Mensen met bepaalde vormen van onder meer prostaat- en borstkanker kunnen met minder bestralingen behandeld worden zonder dat dit gevolgen heeft voor de effectiviteit en veiligheid van hun behandeling. Aangepaste behandelprotocollen die ten tijde van de coronapandemie werden ingevoerd blijken ook na de pandemie nog van nut te zijn.
Om te voorkomen dat kwetsbare patiënten met kanker met corona in aanraking zouden komen, en om de reguliere ziekenhuiszorg te ontlasten werd er tijdens de eerste golf van de pandemie, begin 2020 gekozen voor aanpassing van het bestralingsregime zodat patiënten minder vaak naar het ziekenhuis hoefden te komen.
Maar ook nu nog, nu het ergste pandemiegevaar geweken is, blijft het aangepaste behandelregime –gehypofractioneerde radiatie in vaktermen- relevant. Niet alleen is uit onderzoek gebleken dat er geen negatieve gevolgen zijn voor de werkzaamheid en veiligheid van de behandelingen, maar ook is het voor een patiënt minder belastend: er zijn minder ziekenhuisbezoeken nodig en er is minder last van bijwerkingen.
In de verkorte behandeling blijft de totale dosis radiatie die patiënten ontvangen gelijk, maar worden er hogere doses toegediend over een geringer aantal behandelsessies. Mannen met prostaatkanker hoeven geen 30 behandelingen meer te ondergaan, maar slechts 5. En vrouwen met borstkanker kunnen ook toe met 5 bestralingen, waar voorheen 15 of 20 de norm was.
Het gaat dan wel om specifieke vormen van borst- en prostaatkanker waarbij er sprake is van een kleine tumor en geen of beperkte uitzaaiingen. Daarnaast beschikt niet elk ziekenhuis over bestralingsapparatuur die de vereiste hoge dosis radiatie af kunnen geven. Er wordt per patiënt beoordeeld of hij of zij voor het verkorte behandeltraject in aanmerking komt.
Referentie