Articles

Fase 1/2-onderzoek naar behandeling met tumorinfiltrerende lymfocyten in combinatie met nivolumab bij patiënten met uitbehandeld inoperabel melanoom

NTVO - 2019, nummer 6, september 2019

drs. M.K. van der Kooij , E.M.E. Verdegaal , dr. M. Slingerland , dr. F.M. Speetjens , prof. dr. S.H. van der Burg , dr. H.W. Kapiteijn

SAMENVATTING

De afgelopen jaren zijn veel nieuwe behandelingen op de markt gekomen voor patiënten met gemetastaseerd melanoom. Doelgerichte therapie met BRAF/MEK-remmers werkt door de sterke remming van het gemuteerde BRAF-eiwit, dat bij ongeveer de helft van de patiënten met gemetastaseerd melanoom gemuteerd is. Deze therapie is initieel erg effectief, maar doorgaans ontstaat binnen een jaar na start van de behandeling resistentie tegen deze middelen. Patiënten kunnen ook met immuuntherapie door middel van ‘checkpoint’-remmers worden behandeld, ongeacht hun mutatiestatus. De systemische behandeling met ‘checkpoint’-remmers bestaat uit antilichamen die T-lymfocytactivatie stimuleren door co-inhibitoire signalen te blokkeren. Ipilimumab is een antilichaam tegen CTLA-4 en werkt met name op de interactie tussen T-lymfocyten en antigenpresenterende cellen (zoals dendritische cellen). Nivolumab en pembrolizumab zijn twee monoklonale antilichamen tegen PD1 en grijpen met name aan op de interactie tussen T-lymfocyten en tumorcellen. Behandeling met deze therapieën kan leiden tot langdurige responsen van zelfs jaren. Ongeveer de helft van de patiënten blijkt op termijn progressief onder behandeling met immuuntherapie en doelgerichte therapie. Behandeling in onderzoeksverband is voor deze patiënten nog de enige mogelijkheid om klinische effecten te bereiken.

In het LUMC is onlangs uit een fase 1/2-onderzoek met tumorinfiltrerende lymfocyten (TIL) in combinatie met lage dosering interferon-alfa gebleken dat deze combinatie veilig kan worden gegeven. Uit de voorlopige resultaten blijkt dat bij patiënten die progressief waren op ‘checkpoint’-remmers en/of doelgerichte therapie stabilisatie van ziekte of zelfs een complete respons kan optreden met TIL-therapie. Door deze TIL-behandeling te combineren met anti- PD1 wordt beoogd zowel de klinische activiteit als de duur van de progressievrije overleving te verlengen bij uitbehandelde patiënten met niet-operabel stadium IIIc- of stadium IV-melanoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2019;16:244–7)

Lees verder

Ontwikkelingen in de lokale therapie van colorectale levermetastasen

NTVO - 2018, nummer 2, march 2018

F.B. Achterberg , dr. M.C. Burgmans , dr. H.W. Kapiteijn , dr. H.M. Ceha , dr. H.H. Hartgrink , dr. R.J. Swijnenburg

Samenvatting

Meer dan de helft van de patiënten met een colorectaal carcinoom ontwikkelt levermetastasen. Het aantal vormen van lokale behandeling van colorectale levermetastasen (CRLM) is in de afgelopen jaren uitgebreid. Naast chirurgische resectie zijn er tegenwoordig meerdere modaliteiten beschikbaar, zoals lokale ablatie, stereotactische radiotherapie, chemo-embolisatie en selectieve intra-arteriële radiotherapie. Het behandelplan wordt multidisciplinair bepaald en is sterk afhankelijk van zowel oncologische, anatomische als patiëntgebonden factoren. In dit artikel geven wij een overzicht van de Nederlandse richtlijn, beschikbare lokale behandelingsvormen voor CRLM, de verschillende indicaties en wetenschappelijke onderbouwing.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2018;15:39–48)

Lees verder

Overzicht van de behandelingsmogelijkheden van het gevorderd schildkliercarcinoom

NTVO - 2016, nummer 6, september 2016

drs. T.C. Schneider , prof. dr. H. Morreau , dr. E.P. Corssmit , dr. H.W. Kapiteijn

Samenvatting

Schildklierkanker vormt het grootste deel van de endocriene maligniteiten en heeft de afgelopen jaren wereldwijd een stijgende incidentie laten zien. Door de toenemende kennis van de biologische basis die ten grondslag ligt aan het ontstaan van het schildkliercarcinoom zijn er de afgelopen jaren meerdere aangrijpingspunten geïdentificeerd. Door de relatieve zeldzaamheid van deze maligniteit, de goede prognose van het merendeel van deze tumoren en het beperkte bewijs van de verschillende therapeutische mogelijkheden, is er echter een grote diversiteit aan behandelplannen. In dit overzichtsartikel beschrijven we de verschillende behandel(ings)mogelijkheden van het gevorderde schildkliercarcinoom.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:192–9)

Lees verder

Fulminant beloop van een 46-jarige vrouw met lokaal gevorderd rectumcarcinoom

NTVO - 2016, nummer 3, may 2016

dr. M.G.J. van dongen , dr. F.M. Speetjens , dr. P. van Vliet , drs. K.M. Mulder , dr. H.W. Kapiteijn

Samenvatting

In dit artikel wordt een casus beschreven van een zeer agressief beloop van een jonge vrouw met rectumcarcinoom met veneuze trombo-embolische complicaties en paraneoplastische dermatomyositis (DM). DM is een immuungemedieerde aandoening met betrokkenheid van de huid en spieren. De pathofysiologische relatie tussen maligniteiten en inflammatoire myopathie is tot op heden niet bekend. DM is een prognostisch ongunstige factor voor het beloop van de maligniteit. Bij 18–32% van de patiënten met DM is er voor, tijdens of na de diagnose een maligniteit vastgesteld. De suggestie voor behandeling is zowel ziekteals antitumorgericht.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2016;13:81–5)

Lees verder

De Aspirin trial: een systemische behandeling voor oudere patiënten met coloncarcinoom

NTVO - 2015, nummer 5, august 2015

drs. M.A. Frouws , dr. H.W. Kapiteijn , dr., prof. dr. J.E.A. Portielje , J. Pon , H. Schipper , dr. G. Liefers

Samenvatting

Vanwege de recentelijk gestarte screening en almaar stijgende incidentie zal het aantal oudere patiënten met coloncarcinoom de komende jaren exponentieel stijgen. Hierdoor is er een toenemende behoefte aan nieuwe, laagtoxische therapie. Retrospectief onderzoek toont aan dat gebruik van aspirine na de diagnose coloncarcinoom met name bij oudere patiënten een gunstig effect heeft op de overleving. De Aspirin-studie is een dubbelblind, gerandomiseerd, placebogecontroleerd fase 3-onderzoek naar het effect van aspirine op recidieven en overleving bij oudere patiënten met een coloncarcinoom. Het primaire eindpunt is vijfjaarsoverleving.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2015;12:198–200)

Lees verder

AEB071 en SECIRA-UM, 2 nieuwe studies voor gemetastaseerde oogmelanoompatiënten, met doelgerichte therapie en immuuntherapie

NTVO - 2012, nummer 3, may 2012

prof. dr. C.U. Blank , dr. H.W. Kapiteijn

Samenvatting

Oogmelanoompatiënten worden vaak geëxcludeerd van klinische studies vanwege de slechte prognose die ze hebben als er metastasen zijn ontstaan. Recente ontwikkelingen in de behandeling van het huidmelanoom betreffen ‘targeted’ therapie met BRAF-remmers en immuuntherapie met ipilimumab (anti-CTLA-4). Deze middelen hebben de overleving verbeterd van huidmelanoompatiënten. Voor gemetastaseerde oogmelanoompatiënten zijn nu 2 studies open in Nederland. De internationale fase I AEB071-studie test een proteïnekinase-C-remmer. De SECIRA-UM-studie onderzoekt of CTLA-4-blokkade in combinatie met radiofrequente ablatie van meerwaarde is bij gemetastaseerde oogmelanoompatiënten.

(NED TIJDSCHR ONCOL 2012;9:144–8)

Lees verder