Articles

Implementatie van de BOtSterkte-score voor patiënten met botmetastasen in het femur: eerste resultaten en ervaringen

NTVO - 2021, nummer 1, february 2021

dr. F. Eggermont , dr. P.G. Westhoff , dr. I.C.M. van der Geest , prof. dr., ir. N. Verdonschot , drs. S. Ligthert , dr. Y.M. van der Linden , dr. E. Tanck

SAMENVATTING

Behandeling van patiënten met pijnlijke botmetastasen in het femur is afhankelijk van onder meer het geschatte fractuurrisico: bij een laag risico op een pathologische fractuur wordt conservatief behandeld met radiotherapie, terwijl bij een hoog risico een electieve stabiliserende operatie wordt overwogen. Huidige methoden in de klinische praktijk hebben een beperkte sensitiviteit en specificiteit in het bepalen van fractuurrisico bij deze patiënten, waardoor patiënten worden over- en onderbehandeld. ‘Finite element’ (FE)-computermodellen kunnen de botsterkte van een femur uitrekenen en zijn beter in het voorspellen van het fractuurrisico dan de huidige methoden. Dit blijkt uit twee eerder uitgevoerde patiëntenstudies. Vanuit dit oogpunt is gestart met een pilot naar de klinische implementatie. De uitkomst van de FE-modellen noemen we de BOtSterkte-score (BOS-score). Er zijn tussen december 2019 en juni 2020 tien fractuurrisico’s met de BOS-score berekend voor patiënten uit het Radboudumc en LUMC. De eerste ervaringen laten zien dat, voor zowel arts als patiënt, de BOS-score van toegevoegde waarde is bij het bepalen van het behandelplan voor femurmetastasen. Dat komt vooral doordat de BOS-score een duidelijke en objectieve score is, waardoor onzekerheid wordt weggenomen en een beter onderbouwde behandelbeslissing kan worden genomen door zowel arts als patiënt.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:4-11)

Lees verder

Eenmalige versus meervoudige radiotherapie voor herbestraling bij patiënten met pijnlijke botmetastasen: een internationale gerandomiseerde non-inferieuriteitsstudie

NTVO - 2014, nummer 2, march 2014

dr. Y.M. van der Linden

Samenvatting

Eenmalige radiotherapie (8 Gy) is voor ongecompliceerde pijnlijke botmetastasen de standaardbehandeling en geeft bij 65–70% van de patiënten een zinvolle pijnrespons.1 In het artikel worden de uitkomsten van de eerste gerandomiseerde studie gepubliceerd naar de vraag welke dosis bij een tweede bestraling zinvol is: weer eenmalig (8 Gy) of juist meervoudig (20 Gy in 5 fracties). Deze studie is tot stand gekomen vanuit een internationaal samenwerkingsverband. Voor Nederland namen 17 van de in totaal 21 radiotherapieafdelingen deel en zij randomiseerden 254 van de 850 patiënten (30%). De studie liep van januari 2004 tot en met mei 2012. Er werd gestratificeerd voor eerdere bestralingsdosis, voor wel of geen respons na de eerste bestraling en voor behandelcentrum. Pijn werd gemeten op een 11-punts pijnschaal van 0 (= geen pijn) tot 10 (= ergst denkbare pijn). Kwaliteit van leven werd onder andere gemeten met de EORTC QLQ-C30-vragenlijst. Eindpunt van de studie was pijnrespons na 2 maanden.2 Negentien (4%) patiënten in de 8 Gy-groep en 12 (3%) in de 20 Gy-groep bleken ‘ineligible’ na randomisatie. Bovendien waren respectievelijk 140 (33%) en 132 (31%) patiënten na 2 maanden niet-‘assessable’. Zij werden behandeld als ‘missing data’ in de ‘intention-to-treat’-analyse. Uitkomsten waren als volgt: 118 (28%) patiënten in de groep met 8 Gy en 135 (32%) in de groep met 20 Gy respondeerden (p=0,21; responsverschil 4% [‘upper limit’ van 95%-betrouwbaarheidsinterval (BI) 9,2; minder dan de vooraf gestelde ‘non-inferiority margin’ van 10%]). In de per-protocolpopulatieanalyse was de respons hoger, namelijk 116 (45%) van 258 patiënten en 134 (51%) van 263 patiënten (p=0,17; responsverschil 6% [‘upper limit’ van 95%-BI 13,2; groter dan de vooraf gestelde ‘non-inferiority margin’ van 10%]). De bestralingsgerelateerde bijwerkingen na 14 dagen waren verminderde eetlust (201 [56%] van 358 ‘assessable’ patiënten uit de 8 Gy-groep vs. 229 [66%] van 349 ‘assessable’ patiënten uit de 20 Gy-groep; p=0,011) en diarree (81 [23%] van 357 vs. 108 [31%] van 349; p=0,018).

(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:77)

Lees verder

De behandeling van patiënten met wervelmetastasen in Nederland

NTVO - 2012, nummer 2, march 2012

dr. L. Bollen , dr. Y.M. van der Linden , dr. R.H.M.A. Bartels , dr. P.D.S. Dijkstra

Samenvatting

De behandeling van wervelmetastasen is complex. Een multidisciplinaire aanpak, waarbij op basis van verscheidene patiëntgebonden factoren een traject wordt opgesteld, heeft de voorkeur. In dit artikel worden de verschillende behandelmogelijkheden beschreven, met nadruk op radiotherapie en chirurgie.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:81–8)

Lees verder

DEXA en PEEP: 2 landelijke, multicentrum, gerandomiseerde, palliatieve radiotherapiestudies bij patiënten met pijnlijke ossale metastasen ter verbetering van pijnklachten en kwaliteit van leven

NTVO - 2012, nummer 2, march 2012

dr. P.G. Westhoff , J.I. Geerling , dr. A. de Graeff , prof. dr. A.K.L. Reyners , dr. Y.M. van der Linden

Samenvatting

Voor patiënten met pijnlijke ossale metastasen is palliatieve radiotherapie een effectieve behandeling. Het doel is vermindering van de pijnklachten en daarmee verbetering van de kwaliteit van leven.

Een mogelijke bijwerking kort na de behandeling, is een tijdelijke toename van pijn, de zogenoemde pijnflare, welke mogelijk kan worden voorkomen door orale toediening van dexamethason. De DEXA-studie richt zich op de vraag of het kortdurend preventief gebruik van dexamethason het optreden van deze pijnflare kan voorkómen en hiermee mogelijk de kwaliteit van leven van deze patiënten verder kan verbeteren.

De PEEP-studie richt zich op de pijnbeleving in deze patiëntengroep. De vraagstelling van deze studie is of gerichte pijneducatie en follow-up de pijnintensiteit kan verminderen en daarmee de kwaliteit van leven kan verbeteren.

Voor beide studies is subsidie ontvangen van ZonMw en KWF Kankerbestrijding.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:89–91)

Lees verder