Wat is schaamlipkanker?
Er wordt van schaamlipkanker gesproken wanneer er kwaadaardige cellen worden gevonden op de schaamlippen. Het wordt ook wel vulva kanker genoemd, omdat de kanker ook op andere delen van de vulva kan ontstaan. De tumor kan zich namelijk ontwikkelen op de buitenste en binnenste schaamlippen, maar ook op de clitoris en op de overgang van de schaamlippen naar de anus.
Vrouwen hebben inwendige en uitwendige geslachtsorganen. De overkoepelende term voor deze uitwendige organen is vulva. Hieronder vallen de kleine en grote schaamlippen, de clitoris, de ingang van de vagina en het perineum (gebied tussen de ingang van de vagina en de anus).
Er zijn verschillende soorten vulvakanker. Deze soorten zijn opgedeeld op basis van de cellen waar zij vanuit ontstaan.
De informatie op deze pagina is gericht op het plaveiselcelcarcinoom omdat de overige soorten schaamlipkanker erg zeldzaam zijn.
Bij patiënten met vulvacarcinoom is er vaak sprake geweest van een voorstadium van kanker. Dit houdt in dat er voordat er kanker ontstaat in de vulva er afwijkingen kunnen worden waargenomen die kunnen uitgroeien tot kanker. Deze afwijkingen zijn niet kwaadaardig, maar kunnen dit wel worden.
Het aantal vrouwen dat jaarlijkse de diagnose vulvacarcinoom krijgt is de afgelopen jaren gestegen tot ongeveer 400 vrouwen per jaar. Dit zijn voornamelijk oudere vrouwen. Bij 70 procent van de patiënten wordt de tumor in stadium I gediagnostiseerd. De 5-jaars overleving van deze patiënten is 90 procent. Dit daalt tot 19 procent bij vrouwen met een stadium IV-tumor.
Vulvacarcinoom is een van de weinige soorten kanker die aan de buitenkant van het lichaam op te merken is. Daardoor worden veel van de tumoren in een vroeg stadium ontdekt of zelfs al in een voorstadium van kanker. Patiënten met een voorstadium van vulvacarcinoom kunnen last hebben van:
Deze symptomen kunnen ook voorkomen bij vrouwen die al wel vulvacarcinoom hebben. Daarnaast kunnen ze ook last hebben van:
Er zijn meerdere risicofactoren bekend die het risico op het ontwikkelen van vulvacarcinoom vergroten:
Mocht een vrouw zich bij de huisarts melden met symptomen die kunnen duiden op vulvacarcinoom, zal de huisarts de patiënt lichamelijk onderzoeken. Mocht hij vermoeden dat er sprake is van een voorstadium, dan verwijst hij de patiënt door naar de gynaecoloog. Dit is een specialist op het gebied van aandoeningen aan de vrouwelijke geslachtsorganen.
De gynaecoloog zal vervolgens een stukje weefsel wegnemen van het verdachte plekje (=biopsie) en dit laten onderzoeken. Soms wordt er ook bloed- en urineonderzoek verricht.
Mocht uit de onderzoeken blijken dat er sprake is van vulvakanker, zijn er vervolgonderzoeken nodig om te bepalen hoe de tumor zich heeft ontwikkeld en of er uitzaaiingen zijn. Hiervoor kunnen patiënten een echografie, longfoto, CT-scan, MRI, PET-CT-scan of endoscopie krijgen. Ook is het mogelijk dat er een schildwachtklierprocedure nodig is. Bij dit onderzoek wordt door middel van een radioactieve stof de dichtstbijzijnde lymfeklier opgezocht en verwijderd om te kijken of er uitzaaiingen zijn in te vinden zijn.
Aan de hand van deze resultaten kan de kanker in een stadium worden opgedeeld. Dat is belangrijk voor de prognose en het bepalen van de juiste behandeling. Bij vulvakanker wordt gebruikt gemaakt van een TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden.
De kanker kan vervolgens worden ingedeeld in een van de onderstaande stadia:
Mocht er sprake zijn van een voorstadium van vulvacarcinoom, dan zijn er verschillende behandelingen mogelijk die ervoor kunnen zorgen dat de afwijkingen zich niet ontwikkelen tot kanker.
Het kan zijn dat de gynaecoloog een combinatie van de bovenstaande behandelingen voorstelt. Het kan zijn dat er sprake is van een afwijking die ondanks de behandeling verdacht blijft. Dan kan het zijn dat de patiënt onder controle blijft van een specialist.
Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. In het geval van een vulvacarcinoom zijn er een operatie, bestralingen en chemotherapie mogelijk. Deze behandelingen kunnen ook worden gecombineerd. Een operatie is meestal de eerste keuze.