SAMENVATTING
Doel: Het risico op axillaire lymfekliermetastasen na neoadjuvante systemische therapie (d.w.z. ypN+) bij borstkankerpatiënten onderzoeken. Hiermee kan de kans op postmastectomieradiotherapie (PMRT) preoperatief worden bepaald bij patiënten die een directe borstreconstructie willen ondergaan ter ondersteuning van preoperatieve gedeelde besluitvorming. Methode: De gegevens van patiënten (klinisch tumorstadium T1-T3) met een klinisch kliernegatieve (cN0) of klierpositieve (cN1) borstkanker werden geanalyseerd, die neoadjuvante systemische therapie hebben ondergaan met daaropvolgend mastectomie en axillaire chirurgie, geregistreerd in de Nederlandse Kankerregistratie van 2010–2016. Het percentage ypN+ voor verschillende subtypen van borstkanker werd bepaald. Logistische regressieanalyse werd uitgevoerd om de correlatie van klinische en pathologische variabelen te bepalen met de uitkomstmaat ypN+. Resultaten: In totaal werden 1.868 patiënten geïncludeerd, van wie 56% ypN+ hadden. cT1-3N0 ER+HER2+, cT1-3N0 ER−HER2+ en cT1-2N0 triple-negatieve patiënten hadden het laagste percentage ypN+: respectievelijk 16%, 7% en 7%. cT1-2N1 ER+HER2+, cT1-2N1 ER−HER2+, cT1-3N0 ER+HER2−, cT1-2N1 ER+HER2−, cT3N0 en cT1-2N1 triple-negatieve patiënten hadden het hoogste percentage ypN+: respectievelijk 67%, 59%, 39%, 93%, 31% en 65%. De multivariabele regressieanalyse liet zien dat cT2 (OR 1,72), cT3 (OR 2,58), cN1 (OR 24,9) en ER+HER2−-subtype (OR 4,09) positief gecorreleerd zijn met ypN+. Graad 3 (OR 0,54) en ER−HER2+-subtype (OR 0,40) waren negatief gecorreleerd met ypN+. Conclusie: Bij patiënten met laag risico (cT1-3N0 ER+/-HER2+ en cT1-2N0 triple-negatief) op ypN+ en daardoor lage kans op PMRT, kan een directe borstreconstructie als een aanvaardbare mogelijkheid worden beschouwd. Bij de andere patiënten geldt een hoog risico op ypN+ en daardoor hoge kans op PMRT.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:251-9)