Bevolkingsonderzoeken naar kanker worden aangeprezen vanwege de potentieel levensreddende en –verlengende impact ervan. Tot op heden is echter niet aangetoond of deze bevolkingsonderzoeken ook écht een positieve invloed hebben op de levensduur van hun deelnemers. Recentelijk zijn de resultaten van een meta-analyse gepubliceerd, waarin onderzocht wordt hoeveel langer mensen leven als resultaat van bevolkingsonderzoeken naar kanker.1
In Nederland bestaan vanuit de overheid georganiseerde bevolkingsonderzoeken naar drie soorten kanker: borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker.2 Daarnaast is begin 2023 in het Erasmus MC gestart met een proefbevolkingsonderzoek naar longkanker.3 De invoering van bevolkingsonderzoeken naar longkanker en prostaatkanker staat in Nederland ter discussie. Hoewel wordt getracht hiermee de levensduur van Nederlanders te verlengen, zijn tegenstanders bang dat de nadelen van de soms (fysiek en emotioneel) ingrijpende onderzoeken niet opwegen tegen de voordelen.4 Het KWF maakt zich daarom hard voor risicogebaseerd screenen en wil initiatieven die hieraan bijdragen de komende jaren financieel ondersteunen.5
De recente systematische review en meta-analyse omvatte gerandomiseerde klinische studies waarin het effect werd onderzocht van het al dan niet meewerken aan een bevolkingsonderzoek naar kanker op de levensduur van de deelnemers. Om in aanmerking te komen voor inclusie moest een studie rapporteren over een follow-upperiode van tenminste 9 jaar. De bevolkingsonderzoeken die werden geïncludeerd betroffen de algehele populatie en werden gevonden in de MEDLINE- en Cochrane library-databanken.
De volgende typen bevolkingsonderzoeken werden geïncludeerd:
De zoektocht naar en selectie van artikelen vond plaats volgens de PRISMA-richtlijnen voor systematische reviews en meta-analysen. Gegevens werden vervolgens op onafhankelijke wijze verzameld door een onderzoeker, waarna een gepoolde analyse van de geselecteerde klinische studies werd uitgevoerd. Het aantal additionele levensjaren dat een bevolkingsonderzoek oplevert werd berekend door het verschil te nemen tussen het aantal levensjaren van deelnemers die wel of niet meewerkten aan een bevolkingsonderzoek.
In totaal werden de gegevens van 2.111.958 studiedeelnemers meegenomen in de meta-analyse. Bij de gevonden bevolkingsonderzoeken waarin gebruik gemaakt werd van een CT-scan, prostaat-specifieke antigeentest of colonoscopie was de mediane follow-upduur 10 jaar. In onderzoeken met mammografie werden deelnemers mediaan genomen gedurende 13 jaar gevolgd, terwijl bij sigmoïdoscopie en FOBT een mediane follow-up van 15 jaar plaatsvond.
Alleen bij sigmoïdoscopie werd een statistisch significante toename van de levensduur gezien door medewerking aan het bevolkingsonderzoek (verschil [95%-BI]: 110 dagen [0-274]). De resterende 5 typen bevolkingsonderzoek leverden geen statistisch significant voordeel op in levensduur (verschil [95%-BI]):
Uit deze systematische literatuurreview en meta-analyse is gebleken dat veel bevolkingsonderzoeken niet levensverlengend zijn, met uitzondering van onderzoek naar colorectale kanker middels sigmoïdoscopie.
Referenties