klinische trial

De GALLOP-studie

NTVO - 2015, nummer 1, february 2015

dr. P.A. Boonstra , prof. dr. A.K.L. Reyners

Samenvatting

Gastro-intestinale stromaceltumoren zijn zeldzame mesenchymale tumoren van het spijsverteringsstelsel. Door een mutatie in het KIT- of PDGFRα-gen blijft de bijbehorende tyrosinekinasereceptor continu geactiveerd met ongeremde celdeling tot gevolg. De enige curatieve behandeling bestaat uit resectie. In (neo)adjuvante en palliatieve setting kan worden behandeld met verschillende tyrosinekinaseremmers (TKI’s). Vrijwel alle patiënten worden resistent voor deze TKI’s vanwege onder andere secundaire mutaties. Door middel van analyse van circulerend tumor-DNA (ctDNA) zal worden gezocht naar deze secundaire mutaties. Er wordt een landelijke biobank opgezet met GIST-patiënten. Het doel van de studie is het ontwikkelen van een model om secundaire resistentie te voorspellen op basis van analyse van ctDNA. Daarna wordt onderzocht of beleidsveranderingen aan de hand van dit model resulteren in een toegenomen progressievrije overleving.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:33–6)

Lees verder

Neoadjuvante behandeling met MAPK-remmers bij aanvankelijk irresectabele stadium III-melanomen

NTVO - 2014, nummer 8, december 2014

L.M. Pronk , dr. J.A. van der Hage , drs. B. van der Hiel , H. Mallo , S. ter Meulen , prof. dr. J.B.A.G. Haanen

Samenvatting

In deze fase 2-studie worden BRAF-gemuteerde irresectabele stadium III- of oligogemetastaseerd stadium IVmelanoompatiënten gedurende 8 weken neoadjuvant behandeld met de combinatie dabrafenib met trametinib. Het doel is om de tumor kleiner te maken, zodat volledige chirurgische resectie bij deze patiënten mogelijk wordt gemaakt. In deze monocentrumstudie zullen 25 patiënten in het Antoni van Leeuwenhoek worden behandeld. Naast het bepalen van de respons van deze patiënten zal ook uitvoerig translationeel onderzoek worden gedaan op het door middel van biopsieën verkregen weefsel.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:318–20)

Lees verder

Wel of geen preoperatieve radiochemotherapie bij resectabele en borderline-resectabele pancreascarcinomen: de landelijke gerandomiseerde PREOPANC-studie

NTVO - 2014, nummer 7, november 2014

drs. E. Versteijne , prof. dr. C.H.J. van Eijck , prof. dr. C.J.A. Punt , dr. S. Festen , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. E. Lens , dr. A. van der Horst , drs. M. Suker , dr. G. van Tienhoven

Samenvatting

Het pancreascarcinoom heeft een slechte prognose. Slechts een klein deel van de tumoren is resectabel. Enkele studies suggereren dat preoperatieve radiochemotherapie het resectiepercentage en het percentage R0-resecties kan vergroten. De huidige landelijke multicentrum PREOPANC-studie randomiseert tussen directe exploratieve laparotomie en preoperatieve radiochemotherapie gevolgd door exploratieve laparotomie bij resectabele en borderline-resectabele pancreascarcinomen. Het primaire eindpunt is overleving naar intentie van behandeling.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:284–7)

Lees verder

De PREVENT-studie: een prospectieve analyse van everolimus-geïnduceerde interstitiële longziekte

NTVO - 2014, nummer 6, september 2014

drs. A.E.C.A.B. Willemsen , prof. dr. J.C. Grutters , dr. N.P. van Erp , prof. dr. W.R. Gerritsen , dr. J. Tol , prof. dr. C.M.L. van Herpen

Samenvatting

Behandeling met everolimus kan interstitiële longziekte (‘interstitial lung disease’; ILD) veroorzaken. ILD is een frequent voorkomende bijwerking die kan leiden tot ernstige morbiditeit en zelfs tot mortaliteit. Het is daarnaast regelmatig de reden voor een dosisreductie of – interruptie van everolimus.

Het klinische beloop van ILD varieert sterk tussen patiënten en er zijn momenteel geen gegevens beschikbaar op basis waarvan het beloop van ILD kan worden voorspeld. Daardoor is het nu niet mogelijk om per patiënt te bepalen of everolimus veilig gecontinueerd kan worden of dat het moet worden gestaakt om ernstige morbiditeit te voorkomen. Het identificeren van vroege, niet-invasieve predictoren kan hierbij van grote waarde zijn.

In de PREVENT-studie wordt bij patiënten met borstkanker prospectief onderzocht welke factoren voorspellend zijn voor het optreden en de ernst van everolimusgeïnduceerde ILD. Daarnaast worden de immunologische mechanismen geanalyseerd die betrokken zijn bij het ontstaan van ILD en wordt een gestandaardiseerde behandelstrategie geëvalueerd.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:244–8)

Lees verder

De Biomarker Study Everolimus: analyse van de PI3K-Akt-mTOR-route om meer inzicht te verkrijgen in de effectiviteit van everolimus in combinatie met exemestaan bij gemetastaseerd mammacarcinoom

NTVO - 2014, nummer 6, september 2014

D.T. Kruger , prof. dr. S.C. Linn , drs. K. Beelen , prof. dr. S. Sleijfer , dr., ir. M.P.H.M. Jansen , dr. C.R. Jimenez , prof. dr. E. Boven

Samenvatting

Bij postmenopauzale patiënten met gemetastaseerd hormoonreceptorpositief, HER2-negatief mammacarcinoom, die eerder werden behandeld met anastrozol of letrozol, is vaak sprake van activering van de PI3K-AktmTOR-route op het moment van progressie. Everolimus is een eerste mTOR-remmer die in combinatie met exemestaan is geregistreerd voor de behandeling van deze patiëntencategorie. In een gerandomiseerde fase 3-studie is aangetoond dat de combinatie de progressievrije overleving significant verbeterde in vergelijking met exemestaan en placebo. Met deze behandeling is een nieuw middel beschikbaar gekomen dat de periode van chemotherapie nog kan uitstellen. Er zijn echter patiënten die geen profijt hebben van deze behandeling. Ten opzichte van exemestaan alleen gaat de combinatiebehandeling gepaard met meer bijwerkingen en hogere kosten. In de Biomarker Study Everolimus wordt met verschillende technieken in tumorweefsel en bloed onderzocht of er biomarkers in de PI3K-Akt-mTOR-route kunnen worden geïdentificeerd die voorspellen welke patiënten baat zullen hebben bij de behandeling met everolimus en exemestaan.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:250–4)

Lees verder

De androgeenreceptor in beeld: FDHT-PET/CT bij het beoordelen van (ossaal) gemetastaseerd prostaatcarcinoom

NTVO - 2014, nummer 5, august 2014

drs. R.J. Dost , drs. H.D. Hoving , prof. dr. I.J. de Jong

Samenvatting

Het onderscheid maken tussen wel of niet gemetastaseerde prostaatkanker wordt met de huidige beeldvormende technieken beperkt door matige sensitiviteit en specificiteit. Aangezien de androgeenreceptor de drijvende kracht is bij meer dan 90% van de prostaattumoren kunnen radioactief gelabelde androgenen nuttig zijn om prostaatkanker in beeld te brengen. Enkele pilotstudies zijn inmiddels verricht en toonden het ‘proof of principle’ aan. Binnenkort starten vanuit het Universitair Medisch Centrum Groningen 2 studies waarin fluor-18-gelabeld dihydrotestosteron als nieuwe klinische tracer voor de moleculaire beeldvorming van (ossaal) gemetastaseerd prostaatkanker met PET/CT wordt onderzocht. Deze tracer kan door in-vivobinding aan de androgeenreceptor zorgen voor tumorspecifieke beeldvorming en daardoor mogelijk een meer patiëntspecifieke keuze in de behandeling. De studies zijn onderdeel van het ‘Prostate Cancer Molecular Medicine’-project 030–203, onderdeel van het ‘Center for Translational Molecular Medicine’.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:205–9)

Lees verder

Oncolytische gen-immuuntherapie voor prostaatkanker

NTVO - 2014, nummer 4, june 2014

prof. dr. W.R. Gerritsen

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:165)

Lees verder