SAMENVATTING
Mesothelioom komt jaarlijks voor bij ongeveer 600 nieuwe patiënten en kent helaas nog steeds een sombere prognose. De richtlijn uit 2011 werd vanaf 2020 modulair herzien volgens de GRADE-methodiek door een werkgroep bestaande uit gemandateerde leden van diverse beroepsverenigingen en afgevaardigden van de patiëntenvereniging. Hieronder staan de belangrijkste veranderingen beschreven.
Mesotheliomen kunnen voorkomen in het kader van het BAP1-tumorpredispositiesyndroom (BAP1-TPDS) waarbij grote kans bestaat op het ontwikkelen van meerdere tumoren, waaronder melanomen en niercelcarcinomen. De kans op dit BAP1-TPDS is verhoogd bij jonge patiënten met mesothelioom (<60 jaar), bij patiënten die naast mesothelioom nog één of meer van de genoemde tumoren hebben en bij patiënten met familieleden met één of meer van de genoemde tumoren. Met deze patiënten moet verwijzing naar een klinisch geneticus worden besproken.
Voor het pleurale mesothelioom wordt curatieve resectie afgeraden tenzij in studieverband. Voor patiënten met een peritoneaal mesothelioom en een goede ‘performance score’ wordt overleg over een resectie in een CRC-HIPEC-centrum aanbevolen. Combinatie-imuuntherapie bestaande uit nivolumab en ipilimumab geeft in de eerste lijn een overlevingsvoordeel ten opzichte van doublet chemotherapie – het meest uitgesproken bij het sarcomatoïde subtype – en wordt in de nieuwe richtlijn dan ook aanbevolen als eerstelijnsbehandeling.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:55–7)