Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal
Wat is Anuskanker?
Anuskanker is een zeldzame vorm van kanker waarbij de kwaadaardige tumor ontstaat in het gebied van de anus of in de huid rondom de anus (perianale huid). Dit wordt ook wel anuscarcinoom genoemd. Wanneer de tumor zich bevindt in de perianale huid, dan is dat doorgaans in een ringvormige zone van 2 tot 5 centimeter rondom de anus. De meest voorkomende vorm is plaveiselcelcarcinoom.
De anus is onderdeel van het spijsverteringsstelsel en bevat een spier die ervoor zorgt dat de endeldarm wordt afgesloten.
De laatste tien jaar wordt er bij steeds meer mensen de diagnose anuskanker vastgesteld. Jaarlijks wordt in Nederland bij ongeveer 200 mensen anuskanker gediagnosticeerd. Dit type kanker komt ongeveer evenveel bij mannen en bij vrouwen voor, en treft voornamelijk mensen tussen de leeftijd van 55 tot 65 jaar.
Patiënten met anuskanker kunnen last hebben van:
Zoals bij de meeste soorten kanker is er niet altijd een directe oorzaak aan te wijzen voor het ontstaan van anuskanker. Uit onderzoek is gebleken dat een langdurige besmetting met het humaan papillomavirus, ook wel bekend als HPV, een risicofactor is. Ongeveer 90 procent van de patiënten met anuskanker is besmet met HPV.
Andere risicofactoren:
Het hebben van een fistel: een niet natuurlijk kanaal tussen lichaamsholten en/of de huid.
Als de huisarts vermoedt dat een patiënt mogelijk anuskanker heeft, zal hij een lichamelijk onderzoek uitvoeren en vragen naar de klachten van de patiënt. Als hij tijdens dit onderzoek aanwijzingen vindt voor anuscarcinoom, dan volgt een verwijzing naar een maag-darm-lever specialist. De specialist herhaalt het lichamelijke en rectaal onderzoek, maar verricht ook aanvullende onderzoeken om er zeker van te zijn dat er sprake is van anuskanker. Dit zijn mogelijk een biopsie, MRI-scan, endo-echografie en GDF-PET-scan.
Als de diagnose is gesteld, wordt aan de hand van de bovenstaande onderzoeken een stadium van de kanker vastgesteld. Hiermee wordt bepaald hoe ver de ziekte zich heeft ontwikkeld en welke behandeling passend is. Daarvoor is het type, de locatie en het stadium van de tumor bepalend. Bij anuskanker wordt er daarvoor gebruikt gemaakt van een TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor. De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden.
Bij anuskanker wordt de tumor in één van de 4 onderstaande stadia ingedeeld. Het bepalen van het stadium van de kanker is belangrijk voor het vaststellen van de prognose en het bepalen van de behandeling.
Ook is de differentiatiegraad van de tumor van belang voor de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. Een biopt is een stukje weefsel dat met diverse technieken onder de microscoop kan worden onderzocht. De differentiatiegraad zegt iets over in hoeverre de kankercellen nog op normale cellen lijken.
Behandeling
Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. In het geval van anuskanker zijn bestralingen, een operatie of chemoradiatie mogelijk.
Wanneer de patiënt een vroeg stadium van anuskanker heeft, kan de arts de tumor vaak verwijderen tijdens een operatie. De chirurg schat dan van tevoren in hoeveel kans er is dat de kringspier van de anus normaal blijft functioneren. De kringspier speelt namelijk een grote rol bij het ophouden van de ontlasting.
De meeste tumoren zijn echter niet eenvoudig te verwijderen en daarom wordt een patiënt meestal bestraald en ontvangt hij chemotherapie. Deze combinatie wordt ook wel chemoradiatie genoemd. Met deze behandeling verdwijnt 70 tot 80 procent van de anustumoren.
Mocht de chemoradiatie niet aanslaan, dan wordt de gehele anus verwijderd bij een operatie. Het gevolg is dan wel dat de patiënt een definitieve stoma krijgt op de buik, omdat de kringspier niet meer functioneert.