Chemische aanpassing verandert bestaand kankergeneesmiddel in mogelijke MRSA-killer

juni 2020 Medisch onderzoek Willem van Altena

‘Superbugs’, antibioticaresistente bacteriën: ze zijn de nachtmerrie van elk ziekenhuis en een van de grootste bronnen van dodelijke infecties. Maar een team van Duitse wetenschappers uit München en Braunschweig hebben een bestaand antikankermiddel weten om te vormen tot een mogelijk alternatief voor antibiotica. Onlangs werd hun studie gepubliceerd in wetenschappelijk tijdschrift Nature Chemistry.

Kat en muis

Een van de bacteriën die een grote bedreiging voor de gezondheid vormt is Meticilline Resistente Stafylococcus Aureus, beter bekend als MRSA. Deze bacterie is moeilijk met antibiotica te bestrijden, en bovendien leidt inzetten van meer antibiotica alleen maar tot verdere resistentie van de bacterie. Het is een kat- en muis-spel: er is een voortdurende behoefte aan nieuwe middelen tegen deze hardnekkige bacterie, en misschien zijn antibiotica niet langer het antwoord op die behoefte.

Dat is in elk geval de opvatting van professor Eva Medina, directeur van de Infectie en Immuniteit Research Groep van het HZI instituut in Braunschweig. Zij ziet dat de ontwikkeling van nieuwe antibiotica achterblijft bij de vraag die de verspreiding van resistente bacteriën zoals MRSA opwerpt. “We hebben een dringende behoefte aan een innovatieve strategie, zonder dat die bijdraagt aan het probleem van de groeiende resistentie.”

Sorafenib

Een van die strategieën is het testen van de effectiviteit van reeds bestaande en goedgekeurde middelen tegen bacteriën. In dat kader hebben de wetenschappers chemische aanpassingen aangebracht in het middel sorafenib (in Nederland op de markt gebracht door Bayer onder de merknaam Nexavar®). Sorafenib is een tyrosinekinaseremmer die in Nederland wordt gebruikt als doelgerichte therapie bij de behandeling van leverkanker, nierkanker en schildklierkanker. Van dat middel was al bekend dat het een remmende werking op MRSA had, en na de modificatie van de Duitse biochemici was de antibacteriële werking vertienvoudigd. De nieuwe molecuul kreeg de naam PK150 mee.

PK150 richt zich op onconventionele structuren in de bacterie. Enerzijds blokkeert de molecuul de afgifte van een eiwit dat essentieel is voor de energiehuishouding van de bacterie. Daarnaast richt PK150 zich op de celwanden van de bacterie.

Traditionele antibiotica zoals penicilline en methicilline beïnvloeden de celwanden eveneens, maar op een andere manier. PK150 doet dat op indirecte wijze door de eiwitproductie in de bacterie te ontregelen, waardoor de bacterie te veel eiwitten afscheiden die de dikte van de celwand reguleren. Het gevolg is dat de cellen openbarsten en afsterven.

Stafylococcen

Bij proefnemingen in muizen bleek PK150 effectief te zijn tegen MRSA in diverse weefsels. De onderzoekers konden ook geen ontwikkeling van resistentie ontdekken. Juist die snelle ontwikkeling van weerstand tegen antibiotica maakt stafylococcen zo gevaarlijk. De onderzoekers denken dan ook dat de molecuul PK150 farmacologisch potentieel bezit. “Dankzij de chemische aanpassingen in de molecuul bindt PK150 niet langer aan menselijk kinase (zoals sorafenib dat juist wel doet, red.) maar richt zich specifiek op eiwitten in de bacterie”, stelt onderzoeksleider professor Stephan Sieber van de Technische Universiteit in München.

Momenteel wordt er in München en Braunschweig hard gewerkt aan verdere optimalisering van PK150 en de klinische ontwikkeling van een mogelijk nieuw geneesmiddel.

MRSA in Nederland

De Staphylococcus Aureus bacterie wordt door ongeveer 30 tot 40% van de gezonde volwassenen bij zich gedragen, met name op de huid, in de neus en keel, maar ook in urine en ontlasting. Overdracht vindt meestal plaats door huid-op-huid contact, en kan ook overgaan van mens op dier en andersom. Door antibioticagebruik is een deel van deze bacteriën resistent geworden voor antibiotica. Die resistente variant van de bacterie wordt MRSA genoemd. Het RIVM becijfert dat in Nederland ongeveer 0,11% van de mensen –meestal tijdelijk- drager van de MRSA-bacterie is, en dat is het laagste percentage in de wereld.

Op zich vormt de Staphylococcus Aureus geen bedreiging voor gezonde personen, en dat geldt ook voor de resistente variant MRSA. Maar voor mensen met een verzwakte gezondheid is de bacterie levensgevaarlijk, en dat is waarom er met enige regelmaat nieuwberichten zijn over MRSA-uitbraken in ziekenhuizen, vaak met dodelijke afloop.

De reden waarom MRSA in Nederland zo weinig voorkomt ligt in het antibioticagebruik. Nederlandse artsen schrijven antibiotica alleen voor als dat echt noodzakelijk is. In andere landen, zoals de VS en Japan zijn artsen veel scheutiger met antibiotica, en dat heeft ertoe geleid dat soms wel 50% of meer van alle Staphylococcus Aureus-bacteriën resistent is geworden.

Landelijk meldpunt

Nederland kent een laag antiobioticagebruik, en minder antibiotica, hoe kleiner de kans op ongevoelige bacteriën. Daarnaast let het RIVM scherp op de besmettingen door middel van de MRSA-surveillance via een landelijk meldpunt. Nederland kent ook strikte richtlijnen voor zorgverleners die moeten omgaan met patiënten die besmet zijn met een resistente bacterie. Ziekenhuizen weten daardoor precies wat ze moeten doen bij een MRSA-besmetting.

Slachterijen

Ziekenhuizen houden actief MRSA buiten de deur door iedereen bij wie het vermoeden op MRSA is te onderzoeken. Dat zijn bijvoorbeeld alle patiënten die gedurende de afgelopen zes maanden meer dan 24 uur opgenomen is geweest in een buitenlands ziekenhuis. Maar ook mensen die werken op slachterijen of in de buurt wonen van een varkens-, vleeskalveren- of vleeskuikenbedrijf hebben verhoudingsgewijs vaak de MRSA-bacterie bij zich en worden dus extra grondig onderzocht door middel van een kweek. Vindt er ondanks alle voorzorgmaatregelen toch een MRSA-besmetting plaats in het ziekenhuis, zoals in 2015 het geval was in Utrecht, dan treedt een streng protocol van isolatie en contactonderzoek in.

Bronnen

Wetenschappelijk tijdschrift Nature Chemistry publiceerde een artikel over het Duitse onderzoek.

Het RIVM heeft veel informatie over de MRSA-bacterie.

Bezoek ook deze website over MRSA in Nederland en de rest van de wereld.