Ziektebeeld
Wat is Maagkanker?
Wanneer er kwaadaardige cellen worden gevonden in de maag die zich ongeremd delen, wordt er gesproken van maagkanker of maagcarcinoom. Het is wereldwijd één van de meest voorkomende tumorsoorten, met een groot aantal patiënten in voornamelijk Noordoost-Azië.
De maag speelt een belangrijke rol bij de spijvertering van ons voedsel. De binnenkant van de maag is bedekt met een slijmvlieslaag die klieren bevat. Deze klieren produceren maagsap dat de vertering van voedsel in de maag bevordert. Ook worden in de maag schadelijke bacteriën gedood die met het voedsel naar binnen komen. De buitenkant van de maag bestaat uit een spierlaag die ervoor zorgt dat door samentrekking het voedsel wordt vermengd met het maagsap. Naast de slijmvlies- en spierlaag bevat de maag ook nog een bindweefsellaag.
Er bestaan diverse soorten maagkanker:
- Adenocarcinoom: dit is de meest voorkomende vorm van maagkanker, en ontstaat uit de cellen in het slijmvlies van de maag. Er worden twee typen adenocarcinoom erkend:
- Het intestinaal type: hierbij houden de tumorcellen zich aan een normaal groeipatroon en lijken ze op maagkliercellen. Dit zijn ongeveer 90 tot 95 procent van de adenocarcinomen.
- Het diffuus type: deze soort leidt meestal tot linitis plastica en verspreidt zich in een diepere laag van het slijmvlies. Meestal wordt de hele maag aangetast en zijn er uitzaaiingen te vinden in omliggende organen. Dit is ongeveer 5 procent van de adenocarcinomen en kan ontstaan door een CDH1 mutatie.
- Maaglymfomen (MALT): een groep tumoren die ontstaat uit de cellen van het immuunsysteem in de maagwand. Dit zijn ongeveer 3 tot 5 procent van de maagtumoren.
- Gastro-intestinale tumoren (GIST): een groep tumoren die waarschijnlijk ontstaat vanuit cellen in de maagwand. Ongeveer 1 tot 2 procent van de tumoren in de maag is een GIST.
- Neuro-endocriene tumoren (NET): tumoren die ontstaan in zenuwcellen of hormooncellen. Minder dan 1 procent van de patiënten met maagkanker heeft dit type kanker.
In Nederland krijgen jaarlijks ongeveer 1200 mensen de diagnose maagkanker. Dit aantal is de afgelopen jaren gedaald. Meer mannen dan vrouwen krijgen maagkanker, en de grootste groep patiënten is 65 jaar of ouder. De overleving van patiënten met deze vorm van kanker is nauwelijks toegenomen in de afgelopen 15 jaar. Patiënten met een stadium I-tumor hebben een 5-jaars overleving van 69 procent. Dit daalt naar 1 procent bij patiënten met een stadium IV-tumor.
Symptomen
Maagcarcinoom is een soort kanker dat in de beginstadia weinig tot geen klachten veroorzaakt. De ziekte wordt daarom meestal pas gediagnosticeerd als deze verder ontwikkeld is. Patiënten met maagkanker kunnen last hebben van de onderstaande klachten:
- Onverklaarbaar gewichtsverlies
- Pijn in de maag
- Een vol gevoel
- Meer last van opboeren van lucht of het omhoogkomen van maagzuur
- Passageklachten: het gevoel hebben dat eten niet wil zakken
- Vermoeidheid of duizeligheid
- Donkere tot zwarte ontlasting
- Gele verkleuring van de ogen en huid
Oorzaak
Net zoals bij andere kankersoorten, is bij de meeste gevallen van maagkanker de exacte oorzaak onbekend. Er zijn wel factoren bekend die het risico op het ontstaan van een maagcarcinoom vergroten.
- Besmetting met Helicobacter Pylori: deze bacterie kan zorgen voor chronische ontstekingen van de maagwand en maagzweren veroorzaken. Dit kan leiden tot het ontwikkelen van een maagtumor. Deze bacterie kan via de mond of voedsel worden overgebracht. In westerse landen komt deze bacterie steeds minder voor dat leidt tot een daling van het aantal maagkankerpatiënten.
- Voor patiënten die drager zijn van deze bacterie, is het nuttigen van gerookte en in zout ingelegde voedingsmiddelen ook een risicofactor.
- Roken
- Overmatig drankgebruik
- Eenzijdige voeding: het eten van weinig groente en fruit vergroot de kans op maagkanker.
- Verwijdering van een deel van de maag
- Achloorhydrie: patiënten met deze aandoening hebben te weinig maagzuur
- Gastro-oesofageale reflux: bij patiënten met deze aandoening stijgt het maagzuur op in de slokdarm.
- Pernicieuze anemie: patiënten met deze aandoening hebben een tekort van rode bloedcellen omdat het lichaam niet in staat in om vitamine B12 op te nemen.
- Chronische atrofische gastritis: chronische ontsteking van het maagslijmvlies.
- Aanwezigheid van adenomateuze poliepen in de maag: dit zijn goedaardige gezwellen. In de maag komen ze bijna nooit voor. De meeste patiënten met maagpoliepen hebben de erfelijke aandoening polyposis.
- Erfelijke aanleg: bij ongeveer 5 procent van de patiënten is er sprake van een erfelijke aanleg voor het ontwikkelen van maagkanker. Bijvoorbeeld mensen met de erfelijke aandoening Lynch-syndroom hebben een grotere kans op maagkanker.
Diagnose
Mocht de huisarts vermoeden dat een patiënt maagkanker heeft, zal hij eerst lichamelijk onderzoek verrichten. Mocht hij aanwijzingen vinden voor maagcarcinoom, dan zal hij de patiënt doorverwijzen naar een maag-lever-darmarts.
Deze specialist zal verdere onderzoeken uitvoeren. De patiënt zal dan in de meeste gevallen een gastroscopie krijgen. De arts gebruikt bij deze methode een dunne en buigzame slang om de binnenkant van de slokdarm en maag te bekijken. Hij kan tijdens deze procedure een stukje weefsel (=biopt) dat er afwijkend uitziet wegnemen en dit verder laten onderzoeken.
Als er sprake is van maagkanker, volgen er meerdere onderzoeken om te bepalen hoe ver de kanker is ontwikkeld, hoe groot de tumor is en of er uitzaaiingen zijn. Ook wordt de tumor is een stadium ingedeeld. Hiervoor kunnen een CT-scan, MRI-scan, FDG-PET/CT-scan, echografie, endo-echografie, longfoto of een kijkoperatie worden uitgevoerd.
Bij maagkanker wordt gebruikt gemaakt van de TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden
Bij maagkanker wordt de kanker ingedeeld in één van de onderstaande stadia:
- Stadium 0: er zijn onrustige cellen gevonden in de maag. Dit wordt ook wel een voorstadium van kanker genoemd.
- Stadium I
- Ia: de tumor groeit in de slijmvlieslaag of in het binnenste bindweefsel van de maag
- Ib
-
- De tumor groeit in de slijmvlieslaag of in het binnenste bindweefsel en er zijn uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 omliggende lymfeklieren
- De tumor is doorgegroeid in de spierlaag
-
- De tumor groeit in de slijmvlieslaag of in het binnenste bindweefsel en er zijn uitzaaiingen gevonden in 3 tot 6 omliggende lymfeklieren
- De tumor is doorgegroeid in de spierlaag en er zijn uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit in de buitenste laag van de maagwand
-
- De tumor groeit in de slijmvlieslaag of in het binnenste bindweefsel en er zijn uitzaaiingen gevonden in 7 of meer omliggende lymfeklieren
- De tumor is doorgegroeid in de spierlaag en er zijn uitzaaiingen gevonden in 3 tot 6 omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit in de buitenste laag van de maagwand en er zijn uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit door de buitenste laag van de maagwand heen
-
- De tumor is doorgegroeid in de spierlaag en er zijn uitzaaiingen gevonden in 7 of meer omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit in de buitenste laag van de maagwand en er zijn uitzaaiingen gevonden in 3 tot 6 omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit door de buitenste laag van de maagwand heen en er zijn uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 omliggende lymfeklieren
-
- De tumor groeit in de buitenste laag van de maagwand en er zijn uitzaaiingen gevonden in 7 of meer omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit door de buitenste laag van de maagwand heen en er zijn uitzaaiingen gevonden in 1 of 2 omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit in nabijgelegen weefsels en er zijn uitzaaiingen gevonden, 1 of 2 nabijgelegen lymfeklieren. Deze uitzaaiingen zijn geen vereiste.
-
- De tumor groeit door de buitenste laag van de maagwand heen en er zijn uitzaaiingen gevonden in 7 of meer omliggende lymfeklieren
- De tumor groeit in nabijgelegen weefsels en er zijn uitzaaiingen gevonden in 3 of meer omliggende lymfeklieren
- Stadium IV: er zijn uitzaaiingen in de rest van het lichaam.
Behandeling
Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. Omdat in westerse landen bij de helft van de patiënten de maagtumor pas wordt ontdekt in een vergevorderd stadium, wanneer er al uitzaaiingen zijn gevonden, is genezing vaak niet meer mogelijk. Van de patiënten die in eerste instantie een behandeling krijgt die gericht is op genezing, ontwikkelt 40 tot 60 procent een nieuwe tumor en dan wordt ook een palliatief beleid geadviseerd.
In het geval van maagkanker zijn onderstaande behandelingen mogelijk:
- Operatie: een operatie is alleen mogelijk wanneer de tumor en eventuele uitzaaiingen in zijn geheel kunnen worden verwijderd. Ook moet de patiënt in een goede conditie zijn.
- Chemotherapie: kan worden geadviseerd voor en na de operatie als de patiënt nog in een goede conditie is. Het succes van de chemotherapie is afhankelijk van het moment van toediening ten opzichte van de operatie. Het kan ook worden toegediend om de klachten te verminderen, ook als onderdeel van palliatieve zorg.
- Bestraling: in combinatie met chemotherapie (chemoradiatie) na een operatie of om klachten te verminderen. De effectiviteit van radiotherapie is aangetoond, maar van chemoradiatie is nog niet bewezen dat het de kans op overleving vergroot.
- Doelgerichte therapie: als palliatieve behandeling, in combinatie met chemotherapie.
Wanneer een patiënt uitzaaiingen in het buikvlies heeft, kan Hypertherme Intra Peritoneale Chemotherapie (HIPEC) worden toegepast. Hierbij wordt de buikholte gespoeld met een verwarmde chemotherapie. Het bewijs van de effectiviteit van deze behandeling bij patiënten is van zeer lage kwaliteit en daarom wordt het nog niet vaak toegepast.
Aanvullende info
Gerelateerde artikelen
Ziektebeeld
Symptomen
Oorzaak
Diagnose
Behandeling
Patiëntenvereniging
Links