NTVO - 2021, nummer 6, september 2021
dr. M.P.G. Broen , dr. A. Hoeben , dr. M.H.M.E. Anten , drs. I. Compter , dr. D.B.P. Eekers , dr. A.A. Postma , dr. M. de Boer
Deze observatie beschrijft het optreden van ernstige radiatienecrose na stereotactische radiotherapie bij een patiënt met hersenmetastasen van een mammacarcinoom, gedurende T-DM1-behandeling. Er is in toenemende mate aandacht voor de interactie tussen (stereotactische) radiotherapie en nieuwe therapieën, zoals tyrosinekinaseremmers (TKI’s), immuuntherapie en antilichaam-geneesmiddelconjugaten, zoals T-DM1. Met de ontwikkeling en toepassing van deze kankertherapieën is het belangrijk om interacties met radiotherapie te monitoren en te onderzoeken.
Lees verderNTVO - 2021, nummer 5, august 2021
drs. S.H. Perridon , drs. L. Kuiper , dr. J.C. Drooger , dr. F.E. de Jongh
Overgevoeligheidsreacties op chemotherapie en monoklonale antilichamen vormen een belangrijk probleem in de behandeling van kankerpatiënten. Indien zo’n reactie optreedt, moet vaak worden gewisseld naar een alternatieve behandeling of de behandeling moet zelfs worden gestaakt. Snelle desensitisatie is een strategie om overgevoeligheidsreacties te voorkomen. Deze strategie combineert de opbouw van zowel de concentratie als de infusiesnelheid, om zo snelle desensitisatie te bewerkstelligen. Hoewel meermaals in de literatuur beschreven, wordt deze strategie nog weinig toegepast in de praktijk. Met behulp van de casusbeschrijving van patiënten A en B, bij wie succesvol snelle desensitisatie is bewerkstelligd, willen wij aansporen deze strategie vaker toe te passen.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:156-60)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
I. Feijen , M.F. Hilgersum , A. Joosse , K.A.T. Naipal
Bijwerkingen van immuuntherapie kunnen zich presenteren in elk orgaansysteem. Een zeer zeldzame en ernstige bijwerking is hemofagocytaire lymfohistiocytose (HLH) dat zich in snel tempo kan ontwikkelen en een fatale afloop kan hebben. Het snel herkennen van deze immuungerelateerde bijwerking en snel starten met adequate behandeling met hoog gedoseerde corticosteroïden is van groot belang. Mede gezien de snelheid van ontwikkelen en uiteenlopende diagnostische criteria van HLH blijft herkenning een lastig probleem. De alhier gepresenteerde casus en aan-bevelingen vanuit de literatuur geven handvatten voor snelle herkenning en optimale behandeling van immuuntherapie-geïnduceerde HLH.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:123-9)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 3, may 2021
A.-H. Chaman Baz , dr. F.B.M. Joosten , dr. M.A.J. de Roos , dr. B.W.M. Spanier , dr. E.J. Spillenaar Bilgen , dr. G.M. de Jong
De preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom wordt gedaan door middel van zowel pathologie als beeldvorming. Op basis van deze stadiëring wordt wel of niet gekozen voor neoadjuvante (chemo)radiotherapie. Dit wordt gedaan om de kans op een lokaal recidief, een gevreesde langetermijnuitkomst, zo klein mogelijk te maken.
Er zijn meerdere bekende en onbekende valkuilen bij de preoperatieve stadiëring van het rectumcarcinoom, waarvan wij een aantal bespreken aan de hand van twee casus. Incorrecte stadiëring kan leiden tot overof onderbehandeling. Het zijn vaak zeldzame situaties, maar alle betrokken disciplines dienen zich bewust en alert te zijn van discrepanties tussen diverse modaliteiten, zoals beeldvorming en pathologie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:87-91)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 2, april 2021
drs. M.T.D. Weiland , drs. S.D. Bakker , dr. M.J. Flens , dr. F.C. den Boer
Achtergrond: Een Krukenberg-tumor is een metastase in het ovarium, meestal afkomstig van een primaire gastro-intestinale maligniteit, en is relatief zeldzaam. Casus: Wij presenteren drie patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom die klachten ondervonden van Krukenberg-tumoren. Conclusie: Krukenberg-tumoren kunnen snel progressieve klachten geven, zijn geassocieerd met een slechtere prognose en reageren vaak minder goed op chemotherapie. Cytoreductieve chirurgie lijkt een gunstig effect te hebben op klachten en (ziektevrije) overleving, maar kan gepaard gaan met significante morbiditeit en mortaliteit.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:56-61)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 1, february 2021
drs. J.E. Swartz , drs. H.P.H. Hundscheid , dr. H. Bruijnzeel , prof. dr. P. Hoogerbrugge , dr. A.J.N. Bittermann , prof. dr. R. de Bree
Deze casus beschrijft een driejarige patiënte die heesheid en stridor ontwikkelde tijdens haar behandeling voor een pre-B acute lymfatische leukemie. Na beoordeling door de KNO-arts bleek dit te berusten op een bilaterale stembandstilstand veroorzaakt door behandeling met vincristine. Vanwege respiratoire insufficiëntie werd zij geïntubeerd en onderging zij een stembandlateralisatie. Met behulp van CPAP kon zij na drie weken uiteindelijk gedetubeerd worden. De vincristine-dosis werd gedurende de verdere behandeling gehalveerd waardoor de behandeling succesvol kon worden afgemaakt. Vincristine-geïnduceerde stembandstilstand is een zeldzame maar potentieel levensbedreigende complicatie. In dit artikel presenteren wij een overzicht van alle in de literatuur beschreven kinderen met deze aandoening.
Samenvattend adviseren wij dat bij behandeling van een kind met vincristine waarbij stridor of heesheid ontwikkelt, laagdrempelig de (kinder-)KNO-arts in consult gevraagd dient te worden om de beweeglijkheid van de stembanden te beoordelen. De overwegingen voor aanpassen van doseringen en (luchtweg)interventie is een multidisciplinaire aangelegenheid tussen kinderoncoloog, KNO-arts, anesthesist en intensivist.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:16-21)
Lees verderNTVO - 2020, nummer 8, december 2020
drs. S.J.G. Leeuwerke , prof. dr. J.L.N. Roodenburg , dr. W. Kelder
Deze twee casus beschrijven patiënten bij wie het klinisch beeld leek op een laterale halscyste, maar bij wie sprake bleek van een cysteuze halskliermetastase van een orofaryngeaal plaveiselcelcarcinoom. Hoewel het klinisch beeld vaak lastig te onderscheiden is, moet men bij laterale halscysten vooral bedacht zijn op maligniteit bij patiënten ouder dan 40 jaar met of zonder risicofactoren zoals roken en overmatig alcoholgebruik. Tijdige herkenning is essentieel om een in opzet curatieve behandeling te kunnen uitvoeren. Diagnostiek bestaat uit uitgebreid lichamelijk onderzoek van het hoofd-halsgebied, gevolgd door echografie in combinatie met cytologische punctie uit het solide deel of de wand van de cyste. Bij een sterke verdenking of bewezen maligniteit in de hals, is FDG-PET/CT aangewezen om de primaire tumor te kunnen opsporen. Bij een negatieve uitslag van de FDG-PET/CT, wordt een panendoscopie met blinde biopten (of gerichte biopten bij een afwijkend aspect) van de tonsilregio en de tongbasis verricht, dan wel uni- of bilaterale tonsillectomie. Bij verdenking op een halskliermetastase dient vroege verwijzing plaats te vinden naar een hoofd-halsoncologisch centrum.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2020;17:309-14)
Lees verder