NTVO - jaargang 19, nummer 7, november 2022
drs. F.H. Burgers , dr. N.M. Graafland , dr. M.L. van Montfoort , prof. dr. A. Bex , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
Momenteel is chirurgische resectie de standaardbehandeling voor patiënten met een lokaal gevorderd niet-gemetastaseerd niercelcarcinoom. Ondanks de resectie hebben patiënten nog steeds een hoog risico op het ontwikkelen van een lokaal ziekterecidief of systemische progressie. Deze hoogrisicopatiënten kunnen daarom baat hebben bij een (neo)adjuvante behandeling. In de NESCIO-studie zullen 69 patiënten met een intermediair- tot hoogrisico- heldercellig niercelcarcinoom neoadjuvant worden behandeld met verschillende combinaties van ‘checkpoint’-remmers, gevolgd door een chirurgische resectie. Het primaire eindpunt is pathologische respons. Secundaire eindpunten zijn veiligheid, recidiefvrije overleving, ‘event’-vrije overleving, ontwikkeling van afstandsmetastasen en lokale ziekterecidieven, enchirurgische morbiditeit.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2022;19:270–2)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 5, august 2021
drs. J.S.W. Borgers , dr. C.M. Nijenhuis , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
Adoptieve celtherapie wordt op dit moment in studieverband getest voor stadium IV-melanoompatiënten die onvoldoende baat hebben bij de huidige standaardbehandelingen. Eén van deze celtherapiestudies is de NEO-PTC-01-studie. NEO-PTC-01 is een ex vivo gegenereerd, patiënt-specifiek, autoloog celproduct gericht tegen neoantigenen. Neoantigenen zijn tumor-specifieke antigenen die kunnen worden herkend door de neoantigeen-specifieke T-cellen uit het NEO-PTC-01-celproduct. Het primaire eindpunt van deze fase 1-studie is bepalen of het celtherapie-product NEO-PTC-01 veilig kan worden gegeven aan patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:169-71)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 4, june 2021
drs. M.W. Rohaan , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
De prognose van patiënten met gemetastaseerd melanoom is aanzienlijk verbeterd sinds de introductie van immuun-‘checkpoint’-remmers en doelgerichte therapie. Nog steeds heeft een grote groep patiënten echter niet langdurig baat bij deze behandelingen. Een nieuwe, veelbelovende behandeling, celtherapie met tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL), wordt momenteel onderzocht in een gerandomiseerde fase 3-studie. Deze studie vergelijkt TIL-therapie met standaardbehandeling ipilimumab bij patiënten met gemetastaseerd melanoom en moet de plaats van TIL-therapie aantonen in het huidig behandelarsenaal van patiënten met gemetastaseerd melanoom.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:133-6)
Lees verderNTVO - 2021, nummer 3, may 2021
drs. T. Boere , dr. W.M.C. Klop , dr. W.J. van Houdt , drs. L. Karssemakers , dr. L.A. Smit , dr. E.I. Plasmeijer , dr. J.P. de Boer , prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.L. Zuur
Neoadjuvante immuuntherapie met ‘checkpoint’-remmers (ICI) in de vorm van ‘anti-programmed cell death protein 1’ (PD1) en ‘anti-cytotoxic T-lymphocyte associated protein 4’ (CTLA4) is momenteel veelbelovend als behandeling bij patiënten met verschillende soorten kanker zoals het melanoom, blaas-, long- of coloncarcinoom. Onlangs is anti-PD1-therapie ook onderzocht in een fase 2-studie bij patiënten met een resectabel stadium III-IVa cutaan plaveiselcelcarcinoom (cPCC) van het hoofd-halsgebied. Neoadjuvant cemiplimab (2 doses van 350 mg) bleek veilig te zijn en resulteerde bij 70% van de patiënten in een histopathologische complete of bijna-complete respons ten tijde van chirurgie. De werkzaamheid van anti-PD1 in combinatie met anti-CTLA4 bij cPCC-patiënten is echter tot op heden niet onderzocht. In de MATISSE-studie worden patiënten met een cPCC binnen of buiten het hoofd-halsgebied gerandomiseerd voor een behandeling met twee kuren nivolumab (groep A) of twee kuren nivolumab in combinatie met een kuur ipilimumab (groep B) voorafgaand aan de standaardbehandeling bestaande uit chirurgie met of zonder adjuvante radiotherapie. Het primaire doel van deze fase 2-studie is het bepalen van de werkzaamheid van neoadjuvante ICI ten tijde van de operatie in week 4 (zie https://clinicaltrials.gov/ct2/show NCT04620200).
(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:92-5)
Lees verderNTVO - 2018, nummer 1, february 2018
dr. S. Wilgenhof , prof. dr. J.B.A.G. Haanen
Immuuntherapie in de vorm van checkpoint-remmers is vandaag de dag reeds standaardbehandeling bij meerdere tumortypen. De belangstelling voor deze nieuwe behandelingen en het aantal verdere onderzoeken en studies is nog nooit zo groot geweest. De nieuwste ontwikkelingen zijn het succesvol gebruik van anti-PD-1/L1-behandelingen in de adjuvante setting bij hoogrisicomelanoom en na chemoradiatie bij stadium III niet-kleincellig longcarcinoom, alsook de combinatie immuuntherapie als eerstelijnsbehandeling bij intermediair of hoogrisico gemetastaseerd niercelcarcinoom. De noodzaak voor voorspellende biomarkers blijft echter nog steeds hoog.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:3–8)
Lees verderNTVO - 2018, nummer 1, february 2018
drs. M. Chalabi , prof. dr. M.E. van Leerdam , dr. J.G. van den Berg , drs. A.G. Aalbers , prof. dr. G.L. Beets , prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. E.E. Voest
Immuuntherapie heeft de afgelopen jaren een belangrijke rol gekregen bij de behandeling van verschillende kankersoorten, waaronder melanoom, niet-kleincellig longcarcinoom en blaascarcinoom. Bij het coloncarcinoom is immuuntherapie vooralsnog alleen bij de kleine groep patiënten met een gemetastaseerd ‘mismatch repair deficiënt’ (dMMR/MSI) coloncarcinoom effectief gebleken. In verschillende publicaties varieert de responskans op anti-PD-1-immuuntherapie, zijnde nivolumab of pembrolizumab, van 31% tot 52% met ziektecontrole bij 69–83% van de patiënten.1–3 Een recente update van de Checkmate-142-studie toonde voor de combinatiebehandeling met nivolumab en ipilimumab een responskans van 55%.4
De doorbraak voor de grote groep microsatellietstabiele coloncarcinomen moet echter nog komen. De studies die tot nu toe zijn gedaan en gepubliceerd beperken zich tot het gemetastaseerde coloncarcinoom, veelal bij uitbehandelde patiënten.
Waarom immuuntherapie bij deze groep niet werkt is nog niet duidelijk. Een mogelijke verklaring is het lage aantal mutaties bij het MMR-proficiënte (pMMR/MSS) coloncarcinoom. Maar mogelijk is de kans op respons op immuuntherapie van het gemetastaseerde coloncarcinoom anders dan bij niet-gemetastaseerde ziekte, aangezien er in primaire, niet gemetastaseerde colontumoren een significant hogere mate van immuuncelinfiltratie wordt gezien.5,6 Daarnaast blijkt uit preklinisch onderzoek bij muizen dat de combinatie van COX(2)-remming met immuuntherapie leidt tot betere responsen door onder andere toegenomen T-celinfiltratie.7 Bovengenoemde heeft geleid tot de NICHE-studie, een fase 2-/exploratieve studie, waarin patiënten met een niet-gemetastaseerd coloncarcinoom, zowel pMMR als dMMR, kortdurend met immuuntherapie worden behandeld voorafgaand aan de operatie.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:24–7)
Lees verderNTVO - 2015, nummer 5, august 2015
prof. dr. J.B.A.G. Haanen , prof. dr. C.U. Blank , dr. H. van Thienen
Op 3 niveaus zijn er ontwikkelingen bij de behandeling van het hematogeen gemetastaseerde melanoom. Voor patiënten met een BRAF-V600-gemuteerd melanoom zijn er nieuwe behandelingsmogelijkheden met de combinatie van een BRAF-remmer en MEK-remmer. Deze combinatie leidt tot hogere kans op tumorregressie en betere progressievrije overleving en waarschijnlijk ook totale overleving. Op het gebied van immuuntherapie zijn de resultaten van het gebruik van PD-1-blokkerende antilichamen zeer hoopvol. Zowel in eerste als tweede lijn wordt een hoge kans op respons gezien en lijkt ook de totale overleving ten opzichte van ipilimumab of chemotherapie beduidend beter. Voorts zijn de resultaten van de combinatie ipilimumab en nivolumab indrukwekkend en aanzienlijk beter dan ipilimumab alleen. De derde ontwikkeling ligt bij de T-celtherapie. Behandeling met tumorinfiltrerende lymfocyten wordt in Nederland in een gerandomiseerd onderzoek vergeleken met ipilimumab en zou wellicht een geregistreerde behandeling kunnen worden. In de toekomst zullen er vele combinatiebehandelingen worden getest. De uitdaging is voor elke combinatie een goede rationale te vinden.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:187–93)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.