Articles

Immuuntherapie en het hepatocellulair carcinoom

NTVO - 2018, nummer 6, september 2018

L. Noordam , dr. J. Kwekkeboom , prof. dr. R.A. de Man , dr. D. Sprengers

Samenvatting

Het hepatocellulair carcinoom (HCC) heeft als chemorefractaire maligniteit gelimiteerde behandelmogelijkheden. Immuuntherapie maakt een snelle opmars en met name de immuun-checkpoint-remmers worden steeds meer gebruikt als standaardbehandeling voor solide tumoren. De unieke immuuntolerante omgeving in de lever biedt zowel kansen als uitdagingen voor immuuntherapie. Aangezien vaak reeds sprake is van vergevorderde leverschade is er tegelijkertijd angst voor immuungerelateerde hepatotoxiciteit. Naast immuun-checkpoint ‘targeting’ zijn er andere ontwikkelingen binnen de immuuntherapie voor HCC die zich in vergevorderd stadium van klinische implementatie bevinden. Het effect van adoptieve celtherapie en therapeutische vaccinatie met oncolytische virussen wordt in grote studies geëvalueerd. Dit manuscript beschrijft de stand van zaken van deze ontwikkelingen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:210–17)

Lees verder

Screenen op hepatitis-B-virusinfectie voorafgaand aan start van immuunsuppressieve therapie: niet denken maar doen!

NTVO - 2016, nummer 8, december 2016

dr. A.H.C. van Roon , dr. C.M. den Hoed , prof. dr. R.A. de Man

Samenvatting

Door de introductie van immuunsuppressieve therapie is het risico op een hepatitis-B-virus (HBV)-reactivatie sterk toegenomen. Het niet onderkennen van een chronische of doorgemaakte HBV-infectie kan daarmee tot ernstige morbiditeit en zelfs mortaliteit leiden. In dit artikel wijzen wij op het belang van serologisch screenen op de aanwezigheid van HBV-markers vóór aanvang van immuunsuppressieve therapie (met HBsAg-, anti- HBc- en HBV-DNA-concentratiebepaling). Op basis van de a-priorikans op HBV-reactivatie ten gevolge van het soort immuunsuppressieve therapie kan een indeling worden gemaakt: indien het uitgangsrisico op HBVreactivatie gemiddeld (1–10%) of hoog (>10%) is, pleiten wij voor het screenen en, indien er sprake blijkt te zijn van een chronische of doorgemaakte HBV-infecctie, te starten met profylactische antivirale therapie. Indien een behandeling wordt gestart met een laagrisico- immuunsuppressief medicijn (kans op HBV-reactivatie <1%) wordt aanbevolen het profylactisch testen achterwege te laten en dit slechts te doen op basis van een individuele afweging van risicofactoren, zoals land van geboorte of de aanwezigheid van HBV in de familie.

(Ned Tijdschr Oncol 2016;13:264–71)

Lees verder

Levertransplantatie voor primair Leverkanker

NTVO - 2015, nummer 4, june 2015

dr. C.M. den Hoed , prof. dr. R.A. de Man , prof. dr. J.N.M. IJzermans , prof. dr. H.J. Metselaar , dr. D. Sprengers

Samenvatting

Wereldwijd staat primair leverkanker hoog op de lijst van veelvoorkomende kankersoorten en het heeft vaak een slechte prognose. De primaire curatieve behandeling voor leverkanker is chirurgie. Partiële leverresectie en levertransplantatie zijn voor een geselecteerde groep patiënten geschikte curatieve behandelingen. Voor het hepatocellulair carcinoom en perihilair cholangiocarcinoom zijn er richtlijnen en criteria die duidelijk omschrijven wanneer een patiënt voor levertransplantatie in aanmerking komt. In het geval van zeldzamere maligne levertumoren zijn deze richtlijnen er niet. Toch kan levertransplantatie dan een mogelijkheid zijn. Het is van belang om in een vroeg stadium een centrum met veel ervaring te betrekken bij de diagnostiek en behandeling van primaire maligne leverziekte.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:152–9)

Lees verder