SAMENVATTING
Oncologische geneesmiddelen zijn frequent betrokken bij geneesmiddelinteracties (GIA’s) en kunnen een belangrijke invloed hebben op de werkzaamheid en toxiciteit van oncologische behandelingen. Als gevolg van deze GIA’s ontvangen patiënten mogelijk niet de optimale antikankertherapie. Sinds 2006 beoordeelt de multidisciplinaire Werkgroep Interacties Oncologie deze GIA’s op klinische relevantie en doet aanbevelingen over de afhandeling hiervan. Deze aanbevelingen zijn erop gericht om de klinische besluitvorming te ondersteunen door achtergrondinformatie te bieden over het interactiemechanisme en de (potentiële) klinische consequenties. Tot januari 2021 zijn in de literatuur in totaal 338 potentiële GIA’s geïdentificeerd en beoordeeld door de multidisciplinaire werkgroep. Van deze 338 potentiële GIA’s zijn er 149 (44%) beoordeeld als klinisch relevant, waarbij een waarschuwing en interventie noodzakelijk zijn. Verder is van 85 GIA’s vastgesteld dat ze klinisch niet relevant zijn en dat er dus geen interventie nodig is. Voor 104 potentiële GIA’s was er onvoldoende bewijs voor een GIA, waardoor geen advies kon worden geformuleerd. Integratie van GIA-richtlijnen in het elektronisch medicatievoorschrijfsysteem is essentieel om optimale werkzaamheid en minimale toxiciteit te bereiken bij patiënten die antikankertherapie krijgen. Een duidelijk overzicht van klinisch relevante GIA’s is een gestructureerd, ‘evidence-based’ en ‘consensus-based’ hulpmiddel voor medicatiebewaking van GIA’s bij oncologische behandelingen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:201-6)