, en richtte zich specifiek op patiënten met niet-kleincellige longkanker (non-small cell lung cancer, NSCLC) van tussen de 20 en 80 jaar oud. Zij stelden de 5-jaarsoverleving vast en veranderingen in mediane algehele overleving (overall survival, OS) in verschillende leeftijdsgroepen.
De onderzoekers stelden 1328 gevallen van NSCLC vast bij 20- tot 29-jarigen, 5682 gevallen bij 30- tot 39-jarigen en 39.323 gevallen bij mensen tussen 40 en 49 jaar oud. Het bleek dat er bij meer dan driekwart van alle patiënten tussen 20 en 30 jaar oud sprake was van vergevorderde longkanker (stadium IV) bij diagnose. Ter vergelijking: bij de mensen tussen 70 en 80 jaar oud was dat bij 40% het geval.
Tevens werd een significante afname van het percentage patiënten ouder dan 50 die met stadium IV werden gediagnosticeerd gezien. Die afname werd niet gezien bij de 20 tot 30-jarigen, en bij de 40- tot 50-jarige was er zelfs sprake van een geringe toename.
Het percentage van stadium IV diagnoses bij 20- tot 50-jarigen steeg van 60% in 2010 naar 64% in 2018. Maar bij de 50- tot 80-jarigen bleef het percentage ongewijzigd tussen 2010 en 2013. In dat jaar werd in de V.S. een nieuwe regeling van kracht waarbij 55-plussers met een lange rookgeschiedenis een CT-scan wordt aangeboden. Tussen 2013 en 2018 nam het percentage stadium IV-diagnoses bij deze groep af van 46% naar 43%. Het verschil tussen jongere en ouder cohorten in percentage stadium IV-diagnoses groeide tussen 2010 en 2018 van 13% naar 21%.
Een multivariabele analyse leverde inzicht over veranderingen in de kans om met een vroeg stadium longkanker gediagnosticeerd te worden tussen 2010 en 2018. Bij patiënten van 20 tot en met 49 jaar oud traden er in die 8 jaar geen noemenswaardige veranderingen op. Maar bij patiënten die 50 jaar of ouder waren bij diagnose werd een significant grotere kans op een vroege diagnose gezien, met name in recentere jaren.
Ook in de 5-jaars overleving werden ontwikkelingen gezien. Bij patiënten tussen 20 en 30 was die 20%, ongeacht het stadium bij diagnose. Maar als alleen naar patiënten met stadium IV werd gekeken, dan was de 5-jaars OS bij de jongste patiënten 11%, bij 30- tot 39-jarigen 15%, en bij 40- tot 49-jarigen 10%.
Tussen 2010 en 2018 werden er wel verbeteringen in de mediane OS gezien voor patiënten tussen 20 en 50 die met stadium III- of IV werden gediagnosticeerd. Die stijgende lijn valt volgens de onderzoekers samen met de invoering van genetische testen voor EGFR- en ALK-mutaties in 2012, en met de komst van immunotherapieën vanaf 2015.
Potter concludeert dat die laatste ontwikkelingen bemoedigend nieuws zijn voor jongere volwassenen met longkanker. “Maar het gebrek aan vooruitgang bij het vroegtijdig diagnosticeren van longkanker bij deze populatie geeft duidelijk aan dat we strategieën nodig hebben om de vroege detectie van longkanker te verbeteren. En dan met name bij de jongere patiënten, die onder de huidige regels niet in aanmerking komen voor een screening.”
In Europa wordt intussen ook gewerkt aan het verbeteren van de vroege detectie van longkanker. Onlangs is een groot onderzoek van start gegaan, gecoördineerd vanuit Erasmus MC in Rotterdam, waarbij 400.000 mensen die veel roken of gerookt hebben worden opgeroepen voor een CT-scan. Mogelijk vormt dat onderzoek de opmaat naar de opzet van een bevolkingsonderzoek longkanker, zoals we dat nu al kennen voor borstkanker, baarmoederhalskanker en colorectale kanker.
Bron
Persbericht van de International Association for the Study of Lung Cancer IASLC