In een klinische fase III-studie werd vastgesteld dat patiënten met gevorderde eierstokkanker een betere algemene overleving en ziektevrije overleving vertoonden wanneer ze werden behandeld met een combinatie van neoadjuvante systemische chemotherapie, cytoreductieve chirurgie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie.
De doeltreffendheid van cytoreductieve chirurgie (‘cytoreductive surgery’, CRS) en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (‘hyperthermic intraperitoneal chemotherapy’, HIPEC) is aangetoond bij meerdere maligniteiten. Het mogelijke voordeel ervan werd onlangs getest bij patiënten met eierstokkanker in een vergevorderd stadium.
In een single-center, prospectieve, gerandomiseerde fase III-studie werden 71 patiënten geïncludeerd (allen gediagnosticeerd met eierstokkanker en behandeld met neoadjuvante systemische chemotherapie [‘neoadjuvant systemic chemotherapy’, NACT]) en verdeeld in twee behandelingsgroepen. De patiënten kregen ofwel alleen CRS (controlegroep; n=36) of CRS+HIPEC (experimentele groep; n=35) samen met 75 mg/m2 cisplatine gedurende 60 minuten bij 42°C. Het primaire eindpunt van de studie was ziektevrije overleving (‘disease-free survival’, DFS). Secundaire eindpunten waren algehele overleving (‘overall survival’, OS), morbiditeit en kwaliteit van leven (‘quality of life’, QoL).
Gedurende een mediane follow-up van 32 maanden, werd een langere mediane DFS waargenomen in de experimentele groep versus de controlegroep (18 versus 12 maanden, HR [95%-BI]: 0,12 [0,02-0,89]; p=0,038). Bovendien was de mediane OS ook langer in de experimentele groep dan in de controlegroep (52 versus 45 maanden). Bijwerkingen van enige graad (1 tot 5) werden waargenomen bij 37 patiënten (52,1%) met een sterftecijfer van 2,8% (controlegroep) en 2,9% (experimentele groep; p>0,05). Geen van beide behandelingen had een significante impact op de QoL in de geëvalueerde domeinen.
Deze klinische fase III-studie toonde aan dat de behandeling van patiënten met gevorderde ovariumkanker met NACT, CRS en HIPEC de DFS en OS verbeterde. Er werden echter geen veranderingen waargenomen in postoperatieve morbiditeit, mortaliteit, of QoL evaluatie.
Referentie