NTVO - 2021, nummer 3, may 2021
drs. S.J.M. Hoefnagel , drs. B.L.M. Ykema , dr. L.S. Rigter , dr. L.L. Kodach , prof. dr. G.A. Meijer , prof. dr. ir. F.E. van Leeuwen , drs. H.N. Khan , dr. P. Snaebjornsson , dr. B.M.P. Aleman , dr. A. Broeks , dr. S.L. Meijer , dr. K.K. Wang , dr. B. Carvalho , prof. dr. M.E. van Leerdam , prof. dr. K.K. Krishnadath
Hodgkinlymfoomoverlevenden (HLO) hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van een tweede maligniteit, waaronder plaveiselcelcarcinoom (PCC) van de slokdarm. Er is een correlatie aangetoond tussen de bestralingsdosis op de slokdarm en het risico op het ontwikkelen van een slokdarmmaligniteit en daarnaast tussen chemotherapie met procarbazine en het ontwikkelen van een maligniteit boven het diafragma. De risico- en biologische factoren voor het ontwikkelen van een PCC bij HLO zijn onbekend. Bij patiënten met een maligniteit in de voorgeschiedenis die een tweede maligniteit ontwikkelen, waaronder borstkanker, colorectale maligniteiten en sarcomen, zijn verschillen gerapporteerd met betrekking tot genexpressieprofielen, ‘mismatch repair’-eiwitten en p53-status in vergelijking met sporadische vormen. Meer inzicht in de moleculaire profielen en pathogenese van PCC-HLO en potentiële verschillen met de sporadische PCC kan bijdragen aan nieuwe surveillancestrategieën, vroege diagnose, beschermingsmaatregelen en nieuwe therapieën voor deze patiënten.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:79-86)
Lees verderNTVO - 2015, nummer 2, march 2015
drs. B.J. Noordman , drs. J. Shapiro , dr. M.C.W. Spaander , prof. dr. K.K. Krishnadath , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. M.I. van Berge Henegouwen , dr. G.A.P. Nieuwenhuijzen , prof. dr. R. van Hillegersberg , dr. M.N. Sosef , prof. dr. E.W. Steyerberg , prof. dr. B.P.L. Wijnhoven , prof. dr. J.J.B. van Lanschot
Inleiding: Sinds de publicatie van de CROSS-trial bestaat de in opzet curatieve behandeling voor patiënten met een oesofaguscarcinoom uit neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) gevolgd door een slokdarmresectie. Nadere analyse van de resultaten van de CROSS-trial toonde aan dat er bij 29% van de patiënten die nCRT hadden ondergaan, sprake was van een pathologisch complete respons in het resectiepreparaat. Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat de timing en de indicatie om (alle) patiënten na nCRT te opereren ter discussie staat. Voordat een beleid van ‘active surveillance’ bij patiënten zonder aantoonbare tumorrest in een klinisch onderzoek kan worden bestudeerd, moet eerst worden aangetoond dat aan- of afwezigheid van tumorrest met grote betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.
Methoden: De preSANO-trial is een multicentrum, prospectief haalbaarheidsonderzoek, gericht op patiënten met een in opzet curatief te behandelen slokdarmcarcinoom. Zes weken na het einde van de nCRT wordt de klinische respons beoordeeld door middel van endoscopie met biopsieën en endosonografie (eerste ‘clinical response evaluation’; CRE-I). Patiënten met vitale tumorcellen in de biopten ondergaan direct aansluitend een slokdarmresectie. Patiënten zonder vitale tumorcellen in de biopten komen in aanmerking voor een uitgestelde resectie, 12–14 weken na het einde van de nCRT. Eén week voorafgaand aan de uitgestelde operatie volgt een tweede diagnostisch traject (CRE-II) ter beoordeling van de respons, bestaande uit een PET-CT-scan, gevolgd door endoscopie met biopsieën, endosonografie en fijnenaaldaspiratie van PET-positieve laesies en/of verdachte lymfeklieren. Alle patiënten ondergaan vervolgens een resectie, tenzij alsnog afstandsmetastasering wordt vastgesteld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek is de correlatie tussen de klinische respons bij CRE-I en CRE-II, en de pathologische respons in het resectiepreparaat.
Discussie: Als uit de huidige preSANO-trial blijkt dat de aan- of afwezigheid van tumorrest nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal in een multicentrum gerandomiseerd vervolgonderzoek (SANO-trial; ‘Surgery As Needed for Oesophageal cancer trial’) worden onderzocht of patiënten met een klinisch complete respons na nCRT baat hebben bij een ‘active surveillance’-beleid.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:78–84)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.