Samenvatting
De combinatie van de T-cel-checkpointremmers anti-CTLA-4 (ipilimumab) en anti-PD-1 (nivolumab) is momenteel de meest belovende immuuntherapie voor gevorderde melanoompatiënten. Dit wekt de vraag op of ipilimumab plus nivolumab ook een mogelijke therapie in de adjuvante situatie kan zijn. In tegenstelling tot chemotherapie, hangt immuuntherapie af van voldoende activatie van het immuunsysteem, dus voldoende presentatie van tumorantigenen. Daarom denken wij dat adjuvante immuuntherapie het best gaat werken als de adjuvante therapie wordt gestart voor het chirurgisch verwijderen van de tumor (neoadjuvant dus). De OpACIN-studie (sinds april 2015 open) probeert deze vraag te beantwoorden door een neoadjuvante met een adjuvante behandeling met ipilimumab plus nivolumab te vergelijken bij stadium III-melanoompatiënten met palpabele klieren.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:194–7)