NTVO - 2020, nummer 6, september 2020
dr. C.H. Smorenburg , dr. H. de Graaf , dr. A. Jager , dr. J.R. Kroep , dr. B.E.P.J. Vriens
In 2020 is het vierde en laatste deel van de modulaire revisie van de landelijke richtlijn Borstkanker verschenen. In dit artikel worden de belangrijkste inhoudelijke wijzigingen van de aanbevelingen uit deze richtlijn besproken aangaande neoadjuvante en adjuvante systemische therapie bij borstkanker.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:226-30)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 5, august 2020
dr. J.M.M. Gijtenbeek , dr. L.G.H. Dewit , ir. K.J.A. van Elst , dr. R.H. Enting , drs. C.S. Gathier , dr. A. de Graeff , J. Heessels-Smetsers , dr. L.E.L. Hendriks , J.J.M.G. Jacobs-van Leur , dr. F.J. Lagerwaard , dr. R.D.S. Nandoe Tewarie , prof. dr. M. Smits , dr. F.Y.F.L. de Vos , dr. J.D. Zindler , Dr. J. Buddeke
De overleving van patiënten met kanker is toegenomen door nieuwe behandelingen specifiek gericht op unieke patiënt- en tumorkarakteristieken. De langere overleving van patiënten leidt tot een langer ziektebeloop en daardoor stijging in de incidentie van hersenmetastasen. Door ontwikkelingen in de neurochirurgie, radiotherapie en systemische therapie zijn er meer behandelmogelijkheden voor patiënten met hersenmetastasen en is een gecoördineerde multidisciplinaire aanpak noodzakelijk om een op maat gesneden behandelplan vast te stellen. De richtlijn Hersenmetastasen uit 2011 was aan revisie toe. Op initiatief van de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO), met medewerking van meerdere wetenschappelijke en patiëntenverenigingen, ondersteund door het Kennisinstituut, is de richtlijn in 2020 herzien. In dit artikel wordt een kort overzicht gegeven van de belangrijkste nieuwe aanbevelingen uit de richtlijn en wordt de noodzaak tot multidisciplinaire samenwerking benadrukt.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:193-5)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 4, june 2020
drs. C.A. Lebbink , drs. B.L. Dekker , dr. G. Bocca , dr. A.J.A.T. Braat , dr. J.P.M. Derikx , dr. M.P. Dierselhuis , dr. B. de Keizer , dr. S. Kruijff , dr., ir. A.B.G. Kwast , dr. F.H. van Nederveen , dr. E.J.M. Nieveen van Dijkum , dr. R.A.J. Nievelstein , prof. dr. R.P. Peeters , drs. C.E.J. Terwisscha van Scheltinga , prof. dr. W.J.E. Tissing , dr. K. van der Tuin , prof. dr. M.R. Vriens , dr. J. Zsiros , prof. dr. A.S.P. van Trotsenburg , prof. dr. T.P. Links , dr. H.M. van Santen
Een multidisciplinaire werkgroep heeft een nieuwe Nederlandse leidraad geschreven voor de behandeling van gedifferentieerd schildkliercarcinoom op de kinderleeftijd. In dit artikel worden de belangrijkste aanbevelingen ten aanzien van diagnostiek, behandeling en follow-up beschreven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:140–4)
Lees verder
NTVO - 2020, nummer 3, may 2020
dr. P.J. Tanis , dr. M. Intven
In 2017 is gestart met een revisie van de richtlijn colorectaal carcinoom op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde en ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten. Het betreft een grote multidisciplinaire richtlijn over een veelvoorkomende oncologische aandoening met een groot dynamisch onderzoeksveld. Bij deze revisie is een volledige nieuwe start gemaakt, waarbij de richtlijn is klaargemaakt voor efficiënte toekomstbestendige modulaire updates. Het vaststellen van een nieuwe werkwijze met alle betrokkenen heeft relatief veel tijd gekost, waardoor de eerste versie van de nieuwe richtlijn pas in november 2019 is gepubliceerd in de richtlijnendatabase. In deze versie is de meerderheid van de modules nog niet uitgewerkt. Deze modules bevatten alleen nog maar de oude aanbevelingen indien die door de werkgroep nog als actueel werden beschouwd. In de wel geactualiseerde modules is in vergelijking met eerdere versies van de richtlijn veel aandacht voor individualisering van de diagnostiek en behandeling van het colorectaal carcinoom en het beperken van de vroege en late gevolgen van de behandeling. De huidige werkgroep blijft de komende jaren actief om de resterende modules uit te werken. Daarnaast zal door middel van modulaire updates kunnen worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen, waarbij wordt gestreefd naar een doorlooptijd tot autorisatie van ongeveer zes maanden. Hiermee zal de richtlijn nauw blijven aansluiten bij de dagelijkse praktijkvoering.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:100–2)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 2, april 2020
dr. A. de Graeff , prof. dr. M.H.J. van den Beuken-Erverdingen , dr. M.J.M.M. Giezeman , drs. H.M. Klaren-Florijn , B. Kramp , drs. M.J.M. Martens , drs. M.J. Oortman , drs. P. Oosterhof , prof. dr. A.K.L. Reyners , M.A.S. Schielke , drs. M.C. Sieders , dr. M.F.M. Wagemans , drs. M.G. Gilsing , drs. I. van Trigt
De richtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van pijn bij patiënten met kanker’ (laatste versie 2015) is in 2019 modulair herzien en samengevoegd met de richtlijn ‘Pijn in de palliatieve fase’. De leden van de werkgroep zijn gemandateerd namens diverse wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen. De modules over nietmedicamenteuze behandeling, medicamenteuze behandeling, invasieve behandeling en speciale patiëntengroepen zijn ‘evidence-based’ herzien. Sommige andere ‘consensus-based’ modules zijn herzien of nieuw toegevoegd. In dit artikel wordt een kort overzicht gegeven van de meest relevante veranderingen, nieuwe modules en belangrijkste aanbevelingen van de nieuwe richtlijn.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:66–9)
Lees verderNTVO - 2019, nummer 8, december 2019
prof. dr. J.W. Wilmink , drs. J. de Vos-Geelen , prof. dr. O.R. Busch
Ondanks dat het pancreascarcinoom een niet veel voorkomende maligniteit is (ongeveer 3% van alle kankers), zal het, door de stijgende incidentie, in combinatie met een slechte 5-jaarsoverleving van minder dan 5%, in 2030 de meest voorkomende kanker-gerelateerde doodsoorzaak zijn. De enige in opzet curatieve behandeling is chirurgische resectie in combinatie met adjuvante chemotherapie, maar bij presentatie blijkt minder dan 20% van de patiënten voor een operatie in aanmerking te kunnen komen. De afgelopen jaren is er gelukkig wel vooruitgang geboekt op het gebied van de behandeling van alvleesklierkanker. Naast uitbreiding van de chirurgische resectabiliteitscriteria is er een aantal actieve chemotherapieregimes waarbij de 1-jaarsoverleving is verbeterd van 2 naar 40%. Ook voor de adjuvante behandeling laten deze nieuwe regimes een overlevingsvoordeel zien. De oude richtlijn bestond nog uit 2011, zodat revisie moest plaatsvinden. Deze nieuwe richtlijn is via het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten tot stand gekomen en inmiddels gepubliceerd. De revisie is uitgevoerd door een werkgroep bestaande uit afgevaardigden van alle wetenschappelijke en beroepsverenigingen betrokken bij de diagnostiek en behandeling van het pancreascarcinoom. Hoewel voor een chirurgische resectie de aard van de tumor in het peri-ampullaire gebied weinig uitmaakt, is er in verband met de chemotherapeutische verschillen bij deze richtlijn besloten alleen het pancreascarcinoom te behandelen.
Zie https://richtlijnendatabase.nl/richtlijn/pancreascarcinoom/startpagina.html.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:317–8)
Lees verderNTVO - 2019, nummer 6, september 2019
prof. dr. C.C.D. van der Rijt , dr. J.P. van den Berg , dr. M.E.W.J. Peters , drs. G. Hartvelt-Faber , prof. dr. J.A. Knoop , dr. H.T.H.J. Niekus , drs. M.J.D.L. van der Vorst , M. Verseveld MSc, A. Terpstra , M. Wals
De richtlijn ‘Vermoeidheid bij kanker in de palliatieve fase’ is in 2019 herzien door een richtlijnwerkgroep met gemandateerde leden namens diverse wetenschappelijke, beroeps- en patiëntenverenigingen. Aan de hand van de knelpuntenanalyse zijn zes uitgangsvragen geformuleerd die ‘evidence-based’ zijn uitgewerkt: psycho-educatie, psychosociale interventies, beweging/lichamelijke activiteit en medicamenteuze behandeling met corticosteroïden, psychostimulantia en antidepressiva. Andere onderwerpen zijn ‘consensus-based’ herschreven. De richtlijn focust op het ondersteunen van de patiënt en diens naasten bij het verminderen van vermoeidheid en het leren omgaan met vermoeidheid. In de herziene richtlijn is duidelijker gedefinieerd wie verantwoordelijk is voor de signalering van vermoeidheid. Psychosociale interventies en bewegingsinterventies worden geadviseerd voor patiënten in de vroeg-palliatieve fase wanneer psycho-educatie onvoldoende effect heeft of er een functionele beperking bij inspanning bestaat. Medicatie wordt alleen geadviseerd in de terminale fase.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:232–5)
Lees verder