NTVO - 2015, nummer 1, february 2015
dr. A.M. Lo Galbo
De incidentie van hypothyreoïdie na behandeling van een larynx- of hypofarynxcarcinoom is hoog. In dit proefschrift werd het voorkomen van hypothyreoïdie retrospectief en prospectief onderzocht, werden risicofactoren geïdentificeerd, volgde inventarisatie van screening van de schildklierfuncties bij collega’s en het effect van substitutiebehandeling.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:37–9)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 8, december 2014
dr. M. Slingerland
Op 11 september 2014 promoveerde mw. M. Slingerland aan de Universiteit Leiden op het proefschrift, getiteld ‘Exploring novel formulations and new classes of anticancer drugs in solid tumors’. Het onderzoek werd verricht in het LUMC onder begeleiding van promotor dhr. prof. dr. A.J. Gelderblom, internist-oncoloog, en dhr. prof. dr. H.J. Guchelaar, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen van het onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:321–3)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 8, december 2014
dr. M.D. Wissing
Prostaatcarcinoom heeft na longcarcinoom de hoogste mortaliteit van alle tumoren bij mannen in de westerse wereld. In eerste instantie kunnen prostaatcarcinomen succesvol worden behandeld met chirurgie, radiotherapie en/of hormoontherapie, maar zodra de tumor castratieresistent en gemetastaseerd is, zijn behandelmogelijkheden beperkt, maar recentelijk aan het uitbreiden. Op 17 september 2014 promoveerde drs. M.D. Wissing aan de Universiteit Leiden. In zijn proefschrift worden nieuwe en verbeterde behandelmogelijkheden voor patiënten met gemetastaseerd castratie-resistent prostaatcarcinoom onderzocht. Promotors waren prof. dr. A.J. Gelderblom, afdeling Klinische Oncologie, Leids Universitair Medisch Centrum, en prof. dr. P.J. van Diest, afdeling Pathologie, Universitair Medisch Centrum Utrecht.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:324–6)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 6, september 2014
dr. M.M. Rietbergen
In Nederland krijgen meer dan 550 patiënten per jaar een orofarynxtumor. Belangrijke risicofactoren in de etiologie van orofarynxtumoren zijn roken en overmatig alcoholgebruik. De laatste 3 decennia is het echter duidelijk geworden dat ook infectie met het humaan papillomavirus (HPV), het virus dat cervixcarcinomen veroorzaakt, bijdraagt aan de ontwikkeling van orofarynxtumoren. In dit proefschrift werd de rol van HPV bij orofarynxtumoren verder onderzocht.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:255–7)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 5, august 2014
dr. S.A.H.J. de Visscher
Op 8 januari 2014 promoveerde dr. S.A.H.J. de Visscher aan de Rijksuniversiteit Groningen op zijn promotieonderzoek getiteld ‘mTHPC mediated PDT of head and neck cancer: modifying pharmacokinetics using liposomal drug carriers’ onder begeleiding van promotor prof. dr. J.L.N. Roodenburg en copromotor dr. M.J.H. Witjes, beiden verbonden aan de afdeling Mond, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen en promotor prof. dr. ir. H.J.C.M. Sterenborg, copromotor dr. D.J. Robinson en copromotor dr. A. Amelink, alle drie verbonden aan het Center of Optical Diagnostics and Therapy van het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen van zijn onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:216–9)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 4, june 2014
dr. V.O. Dezentjé
Gedurende decennia worden patiënten met hormoonreceptorpositieve borstkanker behandeld met tamoxifen. Door intrinsieke resistentie lopen vooral vroegstadiumborstkankerpatiënten echter het gevaar langdurig te worden blootgesteld aan de bijwerkingen, maar niet aan het gunstige effect van tamoxifen. Nieuwe manieren om ‘geschikte’ patiënten beter te kunnen selecteren en om de intrinsieke resistentie te overwinnen dienen daarom te worden onderzocht. De mate van omzetting van de prodrug tamoxifen naar de belangrijkste actieve metaboliet endoxifen is mogelijk voorspellend voor de effectiviteit van tamoxifen. Het cytochroom P450 2D6 (CYP2D6)-enzym is voornamelijk verantwoordelijk voor de omzetting tot endoxifen. Verscheidene genetische CYP2D6-varianten leiden tot een minder of inactief CYP2D6-enzym, resulterend in lage serumconcentraties van endoxifen en hierdoor mogelijk een slechtere tamoxifeneffectiviteit. Dit type intrinsieke resistentie kan mogelijk worden verholpen door de tamoxifendosis te escaleren, om daarmee het serumendoxifen te verhogen naar een therapeutische concentratie. Allereerst zal echter een klinisch relevante associatie tussen endoxifenconcentratie en tamoxifeneffectiviteit dienen te worden aangetoond.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:170–5)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 3, may 2014
dr. R.P. Meijer
Op 23 januari 2014 promoveerde dr. R.P. Meijer aan de Vrije Universiteit Amsterdam op zijn promotieonderzoek, getiteld ‘High risk bladder cancer: staging, risk assessment and treatment options’ onder begeleiding van promotor prof. dr. S. Horenblas en copromotor dr. A. Bex, beiden verbonden aan de afdeling Urologie van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam. Dit artikel beschrijft de belangrijkste bevindingen van zijn proefschrift.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:125–7)
Lees verder