NTVO - jaargang 19, nummer 3, mei 2022
drs. C.R. Sabajo , drs. A. Nutma , prof. dr. J.M. Klaase , dr. J.W.T. Dekker , dr. B. van den Heuvel , dr. G.D. Slooter
De werkgroep Prehabilitatie van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH) is gemandateerd om de landelijke implementatie van prehabilitatie te ondersteunen. Door een uniform multimodaal programma in het colorectale zorgpad te integreren en hierbij gegevens te verzamelen, kan meer bewijslast worden verzameld. Zowel landelijk, maar ook regionaal en lokaal, zijn de leden van de werkgroep actief op het gebied van prehabilitatie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:105–8)
Lees verderNTVO - 2022, nummer 1, february 2022
dr. R. van der Graaf , dr. R.H.P. Wouters , dr. T. Rigter , prof. dr. R.H.H. Groenwold , prof. dr. M.C. de Vries , prof. dr. A.L. Bredenoord
Wereldwijd lijkt er in toenemende mate een wens om de praktijk van de zorg te transformeren naar een zogeheten lerend zorgsysteem (‘learning health(care) system’; LHS), ook binnen de oncologie. In een LHS zijn zorg en wetenschappelijk onderzoek nauw verbonden. Een belangrijke drijfveer voor het willen realiseren van een LHS is de gedachte dat de zorg kan worden geoptimaliseerd op basis van informatie uit de dagelijkse patiëntenzorg. Een LHS kan van toegevoegde waarde zijn ten opzichte van de traditionele manier waarop we kennis vergaren in de medische wereld. Het omvormen van zorgpraktijken naar lerende zorgpraktijken vergt veel van de gezondheidszorg en alle daarbij betrokken partijen. Er zijn diverse methodologische, organisatorische en ethische uitdagingen om een lerend zorgsysteem te laten slagen. Daartoe is het essentieel dat de noodzaak van het leren voor de zorg breed wordt gedragen om de kennis voor de patiënt van nu en morgen te kunnen verbeteren.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:10-4)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 8, november 2021
M.J. Pet , E.H.M. Bossink , F.M. van Erkel , dr. G.B. Halmos , prof. dr. B.L. van Leeuwen , prof. dr. A.K.L. Reyners , dr. M.J. Wiegman , dr. G.A. Welker , prof. dr. B.C. van Muster , dr. H.J. van der Zaag-Loonen , prof. dr. M.J.E. Mourits
COVID-19 dwong zorginstellingen om in hoog tempo alternatieve vormen van follow-up-zorg te implementeren, waaronder het telefonische consult. Door middel van semigestructureerde interviews met patiënten (n=82) en zorgverleners (n=58) is de ervaren kwaliteit van zorg op zeven verschillende afdelingen van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) onderzocht. Vijf van de zeven afdelingen betrof oncologische zorg: chirurgische, dermatologische, gynaecologische, hoofd-hals- en medische oncologie. Zowel bij zorgverleners als patiënten bleek het merendeel tevreden over het gebruik van telefonische consulten binnen de follow-up-zorg tijdens de pandemie als alternatief voor de reguliere follow-up. Door de afwezigheid van non-verbale communicatie en lichamelijk onderzoek waren sommige patiënten minder gerustgesteld, resulterend in een verminderd gevoel van veiligheid. Dit gevoel was opvallend meer aanwezig bij oncologische patiënten ten opzichte van de niet-oncologische specialismen betrokken in het onderzoek. Een deel van de zorgverleners kon bij het ontbreken van lichamelijk onderzoek toch een consult voeren waarin naar omstandigheden het beoogde doel werd behaald, namelijk het zorgvuldig in kaart brengen van de huidige (gezondheids) situatie van de patiënt. Dit werd bereikt door middel van een uitgebreide(re) telefonische anamnese en aanvullend onderzoek – bijvoorbeeld bloedonderzoek dat prepandemisch standaard werd uitgevoerd en gedurende de pandemie ook (al dan niet buiten het ziekenhuis) kon worden gerealiseerd. Een ander deel van de zorgverleners voelde grote onzekerheid bij het niet kunnen uitvoeren van het lichamelijk onderzoek en had het gevoel: ‘je weet niet wat je mist’. Er bleek dan ook grote vraag naar cijfers betreffende de veiligheid en kans op missen van diagnosen. Fysieke follow-up compleet afschaffen lijkt tot dusverre ondenkbaar. Maatwerk is de toekomst, waarbij per type kanker en per individu een passend follow-up-schema wordt opgesteld met de mogelijkheid tot afwisselend fysieke en telefonische consulten, op geleide van de wensen van zowel patiënt als zorgverlener.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:265–9)
Lees verder