Het monoklonale antilichaam durvalumab is in de Europese Unie goedgekeurd als eerstelijnsbehandeling bij volwassenen met vergevorderde kleincellige longkanker (‘extensive-stage small cell lung cancer’, ES-SCLC) in combinatie met chemotherapie, etoposide en carboplatine/cisplatine.1 In juli had de EMA al aanbevolen om durvalumab goed te keuren voor dit doel.2
Zelfs bij een initiële reactie op chemotherapie blijft er vaak SCLC-progressie. Een aanvullende behandeling kan daarom wenselijk zijn. In de fase III-studie CASPIAN werd aangetoond dat de combinatie van durvalumab en chemotherapie (etoposide + cisplatine of etoposide + carboplatine) zorgde voor een statistisch en klinisch significante verbetering in de algehele overleving (OS) bij de eerstelijnsbehandeling van ES-SLCLC-patiënten vergeleken met een behandeling met alleen chemotherapie.
De combinatie van durvalumab + chemotherapie zorgde voor een significante OS-verbetering met een hazard ratio van 0,73 (95%-BI: 0,59-0,91; p=0,0047). De mediane overleving was 13,0 maanden (95%-BI: 11,5-14,8) in de durvalumab + chemotherapiegroep, vergeleken met 10,3 maanden (9,3-11,2) in de groep die alleen chemotherapie ontving.
Durvalumab was al goedgekeurd in onder meer de Verenigde Staten en Japan en staat momenteel nog onder regulatoire review in andere landen.
Referenties