oncologische observatie

Halskliermetastase van onbekende primaire tumor: diagnostiek in ontwikkeling

NTVO - 2020, nummer 8, december 2020

prof. dr. R. de Bree

Ned Tijdschr Oncol 2020;17:307-8.

Lees verder

Samenwerking tussen clinicus en patholoog blijft geneeskunst

NTVO - 2020, nummer 6, september 2020

drs. L. Bos drs., dr. T. Radonic , drs. S.M.S. Hashemi , dr. A. Becker-Commissaris

SAMENVATTING

Precieze diagnosestelling van longkanker kan lastig en tijdrovend zijn, maar is van groot belang. Het maakt immers een groot verschil of er bij gemetastaseerde longkanker sprake is van kleincellige (SCLC) of nietkleincellige longkanker (NSCLC) en of er een behandelbare mutatie is. De keuze voor een systemische behandeling, te weten chemotherapie met of zonder immuuntherapie of een tyrosinekinaseremmer (TKI) bij een bewezen ‘targetable’ mutatie is eveneens van belang voor een inschatting van de overlevingsduur en de kwaliteit van leven van een patiënt.1,2 Expliciete en volledige verslaglegging door alle betrokken specialisten is hiervoor onmisbaar. In de huidige tijd van ziekenhuisfusies, lateralisatie van zorg (en helaas zelfs ziekenhuisfaillissementen) staan veilige overdracht van zorg en communicatie voor een nieuwe uitdaging. De volgende casus illustreert een aantal zwakke schakels in het kader van diagnostiek die onder andere te maken hebben met tijdsdruk en communicatie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:231-3)

Lees verder

Hemofagocytaire lymfohistiocytose bij pembrolizumab: een zeldzame complicatie van een veelgebruikt medicijn

NTVO - 2020, nummer 4, june 2020

drs. M.L. Janssen , drs. J.M. Mankor , dr. D.W. Dumoulin , drs. J.R. Miedema , dr. M.S. Paats

SAMENVATTING

Monoklonale antilichamen gericht tegen remmende immuun-‘checkpoints’, zoals PD-(L)1 en CTLA-4, hebben geleid tot een verbetering in de overleving van patiënten met niet-kleincellig longcarcinoom, maar kunnen ook leiden tot een scala aan potentieel ernstige, immuungerelateerde bijwerkingen. Hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) is een zeldzame, maar zeer ernstige complicatie van de behandeling met deze ‘checkpoint’-remmende therapieën. Secundaire HLH, die bij volwassenen voorkomt, is een aandoening gekenmerkt door excessieve inflammatie en weefseldestructie als gevolg van abnormale activatie van het immuunsysteem. In dit artikel beschrijven wij een casus van een 47-jarige man die in verband met een stadium IVb niet-kleincellig longkanker wordt behandeld met de PD-1-remmer pembrolizumab. Ten gevolge hiervan ontwikkelt hij HLH, die ondanks behandeling met dexamethason, immuunglobulinen, etoposide en rituximab een fatale afloop heeft. Deze casus onderstreept het belang van vroegtijdige herkenning van een hyperinflammatoire staat, die we met het uitbreiden van de indicatie voor ‘checkpoint’-remmers in de (thoracale) oncologie mogelijk steeds vaker zullen gaan zien.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:145–50)

Lees verder

‘Goedaardige’ pulmonale metastasen

NTVO - 2020, nummer 3, may 2020

drs. M. Verduin , dr. J. Beckervordersandforth , dr. A. Hoeben , drs. T.W.H. Alleman , dr. M.H.M.E. Anten , dr. D.B.P. Eekers , drs. J.A.J. van der Pol , dr. M.P.G. Broen

SAMENVATTING

Deze casus beschrijft een patiënte bij wie per toeval multipele longnoduli werden ontdekt. Na aanvullende diagnostiek bleken deze te berusten op een pulmonaal gemetastaseerd primair cerebraal meningeoom. Ondanks de zeldzaamheid van het ontstaan van metastasen van een meningeoom, behoort dit wel in de differentiaaldiagnose bij per toeval ontdekte afwijkingen verdacht voor metastasen. Dit geldt met name voor patiënten met een gereseceerd meningeoom in de voorgeschiedenis. Zowel benigne (WHO I) als atypische (WHO II) en maligne (WHO III) meningeomen kunnen systemisch metastaseren, met de long als voorkeurslocatie. Een 68Ga-DOTATOC-PET-scan kan van aanvullende waarde zijn als niet-invasief diagnosticum. Hiermee kan de somatostatine-receptorexpressie, een typisch kenmerk van meningeomen, in de metastasen worden aangetoond. Deze oncologische observatie beschrijft de overwegingen betreffende patiënten met metastasen van een cerebraal meningeoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:103–8)

Lees verder

Solitaire supraclaviculaire lymfekliermetastase bij cervixcarcinoom: kans op curatie?

NTVO - 2020, nummer 1, february 2020

dr. C.L. Deijen , dr. R.A. Nout , dr. J.R. Kroep , prof. dr. C.L. Creutzberg

SAMENVATTING

Jaarlijks krijgen meer dan 800 vrouwen in Nederland cervixcarcinoom, van wie het merendeel tussen 35 en 45 jaar is. Ongeveer 200 vrouwen overlijden elk jaar aan de ziekte. De prognose is gerelateerd aan het FIGO-stadium en daalt naarmate het stadium vordert. In geval van gemetastaseerde ziekte wordt doorgaans systemische therapie gegeven, waarbij de responskans en -duur van de verschillende chemotherapieschema’s beperkt is en systemische therapie gepaard kan gaan met bijwerkingen. Bij alleen lymfogeen op afstand gemetastaseerd cervixcarcinoom kan door middel van radiotherapie vaak langdurige lokale controle worden bereikt, en in sommige gevallen curatie, met relatief weinig bijwerkingen. Daarom dient bij patiënten met beperkt gemetastaseerde ziekte een behandeling bestaande uit alleen hooggedoseerde radiotherapie te worden overwogen, zodat chemotherapie kan worden ingezet indien uitgebreidere metastasering optreedt.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:17–24)

Lees verder

Extravasatie van chemotherapie: een ernstige complicatie

NTVO - 2019, nummer 8, december 2019

drs. R.A. Massaad , drs. W. Brekelmans , ir., drs. F.A.J. Toonen , drs. A.M. Zeilemaker

SAMENVATTING

Extravasatie is een onbedoelde lekkage van intraveneuze toediening van vloeistoffen in het subcutane weefsel. De ernst en gevolgen zijn afhankelijk van het soort vloeistof en de hoeveelheid hiervan. Bij extravasatie van chemotherapie zal de acute weefselschade zich vaak presenteren met pijn, roodheid en zwelling, meestal gevolgd door weefselnecrose. Indien mogelijk kan bij tijdige ontdekking een antidotum worden gegeven. In dit artikel wordt een klinische casus besproken waarbij extravasatie van doxorubicine is opgetreden. De patiënt werd daarna een jaar op de voet gevolgd. Deze casus bewijst dat een goed extravasatieprotocol, tijdige herkenning door clinici en toediening van het antidotum in combinatie met een langdurige en intensieve wondzorg tot weefselbehoud leidt. Desalniettemin is extravasatie van chemotherapie een ernstige complicatie waarbij langdurige behandeling geïndiceerd is.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:319–24)

Lees verder

Radiatie-geïnduceerde atherosclerose bij een patiënt met larynxcarcinoom

NTVO - 2019, nummer 7, november 2019

drs. A.W. Wenmakers , drs. S. van den Bosch , dr. J. Wilbers , dr. T. Dijkema , prof. dr. J.H.A.M. Kaanders

SAMENVATTING

Radiatie-geïnduceerde atherosclerose is een late toxiciteit van radiotherapie op grote en middelgrote bloedvaten. Er zijn sterke aanwijzingen dat hoofd-halskankerpatiënten behandeld met radiotherapie een verhoogd risico hebben op een herseninfarct of TIA op basis van atherosclerose. Heden ten dage is de vijfjaarsoverleving bij deze patiëntengroep 45%, wat meer dan een verdubbeling is ten opzichte van de afgelopen decennia. Atherosclerose zal derhalve van invloed kunnen zijn op de morbiditeit en mortaliteit binnen deze patiëntengroep. Deze casus is een voorbeeld van radiatie-geïnduceerde atherosclerose van de arteria carotis na radiotherapie vanwege een larynxcarcinoom 16 jaar eerder.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:276–80)

Lees verder