Wat is schildklierkanker?
Wanneer cellen in de schildklier zich ongecontroleerd gaan delen en niet meer op normale cellen lijken, wordt er gesproken van schildklierkanker of schildkliercarcinoom. Dit type kanker is over het algemeen goed te behandelen en er is maar een kleine kans dat de ziekte terugkomt.
De schildklier is een vlinderachtig orgaan in de hals dat verschillende hormonen produceert. Het bestaat uit twee kwabben en kan zonder voldoende jodium niet goed functioneren. Mensen met een afwijkende werking van de schildklier kunnen dit onder andere merken aan hun stofwisseling.
Er bestaan verschillende soorten schildklierkanker.
Beide vormen ontstaan vanuit follikelcellen van de schildklier en produceren het schildklierhormoon. De tumoren groeien langzaam en zijn goed te behandelen. Beide vormen kunnen ook goed worden behandeld met radioactief jodium. De verschillen tussen de types zijn alleen onder de microscoop waar te nemen.
Per jaar krijgen ongeveer 700 mensen in Nederland de diagnose schildklierkanker. Veel meer vrouwen dan mannen krijgen deze vorm van kanker. Dit type kanker komt op allerlei leeftijden voor, maar de meeste patiënten zijn tussen de 45 en 55 jaar. De 5-jaarsoverleving van patiënten met stadia I, II en III is goed. Deze percentages liggen tussen de 98 en 92 procent. Dit daalt tot 53 procent bij een diagnose met een stadium IV-tumor.
Schildklierkanker is redelijk zeldzaam en goedaardige gezwellen van de schildklier komen vaak voor. Het kan daarom goed zijn dat er bij de onderstaande symptomen geen sprake is van kanker, maar een andere aandoening aan de schildklier. Patiënten met schildkliercarcinoom kunnen last hebben van:
Hoewel de onderstaande klachten veel minder voorkomen bij patiënten met schildkliercarcinoom, kunnen ze ook een aanwijzing zijn voor de aanwezigheid van een tumor in de schildklier.
Bij de meeste patiënten met schildklierkanker is er geen duidelijke oorzaak voor de woekering van cellen aan te wijzen. Er zijn wel enkele risicofactoren bekend die de kans op een schildkliertumor kunnen vergroten:
Mocht de huisarts vermoeden dat een patiënt mogelijk schildklierkanker heeft, zal hij eerst lichamelijk onderzoek verrichten. Hij zal hierbij de hals en de schildklier controleren op afwijkingen. Mocht hij vermoeden dat de schildklier niet meer goed werkt, kan hij een bloedonderzoek aanvragen. Soms kan hij ook een echografie uitvoeren om afwijkingen aan de schildklier op de sporen.
Mochten er aanwijzingen zijn voor schildkliercarcinoom, dan volgt een verwijzing naar een internist-endocrinoloog. De specialist herhaalt het lichamelijke onderzoek, maar verricht ook aanvullende onderzoeken om er zeker van te zijn of er sprake is van de aandoening. Dit zijn mogelijk bloedonderzoek, een echografie, een punctie, CT-scan of MRI-scan.
Het kan voorkomen dat een punctie – weghalen van een kleine hoeveelheid afwijkend weefsel – geen uitsluitsel geeft of er sprake is van een goed- of kwaadaardige tumor. Het kan dan zijn dat de arts een operatie uitvoert waarbij hij de helft van de schildklier verwijdert voor laboratoriumonderzoek.
Naar aanleiding van de bovenstaande onderzoeken kan de kanker in stadia worden ingedeeld. Bij dit type kanker wordt gebruikt gemaakt van een TNM-classificatie. De T staat hierin voor de uitbreiding van de primaire tumor (eerst ontstane tumor). De N geeft aan of er uitzaaiingen zijn gevonden in de lymfeklieren en de ernst hiervan. De M geeft aan of er in andere organen uitzaaiingen zijn gevonden.
Bij schildkliercarcinoom kan de kanker in vier stadia worden ingedeeld:
Ook de differentiatiegraad van de tumor is van belang voor de behandeling en prognose. Deze kan worden bepaald door middel van een biopt van de tumor. Een biopt is een stukje weefsel dat tijdens een lichte ingreep wordt weggehaald en onder de microscoop kan worden onderzocht. De differentiatiegraad zegt iets over in hoeverre de kankercellen nog op normale cellen lijken.
Wanneer alle onderzoeken zijn afgerond en alle kenmerken van de tumor zijn vastgesteld, stelt een team van specialisten een behandelplan op. In het geval van schildkliercarcinoom zijn er een operatie, behandeling met radioactief jodium, bestraling of doelgerichte therapie mogelijk.
Papillair en folliculair schildkliercarcinoom kunnen meestal goed behandeld worden door middel van een operatie. De schildklier kan dan gedeeltelijk of in zijn geheel worden verwijderd. Dit is afhankelijk van de grootte en de locatie van de tumor. Soms is een aanvullende behandeling met radioactief jodium nodig. De meeste patiënten genezen en bij hen komt de tumor meestal niet terug.
Patiënten met medullair schildkliercarcinoom worden meestal behandeld met een operatie en mogelijke bestralingen. De prognose hangt af van het stadium van de tumor. Bij patiënten met anaplastisch schildkliercarcinoom is genezing vaak niet meer mogelijk. Artsen stellen voor patiënten met deze vorm een palliatief behandelplan op dat voor iedere patiënt uniek is. Onderdeel van deze palliatieve behandeling kan ook doelgerichte therapie zijn. Deze medicatie grijpt aan op de groei van bloedvaten en op deze manier wordt het functioneren van de tumor tegengewerkt.