Samenvatting

Endometriumcarcinoom is de meest voorkomende gynaecologische kanker waarvoor chirurgie de standaardbehandeling is. In eerdere onderzoeken is aangetoond dat postoperatieve radiotherapie (RT) bij stadium I de kans op lokaal recidief significant vermindert, maar zonder invloed op de overleving. De meeste (75%) lokale recidieven treden op in de proximale vagina en kunnen dan alsnog effectief worden behandeld met RT. Na de PORTEC-1-studie werd de indicatie voor RT beperkt tot patiënten met risicofactoren. De PORTEC-2-studie toonde dat voor deze patiënten vaginale brachytherapie zeer effectief is in het voorkomen van vaginaal recidief, met minder bijwerkingen en betere kwaliteit van leven dan uitwendige RT. Postoperatief behandelen van alle patiënten met risicofactoren kan worden gezien als overbehandeling. Als na operatie zou worden afgewacht, zou de uiteindelijke lokale controle (inclusief recidiefbehandeling) waarschijnlijk gelijk zijn aan de lokale controle na adjuvante brachytherapie. Meerdere gepubliceerde dosisschema’s voor brachytherapie zijn effectief en de vaginale atrofie die in de PORTEC-2-studie werd gezien, suggereert dat de standaarddosis van 21 Gy zou kunnen worden vergeleken met een lagere dosis. In de multicentrum PORTEC-4-studie zullen 500 patiënten met endometrioïdtype endometriumcarcinoom met risicofactoren worden gerandomiseerd (2:1) tussen vaginale brachytherapie (standaardgroep) of observatie (experimentele groep). Patiënten in de groep behandeld met vaginale brachytherapie worden 1:1 gerandomiseerd tussen brachytherapiedosis 21 Gy ‘high dose rate’ (HDR) in 3 fracties van 7 Gy (standaarddosis) of brachytherapiedosis 15 Gy HDR in 3 fracties van 5 Gy (lagere dosis). Primair studieeindpunt is vaginaal recidief; tweede primair eindpunt is vijfjaars vaginale controle inclusief recidiefbehandeling. Secundaire eindpunten zijn overleving, bekkenrecidief, bijwerkingen en kwaliteit van leven.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:183–7)