Patiënten met een nieuw gediagnosticeerd gevorderd ovariumcarcinoom worden in opzet curatief behandeld met cytoreductieve chirurgie en platina-bevattende chemotherapie. 1,2 Desondanks ontwikkelt circa 70% van hen binnen 3 jaar een recidief.1 In de afgelopen jaren is het behandelarsenaal uitgebreid met remmers van het enzym poly-ADP-ribose-polymerase (PARP), zoals olaparib en niraparib. Onderhoudsbehandeling met een PARP-remmer na eerstelijnschemotherapie is uitgebreid onderzocht in de fase III-studies SOLO1, PAOLA-1 en PRIMA.3–5 Onlangs zijn hiervan de langetermijnresultaten gepubliceerd.6–8