Articles

Bij diagnose uitgezaaide kanker: het belang van een tweesporenbeleid

NTVO - 2021, nummer 6, september 2021

ir. M.A. de Peuter , drs. F.A.R.M. Warmerdam , dr. M.J. Aarts , dr. N. Raijmakers , prof. dr. A.K.L. Reyners , dr. H.P. Fransen

SAMENVATTING

Jaarlijks horen 21.000 mensen (20% van alle mensen die de diagnose kanker krijgen) in Nederland dat zij kanker hebben met uitzaaiingen bij diagnose (primair of synchroon gemetastaseerd). De grootste groep patiënten met uitgezaaide kanker bij diagnose betreft patiënten met longkanker, gevolgd door patiënten met prostaatkanker en dikkedarmkanker. De locatie van de metastasen verschilt per primaire tumor, maar metastasering vindt in het algemeen vooral plaats naar niet-regionale lymfeklieren, lever, bot en longen. De mediane overleving van patiënten met synchrone metastasen gediagnosticeerd in de periode 2014–2018 is 6,3 maanden. Hoewel de mediane overleving van de totale groep patiënten met synchrone metastasen in de afgelopen 10 jaar nauwelijks is verbeterd, zijn bij een aantal kankersoorten wel verbeteringen te zien. Omdat vooraf vaak niet duidelijk is of een behandeling zal aanslaan, wordt gepleit voor een proactief tweesporenbeleid. Tumorgerichte behandelmogelijkheden dienen vanaf het begin hand in hand te gaan met aandacht voor de mogelijkheden die palliatieve zorg biedt. Dit zal de kwaliteit van leven van mensen met uitgezaaide kanker ten goede komen.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2021;18:186-93)

Lees verder

Kwaliteit van de zorg voor patiënten met een glioom: de praktijk getoetst

NTVO - 2018, nummer 4, june 2018

ir. M.A. de Peuter , L. van Baest , drs. H.P. Bienfait , K. Dujardin , drs. M.C.J. Hanse , dr. M.J. Vos , dr. F.Y.F.L. de Vos , drs. V.K.Y. Ho , dr. J.M.M. Gijtenbeek

Samenvatting

In 2014 formuleerde de Landelijke Werkgroep Neuro-Oncologie (LWNO) kwaliteitscriteria voor diagnose, behandeling en begeleiding van patiënten met een primaire hersentumor (glioom). Vorig jaar vond een evaluatie van de klinische praktijk plaats aan de hand van deze criteria, waaraan 59 ziekenhuizen deelnamen. De resultaten tonen belangrijke verschuivingen in de zorg sinds de introductie van de kwaliteitscriteria. De zorg is gecentraliseerd: terwijl in 2014 nog 78% van de respondenten aangaf zich bezig te houden met de complexe zorg aan patiënten met een glioom, is dit percentage in 2017 nog maar 46%. Tegelijkertijd blijkt de verdere professionalisering van het neuro-oncologisch veld uit de toegenomen samenwerking tussen ziekenhuizen. In alle ziekenhuizen die neuro-oncologische zorg aanbieden, worden patiënten in een multidisciplinair overleg (MDO) besproken. Hierbij is het aantal MDO’s dat jaarlijks ten minste 50 nieuwe glioompatiënten bespreekt, gestegen van 56% naar 78%. De screening naar beperkingen en kwaliteit van leven bij patiënten en behoefte aan psychosociale zorg bij patiënten en hun naasten blijft in de meeste ziekenhuizen nog achter, evenals de inrichting van een neuro-oncologisch zorgpad en een spreekuur van de neuro-oncologieverpleegkundige. Inmiddels heeft de LWNO initiatieven in gang gezet om deze punten te verbeteren.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:134–40)

Lees verder