NTVO - 2017, nummer 6, september 2017
drs. R.M. van Amelsfoort , dr. N.C.T. van Grieken , dr. E.P.M. Jansen , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , P. Muller-Timmermans , dr. J.W. van Sandick , dr. ir. H. van Tinteren , prof. dr. M. Verheij
De CRITICS-II-studie is een gerandomiseerde multicentrum fase 2-studie waarin drie neoadjuvante behandelingen bij het resectabel maagcarcinoom met elkaar worden vergeleken. Deze drie neoadjuvante behandelgroepen bestaan uit (1) chemotherapie, (2) chemotherapie gevolgd door chemoradiotherapie of (3) chemoradiotherapie. Alle neoadjuvante behandelingen zullen worden gevolgd door een maagresectie met D2-lymfeklierdissectie. Het doel van de CRITICS-II-studie is om de optimale preoperatieve behandeling van het resectabel maagcarcinoom te identificeren. De CRITICS-II-studie wordt ondersteund door KWF Kankerbestrijding.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2017;14:237–40)
Lees verderNTVO - 2015, nummer 2, march 2015
drs. B.J. Noordman , drs. J. Shapiro , dr. M.C.W. Spaander , prof. dr. K.K. Krishnadath , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. M.I. van Berge Henegouwen , dr. G.A.P. Nieuwenhuijzen , prof. dr. R. van Hillegersberg , dr. M.N. Sosef , prof. dr. E.W. Steyerberg , prof. dr. B.P.L. Wijnhoven , prof. dr. J.J.B. van Lanschot
Inleiding: Sinds de publicatie van de CROSS-trial bestaat de in opzet curatieve behandeling voor patiënten met een oesofaguscarcinoom uit neoadjuvante chemoradiotherapie (nCRT) gevolgd door een slokdarmresectie. Nadere analyse van de resultaten van de CROSS-trial toonde aan dat er bij 29% van de patiënten die nCRT hadden ondergaan, sprake was van een pathologisch complete respons in het resectiepreparaat. Deze bevindingen hebben ertoe geleid dat de timing en de indicatie om (alle) patiënten na nCRT te opereren ter discussie staat. Voordat een beleid van ‘active surveillance’ bij patiënten zonder aantoonbare tumorrest in een klinisch onderzoek kan worden bestudeerd, moet eerst worden aangetoond dat aan- of afwezigheid van tumorrest met grote betrouwbaarheid kan worden vastgesteld.
Methoden: De preSANO-trial is een multicentrum, prospectief haalbaarheidsonderzoek, gericht op patiënten met een in opzet curatief te behandelen slokdarmcarcinoom. Zes weken na het einde van de nCRT wordt de klinische respons beoordeeld door middel van endoscopie met biopsieën en endosonografie (eerste ‘clinical response evaluation’; CRE-I). Patiënten met vitale tumorcellen in de biopten ondergaan direct aansluitend een slokdarmresectie. Patiënten zonder vitale tumorcellen in de biopten komen in aanmerking voor een uitgestelde resectie, 12–14 weken na het einde van de nCRT. Eén week voorafgaand aan de uitgestelde operatie volgt een tweede diagnostisch traject (CRE-II) ter beoordeling van de respons, bestaande uit een PET-CT-scan, gevolgd door endoscopie met biopsieën, endosonografie en fijnenaaldaspiratie van PET-positieve laesies en/of verdachte lymfeklieren. Alle patiënten ondergaan vervolgens een resectie, tenzij alsnog afstandsmetastasering wordt vastgesteld. De primaire uitkomstmaat van dit onderzoek is de correlatie tussen de klinische respons bij CRE-I en CRE-II, en de pathologische respons in het resectiepreparaat.
Discussie: Als uit de huidige preSANO-trial blijkt dat de aan- of afwezigheid van tumorrest nauwkeurig kan worden vastgesteld, zal in een multicentrum gerandomiseerd vervolgonderzoek (SANO-trial; ‘Surgery As Needed for Oesophageal cancer trial’) worden onderzocht of patiënten met een klinisch complete respons na nCRT baat hebben bij een ‘active surveillance’-beleid.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:78–84)
Lees verderNTVO - 2014, nummer 7, november 2014
drs. E. Versteijne , prof. dr. C.H.J. van Eijck , prof. dr. C.J.A. Punt , dr. S. Festen , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , dr. E. Lens , dr. A. van der Horst , drs. M. Suker , dr. G. van Tienhoven
Het pancreascarcinoom heeft een slechte prognose. Slechts een klein deel van de tumoren is resectabel. Enkele studies suggereren dat preoperatieve radiochemotherapie het resectiepercentage en het percentage R0-resecties kan vergroten. De huidige landelijke multicentrum PREOPANC-studie randomiseert tussen directe exploratieve laparotomie en preoperatieve radiochemotherapie gevolgd door exploratieve laparotomie bij resectabele en borderline-resectabele pancreascarcinomen. Het primaire eindpunt is overleving naar intentie van behandeling.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2014;11:284–7)
Lees verderNTVO - 2013, nummer 5, august 2013
prof. dr. H.W.M. van Laarhoven
Op 28 juni 2012 promoveerde mw. dr. H.W.M. van Laarhoven aan de Radboud Universiteit Nijmegen op haar promotieonderzoek getiteld ‘Rethinking distress: an exploration in religious studies and medicine’ onder begeleiding van prof. dr. J.B.A.M. Schilderman, verbonden aan de Faculteit van Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen, en prof. dr. J.B. Prins van de afdeling medische psychologie van het UMC St Radboud. Hieronder staan de belangrijkste bevindingen van haar onderzoek weergegeven.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:213–5)
Lees verderNTVO - 2013, nummer 4, june 2013
drs. S. Kordes , dr. A. Cats , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven
Achtergrond: Het maag/oesofaguscarcinoom (EGC) is een belangrijke doodsoorzaak in Nederland. Met name patiënten die zich presenteren met gemetastaseerde ziekte hebben, ondanks behandeling met combinatiechemotherapie, een slechte prognose. Nieuwe doelgerichte therapieën zijn derhalve noodzakelijk.
Doel: In dit overzicht worden de fase III-studies besproken met doelgerichte middelen tegen de belangrijkste aangrijpingspunten bij het EGC, waaronder de epidermale groeifactorreceptoren (EGFR en HER2), vasculaire endotheliale groeifactorreceptor (VEGFR), ‘mammalian target of rapamycin’ (mTOR) en c-MET (rilotumumab).
Resultaten: Trastuzumab geeft als toevoeging aan eerstelijnschemotherapie een significant betere overleving bij HER2-positieve maagtumoren. Chemotherapie in combinatie met bevacizumab laat geen voordeel zien bij ongeselecteerde patiëntengroepen. Definitieve resultaten van fase III-studies met EGFR-en mTOR-remmers worden binnenkort verwacht, maar zijn vooralsnog teleurstellend. Rilotumumab wordt onderzocht bij een geselecteerde patiëntengroep met c-MET-expressie.
Conclusie: Doelgerichte therapie voor het gemetastaseerde EGC staat aan het begin van de ontwikkeling. De vertaalslag van biologische inzichten, met betere patiëntselectie, combinatiebehandelingen en nieuwe middelen, moet leiden tot betere uitkomsten voor deze patiënten.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2013;10:152–60)
Lees verderNTVO - 2012, nummer 6, september 2012
dr., ir. R. Winkels , prof. dr. H.W.M. van Laarhoven , prof. dr., ir. E. Kampman
Voeding en beweging dragen in belangrijke mate bij aan het voorkomen van (borst)kanker. Dit artikel richt zich op de rol van voeding en beweging na borstkanker. Tijdens de behandeling van borstkanker treden bij veel patiënten gewichtstoename en ongunstige veranderingen van lichaamssamenstelling op; deze veranderingen zetten vaak verder door na de behandeling. Overgewicht is geassocieerd met slechtere overlevingskansen en grotere kans op comorbiditeit. Er zijn aanwijzingen dat gewichtsverlies en voldoende lichaamsbeweging het risico op terugkeer van borstkanker en overlijden aan borstkanker verlagen. Het is niet duidelijk of een gezond voedingspatroon het risico op terugkeer van borstkanker verlaagd. Alcoholgebruik van borstkankerpatiënten is onderwerp van discussie, omdat het mogelijk het risico op terugkeer van de ziekte verhoogd, maar het risico op hart- en vaatziekten verlaagd. Er zijn geen duidelijke aanwijzingen om gebruik van voedingssupplementen of fyto-oestrogenen aan te raden voor vrouwen die borstkanker hebben gehad.
(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:256–61)
Lees verderTo provide the best experiences, we and our partners use technologies like cookies to store and/or access device information. Consenting to these technologies will allow us and our partners to process personal data such as browsing behavior or unique IDs on this site and show (non-) personalized ads. Not consenting or withdrawing consent, may adversely affect certain features and functions.
Click below to consent to the above or make granular choices. Your choices will be applied to this site only. You can change your settings at any time, including withdrawing your consent, by using the toggles on the Cookie Policy, or by clicking on the manage consent button at the bottom of the screen.