Het gebruik van next-generation sequencing (NGS), met als doel genomische targets te identificeren, is tegenwoordig steeds vaker onderdeel van de dagelijkse praktijk bij de behandeling van gevorderde solide tumoren. Het klinische voordeel van deze testen blijft echter tot dusver nog onzeker. In een nieuwe studie, gepubliceerd in JAMA Oncology, is gekeken of het mogelijk is om te bepalen welke patiënten het meeste klinische voordeel halen uit NGS-profilering.
Patiënten in deze cohortstudie ondergingen een tumorbiopsie en bloedmonsterafname, welke gebruikt werden voor genomische profilering van gepaarde tumor- en normaal DNA (gehele exoom of gerichte exoomcapture met analyse van 1.700 genen) en tumortranscriptoom (RNA)-sequencing. De gevonden somatische- en kiembaanmutaties werden geannoteerd en geclassificeerd volgens de mate van klinische bruikbaarheid. De daaropvolgende therapie en behandelingsrespons van patiënten werden uit het medisch dossier gehaald om te kunnen bepalen wat het klinische voordeel van NGS-gerichte therapie was na 6 maanden en of er uitzonderlijke responsen waren die 12 maanden of langer aanhielden.
NGS bleek succesvol te zijn in 1.015 (89,2%) van de 1.138 tumorsamples (538 mannen [53,0%]; gemiddelde [SD] leeftijd, 57,7 [13,3] jaar). Potentieel klinisch bruikbare genomische veranderingen werden ontdekt bij 817 patiënten (80,5%). Hiervan kregen 132 patiënten (16,2%) sequencing-gerichte therapie, wat resulteerde in een klinisch voordeel bij 49 patiënten (37,1%). Uitzonderlijke responsen werden waargenomen bij 26 patiënten (19,7% van de behandelde patiënten). Pathogene kiembaanvarianten werden geïdentificeerd bij 160 patiënten (15,8% van de cohort), waaronder 49 met therapeutische relevantie (4,8% van de cohort). Van de 55 patiënten met een carcinoom van onbekende primaire oorsprong, identificeerde NGS de primaire plaats bij 28 (50,9%). Sequencing-gerichte therapie bij 13 patiënten resulteerde in 7 gevallen (53,8%) in klinisch voordeel, waaronder 5 uitzonderlijke responsen.
Het hoge aantal therapeutisch relevante kiembaanmutaties dat bij verschillende kankersoorten is geïdentificeerd, ondersteunt een aanbeveling voor gerichte kiembaanonderzoeken bij alle patiënten met vergevorderde kanker. De hoge frequentie van therapeutisch relevante somatische en kiembaanbevindingen bij patiënten met een carcinoom van onbekende primaire oorsprong, ondersteunt het gebruik van uitgebreide NGS-profilering als onderdeel van de standaardzorg voor deze ziekte-entiteiten.
Referentie