Patiënten met kanker die leven met hiv werden lange tijd uitgesloten van deelname aan klinische onderzoeken met immuuncheckpointremmers. De mogelijk disfunctionele aard van het immuunsysteem van mensen die leven met hiv leidde namelijk tot bezorgdheid over de veiligheid en werkzaamheid van immuuncheckpointremmers bij deze patiëntenpopulatie. Om meer duidelijkheid te creëren over de inzet van checkpointremmers bij deze groep, werd de internationale ‘Cancer Therapy Using Checkpoint Inhibitors in People Living with HIV-International’ (CATCH-IT)-studie opgezet. De uitkomsten van deze studie zijn recentelijk gepubliceerd in Journal of Clinical Oncology en tonen aan dat mensen die leven met hiv (‘people living with HIV’, PLWH) en verschillende soorten kanker behandeling met immuuncheckpointremmers kunnen ondergaan zonder overmatige toxiciteit.1
De retrospectieve CATCH-IT-studie omvatte gegevens van PLWH die behandeld waren met anti-PD-1- of anti-PD-L1-gebaseerde therapieën voor gevorderde kankers. Middels Kaplan-Meier-analyses werden de algehele overleving (‘overall survival’, OS) en progressievrije overleving (‘progression free survival’, PFS) van de patiënten geschat. Objectieve responspercentages werden – waar mogelijk – bepaald op basis van RECIST 1.1, of andere tumorspecifieke criteria. Binnen een gematcht cohort van patiënten met en zonder hiv die gediagnostiseerd waren met gemetastaseerd niet-kleincellig longcarcinoom (‘metastatic non small cell lung carcinoma’, mNSCLC) werden de OS en PFS vergeleken.
In totaal werden de gegevens van 390 PLWH met kanker geïncludeerd in de analyse, waarvan 70% behandeld werd met anti-PD-1/anti-PD-L1-monotherapie. De meest voorkomende kankers waren NSCLC (28%), hepatocellulair carcinoom (11%) en plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied (10%). Van de patiënten had 70% (n=152 van 216 patiënten met beschikbare data) een CD4+-telling van meer dan 200 cellen/µl en 94% (n=179 van 190 patiënten met beschikbare data) een hiv-virale lading van minder dan 400 kopieën/ml.
In het gehele cohort van 390 patiënten ervaarde 20% een immuungerelateerde bijwerking, waarvan 7,7% van graad 3 of hoger. De objectieve responspercentages waren 69% bij niet-melanoom huidkanker, 31% bij NSCLC, 16% bij hepatocellulair carcinoom en 11% bij plaveiselcelcarcinoom in het hoofd-halsgebied.
In het gematchte mNSCLC-cohort werd geen statistisch significant verschil gevonden in de OS- en PFS-uitkomsten van patiënten die leven met (n=61) en zonder hiv (n=110). In beide groepen werd bij respectievelijk 20% en 22% een immuungerelateerde bijwerking gemeld.
De retrospectieve CATCH-IT-studie werd opgezet om meer inzicht te geven in de veiligheid en werkzaamheid van immuuncheckpointremmers in de behandeling van kanker bij PLWH. Bij deze patiënten werden uiteenlopende responsen gezien tijdens de behandeling met checkpointremmers, zonder overmatige toxiciteit. De analyse van een gematcht cohort van patiënten met mNSCLC toonde vergelijkbare resultaten betreft de veiligheid en OS- en PFS-uitkomsten.
In een persbericht benadrukken de auteurs dat deze studie onderbouwing biedt voor de inzet van checkpointremmers bij mensen die leven met hiv – met name bij wie antiretrovirale therapie gebruikt – en pleitten zij voor meer onderzoek waarin deze patiëntengroep geïncludeerd wordt.2
Referenties