Een kleine primaire tumor duidt niet altijd op een betere prognose. Uit een nieuwe studie gepubliceerd in The Oncologist blijkt dat zeer kleine primaire borsttumoren met uitgebreide lymfekliermetastasen gepaard gaan met agressief biologisch gedrag.
De gegevens van vrouwen met een unilateraal, gemetastaseerd T1/2 invasief ductaal carcinoom tussen 2010 en 2015, werden retrospectief verzameld. Primaire studievariabelen waren onder meer T-stadium, N-stadium, tumorgraad, plaats van de metastasen, hoeveelheid betrokken plaatsen, oestrogeenreceptorstatus, progesteronreceptorstatus en humane epidermale groeifactorreceptor 2-status. De 1-, 2- en 3-jarige borstkankerspecifieke mortaliteit (‘breast cancer specific mortality’, BCSM) werd vergeleken met de tumorgrootte.
Een totaal van 5.340 patiënten met borstkanker werd geïncludeerd in het onderzoek. Uit een multivariaatanalyse bleken ras, leeftijd, graad, moleculair subtype, chirurgie, hersenmetastasen en levermetastasen onafhankelijk geassocieerd te zijn met BCSM. Voor T1-tumoren hadden de N0-, N1- en N2 + -groepen dezelfde BCSM. Bij tumoren kleiner dan 50 mm nam de 1-, 2- en 3-jarige BCSM niet af met de afname van de tumorgrootte. Voor triple-negatieve borstkankers had de T1a/ T1bN2 + -groep de slechtste BCSM, significant lager dan elke andere groep.
Concluderend kan worden gesteld dat patiënten met kanker in stadium IV met kleine tumoren een BCSM kunnen hebben die even hoog is als bij grotere tumoren. Bij de triple-negatieve borstkankers zijn zeer kleine tumoren met lymfkliermetastasen geassocieerd met de ergste BCSM. Vervolg onderzoek zal nodig zijn om Ta1/T1bN2 + M1 triple-negatieve borstkanker verder te onderzoeken en de behandeling van patiënten te individualiseren.
Referentie