Articles

PSMA-GERICHTE RADIONUCLIDENTHERAPIE BIJ PROSTAATKANKER

NTVO - 2023, nummer Special, juni 2023

dr. Niels Elbert

In de laatste decennia heeft de nucleaire geneeskunde in de oncologie een stevige voet aan de grond gekregen. Dit geldt niet alleen voor beeldvormend en functioneel onderzoek, maar ook voor therapeutische toepassingen. Zo kunnen bepaalde tumoren en metastasen van binnenuit bestraald worden met hiervoor geregistreerde radiofarmaca, zoals radium-223-dichloride, lutetium-177-octreotaat en lutetium-177-vipivotide tetraxetan. Dit artikel beschrijft de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van op prostaat-specifiek membraanantigeen gerichte radionuclidentherapie met lutetium-177 en actinium-225 bij patiënten met (gevorderde) prostaatkanker.

Lees verder

THERAPIE GERICHT OP BRAF-MUTATIES BIJ NSCLC

NTVO - 2023, nummer Special, winter 2023

dr. Niels Elbert , drs. Tom Feys

Het toegenomen gebruik van ‘next generation sequencing’ heeft geresulteerd in een gedetailleerd begrip van het moleculaire landschap van het niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung cancer’, NSCLC). Er zijn verschillende genetische veranderingen geïdentificeerd waarop geneesmiddelen doelgericht kunnen aangrijpen. Zo leidt de gecombineerde behandeling met de BRAF-remmer dabrafenib en de MEK-remmer trametinib bij NSCLC-patiënten met een BRAF-V600E-mutatie tot duurzame antitumoractiviteit, met een acceptabel veiligheidsprofiel. Op basis hiervan is doelgerichte therapie met dabrafenib en trametinib de standaardbehandeling geworden voor deze groep patiënten. Patiënten zonder BRAF-V600E-mutatie komen echter niet in aanmerking voor deze behandeling vanwege de lage tumorrespons. Dit artikel beschrijft de resultaten uit klinische studies naar BRAF-remmers bij patiënten met een BRAF-positief NSCLC. Ook het toekomstperspectief van deze medicijnen komt aan bod.

Lees verder

MOLECULAIRE DIAGNOSTIEK NAAR MUTATIES BIJ mCRPC

NTVO - 2023, nummer Special, winter 2023

dr. Niels Elbert

Het begin van de precisiegeneeskunde voor patiënten met gemetastaseerde castratie-resistente prostaatkanker (‘metastatic castration-resistant prostate cancer’, mCRPC) wordt gemarkeerd door de recente introductie van geneesmiddelen die poly-ADP-ribose-polymerase(PARP)-enzymen remmen, zoals olaparib. Naarmate het aanbod van doelgerichte therapieën voor deze patiënten verder toeneemt, zal ook het aantal patiënten dat in aanmerking komt voor moleculaire diagnostiek stijgen. Aanbevelingen voor routinematige moleculaire diagnostiek zijn echter nog niet opgenomen in de landelijke richtlijn ‘Prostaatcarcinoom’. Dit artikel beschrijft de functie van PARP-enzymen bij het herstel van DNA-schade, het werkingsmechanisme van PARP-remmers en de belangrijkste resultaten uit klinische studies naar monotherapie met PARP-remmers bij patiënten met mCRPC. Tot slot worden praktische handvatten geboden voor moleculaire diagnostiek bij deze patiëntengroep.

Lees verder

BEHANDELING MET ANTILICHAAM-GENEESMIDDELCONJUGATEN BIJ BORSTKANKER

NTVO - 2023, nummer Special, winter 2023

dr. Niels Elbert

Antilichaam-geneesmiddelconjugaten (‘antibody-drug conjugates’, ADC’s) zijn relatief nieuwe geneesmiddelen tegen kanker. Ze bestaan uit een monoklonaal antilichaam waaraan meerdere moleculen van een cytotoxisch geneesmiddel vastzitten. Tot op heden zijn er 3 ADC’s door het Europees Geneesmiddelenagentschap goedgekeurd voor de behandeling van borstkanker: trastuzumab-emtansine (T-DM1), trastuzumab-deruxtecan (T-DXd) en sacituzumab govitecan. Behandeling met T-DM1 is geïndiceerd bij patiënten met een HER2-positief mammacarcinoom. T-DXd en sacituzumab govitecan zijn in de sluis voor dure geneesmiddelen geplaatst en kunnen in Nederland nog niet worden voorgeschreven buiten studieverband. Dit artikel beschrijft de componenten en het werkingsmechanisme van ADC’s, evenals de belangrijkste resultaten uit klinische studies naar ADC’s bij borstkanker.

Lees verder

EERSTELIJNSIMMUUNTHERAPIE BIJ GEVORDERD NSCLC

NTVO - 2023, nummer Special, winter 2023

drs. Tom Feys , dr. Niels Elbert

In het afgelopen decennium heeft de introductie van specifieke monoklonale antilichamen gericht tegen het ‘programmed death 1’(PD-1)-eiwit, het daarbij horende ligand PD-L1 en het checkpoint cytotoxisch T-lymfocyt-geassocieerd antigeen 4 (CTLA-4) gezorgd voor ongekende verbeteringen van de overleving bij patiënten met een gevorderd niet-kleincellig longcarcinoom (‘non-small cell lung cancer’, NSCLC).1 Aanvankelijk werden deze checkpointremmers onderzocht als tweedelijnsmonotherapie, maar op basis van meer recente resultaten uit klinische studies maken ze nu deel uit van de eerstelijnsbehandeling, als monotherapie of in combinatie met andere geneesmiddelen. Tegenwoordig krijgen vrijwel alle patiënten met een gevorderd NSCLC zonder ‘driver’-mutatie een eerstelijnsbehandeling gericht tegen PD-1 of PD-L1.2 Dit artikel beschrijft de resultaten uit klinische studies naar eerstelijnsimmuuntherapie bij patiënten met een gevorderd NSCLC. Ook worden handvatten geboden om de beste behandeling te kiezen voor de individuele patiënt.

Lees verder