Special

Behandelsequentie bij gevorderd BRAF-gemuteerd melanoom

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr. T. Feys , drs. P. van Rijn

In de afgelopen tien jaar heeft de introductie van immuuncheckpointremmers en middelen gericht op remming van BRAF– en MEK-signaaltransductieroutes het behandelparadigma voor patiënten met gemetastaseerd melanoom ingrijpend veranderd. Tot op heden bestaat echter nog altijd geen consensus over de optimale behandelvolgorde bij BRAF-gemuteerd, gemetastaseerd melanoom. Bij gebrek aan prospectieve, gerandomiseerde data wordt de behandelkeuze in de klinische praktijk voornamelijk gedreven door patiëntkenmerken. De laatste tijd wordt met klinische studies de optimale behandelsequentie van doelgerichte behandeling en immunotherapie onderzocht, terwijl andere studies de mogelijkheid van het combineren van beide behandelmodaliteiten in de eerste lijn evalueren.

Lees verder

Wat is het optimale behandelschema in de eerstelijnsbehandeling van gevorderd niercelcarcinoom?

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr., ir. A. Dekker

Ongeveer 85% van nierkanker is niercelcarcinoom (‘renal cell carcinoma’, RCC). De incidentie stijgt ieder jaar met circa 1,1%.1 Daarbovenop wordt ongeveer een derde van de nieuwe gevallen in een gevorderd of gemetastaseerd stadium gediagnosticeerd.2 Voor patiënten met gelokaliseerde ziekte is de 5-jaaroverlevingskans 93%, dit percentage duikt echter omlaag naar 14% voor patiënten met afstandsmetastasen.3 De afgelopen 30 jaar heeft een evolutie plaatsgevonden in de behandeling van gevorderd niercelcarcinoom. Daarnast heeft een groeiend begrip van de tumorigenesis nieuwe doelwitten gegeven voor gerichte behandelingen. De inhibitie van angiogenese en celsignalering werden hoekstenen van de behandeling, met de goedkeuring van bevacuzimab en andere pan-kinase- en tyrosinekinaseremmers (‘tyrosine kinase inhibitors’, TKI’s). Hoewel deze effectief bleken, wordt de toepassing beperkt door een matige duur van de respons, resistentie en bijwerkingen, met name wanneer ze als monotherapie werden toegepast. De immuuntherapierevolutie van de laatste jaren heeft geleid tot immuuntherapie-combinatietherapie als de eerstelijnsbehandeling van ‘advanced’ RCC (aRCC).4,5 Dit artikel geeft een kort overzicht van de belangrijkste resultaten voor deze nieuwe therapiecombinaties en toekomstige ontwikkelingen voor de behandeling van aRCC.

Lees verder

Immuuntherapie voor de behandeling van maag- en slokdarmkanker

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr., ir. A. Dekker

Maag- en slokdarmkanker is een van de meest voorkomende kankers wereldwijd met een persisterend hoge mortaliteit. Veelgebruikte behandelopties zijn chirurgische resectie, chemotherapie, radiotherapie en moleculair-gerichte therapie. Deze hebben de overlevingsuitkomsten weliswaar verbeterd, maar slechts minimaal. Ondanks de gecombineerde toepassing van moderne, chirurgische technieken en chemoradiotherapie (CRT) is de 5-jaarsoverleving van maag- en slokdarmkanker in gevorderd stadium minder dan 15%, met name door snelle ziekteprogressie, metastasering en CRT-resistentie.1 De hoop is gevestigd op alternatieve behandelstrategieën om de overleving van maag- en slokdarmkankerpatiënten te verbeteren. Immuuntherapie is lang weinig toegepast bij GE-maligniteiten. Recentelijk is echter meer bewijs gepresenteerd voor de toepasbaarheid en effectiviteit van deze behandelmogelijkheid bij maag- en slokdarmkanker.2 Dit artikel bespreekt de huidige en toekomstige mogelijkheden van immuuntherapie bij maag- en slokdarmcarcinoom.

Lees verder

De behandeling van BRAF-gemuteerd gemetastaseerd colorectaal carcinoom in de praktijk

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

drs. P. van Rijn

In de BEACON-CRC-studie is aangetoond dat combinatiebehandeling met encorafenib en cetuximab de uitkomsten van voorbehandelde patiënten met BRAF V600E-gemuteerd gemetastaseerd colorectaal carcinoom significant verbetert in vergelijking met standaard chemotherapie. Op basis daarvan is deze combinatietherapie een nieuwe zorgstandaard geworden voor patiënten met een BRAFV600Emutatie. De behandeling wordt vergoed sinds oktober 2020 na een positief advies van de commissie BOM.

Lees verder

PARP-remming als nieuwe behandelmogelijkheid bij gemetastaseerde prostaatkanker

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr. T. Feys , drs. P. van Rijn

Hoewel in de afgelopen 2 decennia aanzienlijke verbeteringen zijn bereikt in overleving, blijft gemetastaseerde castratieresistente prostaatkanker (mCRPC) dodelijk en zijn nieuwe therapeutische benaderingen noodzakelijk. Tot 20% van de patiënten heeft somatische genmutaties die betrokken zijn bij DNA-schaderesponsroutes. Dat is de reden om PARP-remming te evalueren als behandelmogelijkheid in deze setting. In diverse klinische studies is de potentie aangetoond van PARP-remming in de klinische praktijk bij mCRPC die aan homologe recombinatiereparatie (HRR) gerelateerde genmutaties bevat. Deze inspanningen hebben onlangs geleid tot de EMA-goedkeuring van olaparib bij de behandeling van volwassen patiënten met mCRPC met een BRCA1/2-mutatie, die progressie vertonen na eerdere behandeling (waaronder een nieuw hormonaal middel: abirateronacetaat of enzalutamide).

Lees verder

Het bewogen veld van gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr. W. Nanhoe

Het veld van gemetastaseerd hormoongevoelig prostaatcarcinoom (‘metastatic hormone-sensitive prostate cancer’, mHSPC) is flink in beweging. In dit artikel wordt een overzicht van de huidige behandelopties geschetst. Urologen dr. Jean-Paul van Basten (CWZ) en dr. Roderick van den Bergh (St. Antonius Ziekenhuis) schijnen samen met internist-oncoloog dr. Michel van Kruchten (UMCG) hun licht op de laatste ontwikkelingen.

Lees verder

Adjuvante behandeling in een vroeg stadium van niet-kleincellig longcarcinoom

NTVO - 2021, nummer Special, december 2021

dr., ir. A. Dekker

Gemiddeld een kwart van de patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung cancer, NSCLC) wordt gediagnosticeerd in een vroeg stadium van de ziekte en kan behandeld worden met radicale chirurgie. Ondanks radicale chirurgie blijft de 5-jaars overlevingskans voor volledig gereseceerd vroeg stadium NSCLC teleurstellend. In verschillende studies is onderzocht of met behulp van adjuvante chemotherapie de recidiefkans na chirurgie verlaagd kan worden. Helaas is de overlevingswinst verkregen door adjuvante chemotherapie bescheiden, met een recidief van de ziekte bij ongeveer de helft van de patiënten. De identificatie van betrouwbare biomarkers om de respons op doelgerichte behandeling in deze setting te voorspellen, het opzetten van moleculair georiënteerde studies en de beschikbaarheid van nieuwe, effectieve en minder toxische opties, banen de weg voor deze doelgerichte middelen in de (neo)adjuvante behandeling van vroeg stadium NSCLC met oncogene ‘driver’-mutaties. De resultaten verkregen met deze therapeutische strategie worden samengevat in dit artikel.

Lees verder