Dit artikel is onderdeel van de Editor’s Pick van dr. Koen van der Mijn, bestaande uit een selectie van impactvolle studies die onlangs gepubliceerd zijn in de belangrijkste internationale wetenschapstijdschriften, gefocust op oncologie.
Bekijk hier de gehele selectie.
Pancreatisch ductaal adenocarcinoom (PDAC) heeft bij 88% van de patiënten een dodelijke uitkomst. De enige curatieve behandeling is een operatie, maar desondanks heeft ongeveer 90% van de geopereerde patiënten te maken met terugkerende ziekte na 7-9 maanden.1 PDAC is grotendeels ongevoelig voor imuuncheckpointremmers. Nieuw onderzoek heeft aangetoond dat PDAC-tumoren meer neo-antigenen dragen dan voorheen werd gedacht.2 Neo-antigenen worden specifiek aangemaakt door de tumor en kunnen daarom worden ingezet om de T-celrespons te stimuleren. Onderzoekers uit de Verenigde Staten hebben op basis van deze bevindingen een studie opgezet om te onderzoeken of een gepersonaliseerd RNA neo-antigeenvaccin van therapeutische waarde kan zijn bij de behandeling van patiënten met PDAC.3 De uitkomsten werden in mei 2023 gepubliceerd in Nature.
Rojas en collegae voerden een fase I-studie uit naar een adjuvant geïndividualiseerd neo-antigeenvaccin op basis van mRNA (autogene cevumeran). De mRNA-vaccins werden gesynthetiseerd met behulp van de chirurgisch verwijderde PDAC-tumoren. Na de operatie werd achtereenvolgens atezolizumab (een anti-PD-L1-immuuntherapie), autogene cevumeran (maximaal 20 neo-antigenen per patiënt) en een aangepaste versie van een chemotherapieregime bestaande uit folinezuur, fluorouracil, irinotecan en oxaliplatine (‘modified FOLFIRINOX’, mFOLFIRINOX) toegediend. De belangrijkste uitkomsten waren het aantal neo-antigeenspecifieke T-cellen en de recidiefvrije overleving na 18 maanden.
In totaal werden 16 patiënten behandeld met atezolizumab en autogene cevumeran. Van deze patiënten werden er vervolgens 15 behandeld met mFOLFIRINOX. Autogene cevumeran werd goed verdragen door de patiënten. Bij 8 van de 16 patiënten heeft het vaccin geleid tot de aanmaak van een substantiële hoeveelheid neo-antigeenspecifieke T-cellen. Met behulp van een nieuwe wiskundige strategie om T-celklonen te volgen (CloneTrack), werd vastgesteld dat van alle T-cellen in het bloed tot 10% bestond uit de vaccin-geëxpandeerde T-cellen. Bij toediening van een boostervaccin expandeerden de T-cellen opnieuw. Daarnaast werden er langlevende en polyfunctionele neo-antigeenspecifieke effector CD8+ T-cellen gevonden. Bij een mediane follow-upperiode van 18 maanden hadden patiënten met vaccin-geëxpandeerde T-cellen (responders) een langere mediane recidiefvrije overleving (niet bereikt) in vergelijking met patiënten zonder vaccin-geëxpandeerde T-cellen (non-responders: 13,4 maanden; p=0,003).
In mei 2023 werden de data gepresenteerd van een nieuwe fase I-studie naar de inzet van een adjuvant geïndividualiseerd neo-antigeenvaccin bij de behandeling van patiënten met pancreatisch ductaal adenocarcinoom. Het vaccin werd goed verdragen, zorgde voor de aanmaak van neo-antigeenspecifieke T-cellen en was gecorreleerd met een langere recidiefvrije overleving bij de responders. Vervolgstudies zullen moeten uitwijzen of het gepersonaliseerde vaccin van therapeutische waarde is bij de behandeling van deze patiënten.
Referenties