Hersentumoren

Ziektebeeld

Wat zijn hersentumoren?

In de hersenen kunnen verschillende typen kanker ontstaan. Er wordt van een primaire hersentumor gesproken als de tumor is ontstaan in de hersenen of de hersenvliezen. De meest voorkomende soorten hiervan zijn glioom en meningeoom.  Vaker is hersenkanker echter het gevolg van uitzaaiingen van kanker die is ontstaan op andere plekken in het lichaam; dit worden hersenmetastasen genoemd. Deze tumoren zijn meestal uitzaaiingen zijn van longkanker. Maar ook borst-, nier-, dikke darm- en huidkanker kunnen uitzaaien naar de hersenen

De hersenen zijn verantwoordelijk voor het aansturen van alle actie in het lichaam. Door de hersenen kunnen mensen bewegen, spreken en denken. Ook worden alle processen waar mensen zich niet van bewust zijn aangestuurd vanuit de hersenen. De hersenen zijn op te delen in drie onderdelen:

  • De grote hersenen (cerebrum): bevindt zich aan de bovenkant van het hoofd en is verantwoordelijk voor het denken, leren, problemen oplossen, emoties, spraak, lezen, schrijven en bewuste bewegingen.
  • De kleine hersenen (cerebellum): dit deel bevindt zich aan de achterkant van het hoofd en controleert bewegingen, balans en houding.
  • De hersenstam: verbindt het brein met het ruggenmerg. Dit is het onderste deel van de hersenen en bevindt zich aan de bovenkant van de nek. De hersenstam reguleert de ademhaling, hartslag en de zenuwen en spieren die betrokken zijn bij het zien, horen, lopen, praten en eten.

Bij de meeste tumorsoorten kan het onderscheid worden gemaakt tussen kwaadaardig en goedaardig. In het geval van hersenkanker is dit onderscheid niet zo gemakkelijk te maken. Goedaardige tumoren kunnen namelijk ook gevaarlijk zijn als ze in een belangrijk hersendeel zitten. Daarnaast kan een behandeling van een goedaardige tumor moeilijk zijn. Daarom worden hersentumoren onderverdeeld in drie graden:

  • Graad I: deze tumoren zijn meestal goedaardig
  • Graad II en III: de tumoren zijn niet goedaardig, maar ook niet kwaadaardig
  • Graad IV: tumoren zijn kwaadaardig. Deze tumoren kunnen doorgroeien in omliggende weefsels. Hersentumoren zaaien meestal niet uit.

Glioom

Een glioom is een tumor die ontstaat in de steuncellen van de hersencellen, ook wel gliacellen genoemd. Deze cellen hebben een voedende, beschermende en isolerende werking. Ook houden ze het hersenweefsel op hun plek.

De prognose van een patiënt met een glioom hangt af van het type, de gradatie en de eigenschappen van de tumor. De belangrijkste gliomen bij volwassenen zijn:

  • Diffuus laaggradig glioom: dit is een langzaam groeiende graad II tumor die meestal ontstaat bij mensen tussen de 20 en 50 jaar oud. Dit soort tumor ontwikkelt zich bijna altijd tot een hooggradig glioom.
  • Anaplastisch glioom: dit is een snelgroeiende graad III glioom die vaak doorgroeit in het omliggende weefsel. De tumor komt het meeste voor bij patiënten tussen de 30 en 50 jaar oud, en iets meer bij mannen van bij vrouwen.
  • Ependymoom: dit zijn tumoren die ontstaan vanuit ependymcellen. Deze cellen bedekken de hersenholtes en hersenkanalen waar hersenvocht doorheen stroomt. Deze tumoren kunnen in graad I tot III vallen en kunnen in de grote en kleine hersenen ontstaan, maar ook in het ruggenmerg.
  • Glioblastoma multiforme: dit is het meest voorkomende glioom en daarmee meteen ook het meest agressieve glioom (graad IV). Deze tumoren komen met name voor bij mensen tussen de 50 en 70 jaar oud, en zijn ook bekend onder de namen astrocytoom en glioblastoom.

Andere soorten van hersenkanker zijn hersenstamglioom, opticus glioom en pilocytair astrocytoom. Deze komen echter weinig bij volwassen voor, en meer bij kinderen. Bij hersenstamglioom gaat het om een zeer agressieve vorm van kanker in de hersenstam. De prognose is zeer slecht en kinderen overlijden meestal een jaar na de diagnose.
Een opticusglioom groeit vanuit de oogzenuwbanen en kunnen problemen met het zicht, hormonen en de groei veroorzaken. Ongeveer 90 procent van de kinderen is 5 jaar na de diagnose nog in leven. Bij een pilocytair astrocytoom is er sprake van een tumor in de kleine hersenen, deze is meestal operatief te verwijderen. Aanvullende behandeling is uitzonderlijk.

Meningeoom

Een meningeoom is een tumor die groeit vanuit de hersenvliezen en daarom niet in de hersenen zit maar wel in de schedel. Dit type tumor kan ook voorkomen rond het ruggenmerg. Het overgrote deel van de meningeomen is goedaardig (90 procent). Meningeomen groeien langzaam en kunnen plotseling ook stoppen met groeien. Als er klachten ontstaan dan gebeurt dit meestal zo langzaam dat de patiënt er weinig van merkt. Daarom wordt in sommige gevallen ook niets gedaan aan een meningeoom. Pas wanneer de patiënt klachten krijgt van de tumor, zal er een behandeling plaatsvinden.

Primitieve neuro-ectodermale tumor

Dit type kanker ontwikkelt zich met name in kinderen, maar in 1 tot 2 procent van de gevallen worden deze tumoren ook bij volwassenen gevonden. Tijdens de embryonale ontwikkeling ontstaan vanuit het ectoderm de hersenen. Het ectoderm is een van de drie kiemlagen waar onder andere delen van de huid en het zenuwstelsel uit voort komen. Als er vanuit deze cellen een tumor groeit, wordt dit een primitieve neuro-ectodermale tumor (PNET) genoemd.

Wanneer deze tumor zich bevindt in de grote hersenen, heet dit een supratentoriele PNET. Deze tumoren zijn kwaadaardig en de behandeling is zwaar. Als de tumor ontstaat in de kleine hersenen, wordt dit een medulloblastoom genoemd. Meestal kan de tumor operatief worden verwijderd, maar is er wel radiotherapie en chemotherapie nodig om uitzaaiingen te behandelen en voorkomen. Tien jaar na de diagnose is ongeveer iets meer dan de helft van de patiënten in leven.

In Nederland wordt er jaarlijks ongeveer bij 1200 mensen een vorm van hersenkanker vastgesteld. Het overgrote deel van deze tumoren zijn gliomen. Hersentumoren komen iets vaker voor bij mannen dan bij vrouwen en ze komen op alle leeftijden voor, maar voornamelijk bij mensen boven de 50. Meer dan driekwart van de tumoren is op het moment van diagnose al een graad IV-tumor. De prognose is daarom slecht. Patiënten met een graad I- of II-tumor hebben een 5-jaars overleving van 70 procent. Dit percentage daalt bij een graad IV-tumor echter naar 8 procent. De prognose is daarnaast afhankelijk van het type tumor en de locatie ervan.

Symptomen

In de hersenen zijn verschillende gebieden verantwoordelijk voor verschillende taken. De symptomen zijn dan ook afhankelijk van in welk gebied de tumor zich ontwikkelt. De grootte en de groeisnelheid van de tumor hebben ook invloed op de symptomen.

 

De klachten van patiënten kunnen in vier categorieën worden onderverdeeld:

  • Aanhoudende hoofdpijn: een grote of groeiende tumor kan leiden tot drukverhoging in de hersenen. Dit kan komen omdat de tumor zelf ruimte inneemt, vocht zich in het hersenweefsel ophoopt en/of doordat de tumor de doorstroming van hersenvocht blokkeert. Dit kan leiden tot aanhoudende hoofdpijn en dan voornamelijk bij bukken, niezen of persen. Dit kan tevens gepaard gaan met misselijkheid, overgeven of slecht zicht.
  • Veranderingen in het begrijpend vermogen en gedrag: de tumorgroei kan invloed hebben op gebieden waar de patiënt direct zelf niet veel van merkt, maar de omgeving wel. Dit zijn bijvoorbeeld veranderingen in het geheugen of snelheid van begrip, maar ook psychische veranderingen zoals minder geremd zijn.
  • Uitvalsverschijnselen: het kan zijn dat de tumor drukt op weefsel waardoor dit niet meer goed werkt. Dit kan leiden tot uitvalsverschijnselen.
    • Verlamming: wanneer een tumor groeit in de buurt van zenuwcellen, kan het zijn dat de patiënt last krijgt van krachtverlies in de spieren. Patiënten kunnen bijvoorbeeld problemen ervaren met het vasthouden van een vork, knoopjes dichtdoen of met een been gaan slepen.
    • Problemen met taal: een tumor in de linkerhersenhelft kan ervoor zorgen dat patiënten problemen krijgen met het vinden, de uitspraak en begrip van woorden.
    • Problemen met zien: mensen met een hersentumor gezichtsvelduitval krijgen, slechter zien of dubbelzien.
    • Problemen met horen: wanneer een tumor vlak bij de hersenstam of kleine hersenstam groeit, kunnen patiënten minder goed horen of last krijgen van duizeligheid.
    • Veranderingen in het gedrag: sommige hersentumoren groeien in het gebied dat verantwoordelijk is voor emoties of gedrag. Het kan zijn dat patiënten minder of juist hevigere emoties ervaren. Vaak merken patiënten dit zelf niet, maar mensen in hun directe omgeving wel.
  • Epilepsie: epileptische aanvallen kunnen ontstaan doordat de tumor zorgt voor irritatie van het hersenweefsel. Dit kan lijden tot kortsluiting in de hersenen. Zulke aanvallen kunnen variëren van een aantal schokjes in de hand of korte afwezigheid tot bewusteloos raken en heftig schokken met armen of benen. Het kan ook voorkomen dat iemand op zijn tong bijt of urine laat lopen tijdens zo’n aanval.

Oorzaak

De oorzaak van het ontstaan van de meeste hersentumoren is onbekend. Uit onderzoek is wel gebleken dat straling de kans op een hersentumor vergoot. Dit kan ook pas 15 tot 20 jaar na de blootstelling zijn. De kans is echter klein: ongeveer 1 op de 100 mensen ontwikkelt een tumor naar aanleiding van bestraling. Het gaat hierbij dan om röntgenstraling.

Diagnose

Mocht de patiënt bij de huisarts komen met symptomen die passen bij hersenkanker, zal hij eerst onderzoek doen of de patiënt een aandoening heeft aan het zenuwstelsel. Mocht hij vermoeden dat er sprake is van een gecompliceerd probleem, dan kan hij een verwijzing naar een neuroloog verstrekken.

De neuroloog zal vragen naar de klachten en vervolgens een neurologisch onderzoek uitvoeren. Hiermee doet hij onder andere onderzoek naar het zicht, gehoor en evenwicht van de patiënt. Ook zal hij waarschijnlijk een MRI-scan of CT-scan laten uitvoeren om te kijken of de tumor zichtbaar is op foto’s.

Om er zeker van te zijn dat er sprake is van een hersentumor, kan een neurochirurg een stukje weefsel uit het afwijkende gebied nemen. Dit kan door middel van een stereotactische biopsie of craniotomie. Bij beide ingrepen wordt er tijdens een operatie een kleine (stereotactische biopsie) of grote opening (craniotomie) gemaakt in de hersenen waardoor de neurochirurg het stukje weefsel kan verwijderen. Een neurochirurg is gespecialiseerd in operaties aan het zenuwstelsel, waar de hersenen onder vallen. Dit weefsel kan dat worden onderzocht onder een microscoop. Of er zo’n operatie nodig is, hangt onder andere af van de locatie van de mogelijke tumor.

Behandeling

De behandeling van een hersentumor is van diverse factoren afhankelijk. Onder andere de soort, de kwaadaardigheid en graad, maar ook de locatie van de tumor zijn van belang. Maar ook in hoeverre de patiënt last heeft van de klachten en de lichamelijke conditie van de patiënt zijn van belang bij het vaststellen van een behandelwijze.

Bij een hersentumor is een operatie, chemotherapie of radiotherapie mogelijk. Vaak krijgen patiënten een combinatie van deze behandelingen. Het is ook mogelijk dat er wordt gekozen voor het actief volgen van de patiënt. Het kan namelijk zijn dat de tumor niet meer groeit en er bijwerkingen kunnen zijn van de behandeling die erger zijn dan de symptomen die de tumor veroorzaakt. Dit wordt altijd in overleg met de patiënt besloten.

Oudere patiënten (ouder dan 60 jaar) worden als een aparte patiëntengroep behandeld. Bij deze groep patiënten kan het voorkomen dat de behandeling te zwaar wordt. Ook wordt er gekozen voor minder invasieve behandelmethoden. Het komt bij deze groep patiënten daarom ook vaker voor dat er wordt gekozen om de patiënt actief te volgen.

Naast de ziekte, kunnen bij hersenkanker ook de symptomen worden bestreden. Dit komt omdat de symptomen van de ziekte het dagelijkse leven van de patiënt erg kunnen beperken. Voorbeelden hiervan zijn medicatie tegen vochtstapeling, epileptische aanvallen, pijnstillers en misselijkheid.

Aanvullende info

Patiëntenvereniging

Ziektebeeld

Symptomen

Oorzaak

Diagnose

Behandeling

Patiëntenvereniging

Links